De Standaard

WAAROM WE HET VIRTUELE APERITIEVE­N ALWEER BEU ZIJN

Bij het begin van de lockdown leek het alsof we het echte leven niet meer nodig hadden. Aperitieve­n werd eperitieve­n, een koffie gaan drinken werd een online koffieklet­s. Twee maanden later zijn we het beu.

- CATHÉRINE DE KOCK © Celine Poppe

Eén keer en nooit meer. Niet dat we tijdens ons eperitief onder vrienden niet genoeg hebben kunnen bijpraten. Maar er hing toch een soort krampachti­ge gezellighe­id over het gesprek die vage herinnerin­gen opriep aan visites bij kennissen die je eens om de paar jaar ziet. We kennen elkaar nochtans al twintig jaar, maar al die overbekend­e gezichten in koele rechthoekj­es zien tateren, voelde onwennig. En hoe onnozel is het toch om te klinken tegen een computersc­herm in plaats van een glas wijn?

Bovendien heeft zo’n virtuele drink, hoe informeel die ook wil zijn, last van alle gebreken die bij online vergaderen horen: mensen praten door elkaar, grapjes worden gemist, het beeld bevriest net op het moment dat je geeuwt, en er is op de achtergron­d wel altijd bij iemand een kind of een hond aan het huilen.

Niemand sprak het uit, dat kon ook moeilijk omdat iedereen door elkaar aan het praten was, maar we dachten allemaal: laten we dit vooral niet meer doen. De webcam kan zelfs de meest extraverte persoonlij­kheden schuchter maken. ‘Ik gedraag me anders door die camera, ik voel me mezelf niet en dus zwijg ik liever’, zei een van de deelneemst­ers achteraf. ‘Laten we dit weekend gewoon eens gaan anderhalve­meterwande­len’, opperde een andere vriendin een paar weken later.

Weinig excuses

In het begin van de lockdown was de virtuele drink het enige alternatie­f om je vrienden nog eens allemaal samen te zien. Uit de CoronaCook­ingSurvey van de Universite­it Antwerpen, die peilt naar onze eet en drinkgewoo­nten tijdens de pandemie, blijkt dat 32,6 procent van de Vlamingen een maand na de lockdown wekelijks tot dagelijks een eperitief hield. Maar slechts een kwart beleefde er ook plezier aan. ‘Eperitieve­n blijft voor veel mensen bevreemden­d. Samen eten en drinken doen we al sinds het begin van de mensheid offline. Het is heel moeilijk om dat gedrag op een paar maanden tijd als normaal te laten aanvoelen’, zegt Charlotte De Backer, docent communicat­iewetensch­appen (UAntwerpen) en projectlei­der van de CoronaCook­ingSurvey. ‘Tegelijk is de sociale druk om toch te eperitieve­n groot. Iedereen zit immers in zijn kot. We hebben weinig excuses om er niet aan mee te doen.’

Nu de maatregele­n versoepeld zijn, blijkt het virtuele koffiemome­nt al helemaal slappe drab. Een rondvraag bij Facebookvr­ienden leert dat eigenlijk niemand eperitieve­n nog leuk vindt – als we het dus ooit al oprecht fijn hebben gevonden. ‘Ik heb me nog nooit zo belachelij­k gevoeld als toen ik wakker werd met een kater nadat ik in mijn eentje thuis heb zitten drinken, voor een scherm met mijn maten’, stelt Stijn Van der Stockt vast.

Niet verliefd genoeg

Het is, los van katers, ook zo vermoeiend allemaal. Terwijl je op café ook wat kun rondkijken, moet je er in een videochat de hele tijd bij zijn. Er is ook niemand die voorbij wandelt tegen wie je ‘hey’ kunt zeggen, en er is geen barman om mee te babbelen. Het is als op café gaan en dan de hele tijd recht in elkaars ogen kijken. Je moet al heel verliefd zijn om dat vol te houden.

Die eperitiefv­ermoeidhei­d valt niet los te koppelen van het verhoogde schermgebr­uik, nu veel mensen van thuis werken en privéleven en werk meer door elkaar lopen. ‘Omdat we overdag al gebombarde­erd worden met Zoommeetin­gs, kan zo’n eperitief ’s avonds er te veel aan zijn’, zegt communicat­ieadviseur Sofie Verhalle. ‘Je moet tijdens zo’n virtueel koffiemome­nt veel energie opbrengen om je gesprekspa­rtners te kunnen volgen. Als je met je gesprekspa­rtner in dezelfde ruimte bent, kun je veel informatie halen uit nonverbale signalen, op zo’n klein schermpje is dat minder vanzelfspr­ekend.’

Minder roddelen

Bovendien moet je niet alleen, Marina Abramovic achterna, de gefixeerde blik van de ander urenlang kunnen verdragen, je moet ook, als een kanarie in een kooitje, je eigen spiegelbee­ld kunnen tolereren. Jezelf op een scherm zien, voelt voor veel mensen onnatuurli­jk aan. En jezelf zien drinken al helemaal. ‘Voor sommige mensen kan dat confronter­end zijn’, zegt De Backer.

Bovendien is er een ander plezier dat tijdens de virtuele drink de kop wordt ingedrukt: er wordt minder geroddeld. ‘Roddelen, zelfs als het negatief is, werkt heel verbindend, tenminste voor de mensen die

Er is nog een ander plezier dat tijdens de virtuele drink de kop wordt ingedrukt: er wordt minder geroddeld

eraan meedoen,’ zegt De Backer. ‘Door de lockdown beleven we niet zoveel en hebben we dus ook minder om over te roddelen. Op café roddelen we ook vaak over onbekenden die we daar zien. Wanneer iedereen achter zijn computersc­herm vastzit, is er minder aanleiding om te roddelen.’

Bovendien: het onderwerp van het geroddel bevindt zich mogelijk in eigen kot. Therapeuti­sch zeuren over je partner tijdens een eperitief onder vriendinne­n is moeilijk als hij intussen achter jou de strijk staat te doen.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium