‘Ik was altijd al anders’
Moses Sumney tovert op nieuwe plaat
In de zomer van 2004 vond Moses Sumney twee puppy’s. De ene zo zwart als legerlaarzen, de andere witter dan een sneeuwvlok. Yin en Yang, de engel en de duivel. De dertienjarige Moses leerde meteen ook wat dood betekende, want beide honden legden snel het loodje, waarna hun kleur veranderde in vaalgrijs. Tenminste, dat vertelt hij in ‘Two dogs’, een van de twintig betoverende liedjes op
Grae.
‘Zo ging het écht’, legt de AmerikaansGhanese songwriter uit aan de telefoon vanuit Asheville, een stadje in North Carolina. Wit, zwart en grijs aderen sindsdien door zijn leven. Hij weigert zwart en wit te denken, maar gaat door het leven met één wit geverfde wenkbrauw en één zwarte. Zijn haar draagt hij ook voor de helft zwart en wit. ‘Als je beide mixt, krijg je grijs’, vertelt hij grinnikend.
Grijs. Dat vinden de meeste mensen toch maar ... grijs? ‘Ik vond het net een uitdaging om iets spannends uit iets saais te puren’, zegt hij. ‘Het leven is ook grijs, het is een mix van allerlei dingen. Nooit het ene of het andere.’ In onze vermarkte maatschappij is er weinig plek voor de eenling, vindt hij. Om succesvol te zijn moet je je conformeren.
Gelukkig is het tegendeel ook nog steeds mogelijk, bewijst hij. Nog meer dan zijn drie jaar oude debuut Aromanticism is Grae een hoogst unieke hybride. Echo’s van oude soul, toefjes kamerpop, verwrongen rock en verbasterde r&b kruidt Sumney af met een lik avantgarde, net genoeg om niet te kunstig te worden. Een allesbehalve grijs tuiltje zonevreemde popsongs, bij elkaar gebonden door zijn onwereldse falset. ‘I insist upon my right to be multiple’, luidt een tekstregel van ‘Also also also and and and’. Het is de essentie van Grae, en van Sumney, een wandelend pleidooi voor diversiteit. Zijn hele leven lang probeert hij aan gender en genre te ontsnappen. ‘Ik wil gewoon eerlijk zijn. Iemand in een vakje stoppen, of het nu gaat om mijn mannelijkheid of zwart zijn, vind ik niet eerlijk. Mensen zijn veel complexer dan de definities die we hanteren.’
Nergens thuis
Sumney voelt zich al zijn hele leven een eiland, komen we te weten in ‘Insula’ en ‘And so I come to isolation’, twee stukken spoken word van de GhaneesNigeriaanse dichteres Taiye Selasi. ‘Ik was altijd anders dan de mensen rond mij’, zegt hij lachend. In ‘Boxes’ legt hij de link met zijn zwarte roots. ‘Als je een minderheid bent, heb je nog minder ruimte om complex te zijn.’
Net voor zijn geboorte weken zijn ouders uit van Ghana naar Californië. Toen Moses tien was, splitste hij de oceaan in twee en keerde met zijn familie terug naar Afrika. ‘Mijn ouders zijn erg religieus, ze wilden missionariswerk doen op de plek waar ze opgegroeid waren.’ De cultuurshock was groot. Op zijn zestiende trokken de Sumneys weer richting de VS. ‘Ik voel me nergens thuis’, zegt hij. ‘In Amerika was ik die kid met zijn Afrikaanse ouders, in Ghana was ik dat jongetje dat opgegroeid was in de States.’
Uitgekeken op LA
Intussen ruilde hij het hedonistische Californië in voor het subtropische North Carolina, een staat waar Trump in 2016 triomfeerde. ‘Daar merk ik weinig van, Asheville is vrij progressief’, zegt hij. ‘Op het asfalt van LA raak je op den duur uitgekeken. Ik hou van de natuur hier, en van de rust. Ik wilde vooral in alle luwte kunnen werken.’
Zijn zelf opgezochte isolement is een bizar toeval in deze coronatijden. ‘De lockdown is mij op het lijf geschreven. De maatregelen zijn ondertussen versoepeld, maar ik blijf liever in mijn kot. Dat is mijn comfortzone.’ Maar als artiest zoekt hij toch de schijnwerpers op? ‘Er is een groot verschil tussen mijn persoonlijke en mijn publieke leven. Ik was een stil kind, maar ik voelde mij wel altijd voorbestemd om op een podium te staan. Ik heb hard moeten werken om die schuwheid te overwinnen.’ Met succes. In 2014 werd hij opgepikt door Beck, later viel hij in de smaak bij Solange en Bon Iver. Vandaag werkt Sumney samen met vrijbuiters als James Blake en Daniel Lopatin alias Oneohtrix Point Never.
Muziek moest hij zelf ontdekken, zijn ouders reikten hem weinig aan. Afrobeat en hiplife, een Ghanese mix van highlife en hiphop, zeiden hem niets. ‘Stevie Wonder, Ella Fitzgerald en Nina Simone zijn erg belangrijk geweest voor mij’, zegt hij. Die laatste groeide op in North Carolina, en volgde ooit pianoles in Asheville. ‘Geweldig, hé? Al ben ik niet de purist die al haar albums in huis haalde. Mijn eigen weg zoeken vond ik veel belangrijker.’
‘De lockdown is mij op het lijf geschreven: ik blijf liever in mijn kot. Dat is mijn comfortzone’
‘Grae’ van Moses Sumney is nu uit.