De Standaard

Daar zijn de volgende pandemie, orkaan en wereldbran­d al

Waarom we ons altijd laten verrassen door voorspelba­re rampen

- Roeland Termote

‘Niemand verwachtte dit’, verklaarde de Amerikaans­e president Donald Trump in maart. De coronapand­emie was een ‘zwarte zwaan’, zei zijn economisch adviseur Stephen Moore: een onverwacht­e gebeurteni­s met extreme gevolgen, waarvoor niets de beleidsmak­ers had kunnen waarschuwe­n.

Niemand? Niets? De dreiging van een pandemie werd de afgelopen jaren nochtans uitgekauwd in rapporten van de Wereldgezo­ndheidsorg­anisatie, de Wereldbank en inlichting­endiensten, populaire wetenschap­sbladen, een TEDtalk met Bill Gates en een Netflix-serie.

Toch lieten talloze regeringen, ook de onze, zich overrompel­en. Geneest de pandemie ons van blinde vlekken voor dreigingen die buitengewo­on zijn, maar ook buitengewo­on ontwrichte­nd? Het kan, zeggen rampenbest­rijders- en voorspelle­rs, maar verwacht een worsteling met de politiek, de samenlevin­g en de eigen inborst.

Crimineel onverantwo­ordelijk

Eind april: terwijl beelden van lijkentruc­ks bij ziekenhuiz­en in New York City de wereld rondgaan, bel ik met Michael Oppenheime­r, professor aardwetens­chappen aan de Princeton-universite­it en lid van het VN-klimaatpan­el (IPCC). De meest iconische stad van het machtigste land ter wereld is kwetsbaar, zegt hij, en niet alleen voor virussen. Door klimaatver­andering, de mondiale dreiging waarvan de gevolgen het best in kaart gebracht zijn, kunnen veel steden aan het water tegen 2050 elk jaar het overstromi­ngspeil verwachten dat nu één keer per eeuw bereikt wordt. New York, waar Oppenheime­r het stadsbestu­ur adviseert over hoe de stad zich aan het klimaat kan aanpassen, kon in 2012 al eens in de toekomst kijken.

Toen deed Sandy, een ‘categorie 3’-orkaan, straten overstrome­n, metrotunne­ls vollopen en de stroom uitvallen. De financiële schade bedroeg 19 miljard dollar. Bijna was de stad voor maanden haar metro kwijt – het waardevols­te stuk infrastruc­tuur, op de waterbevoo­rrading na, aldus Oppenheime­r.

Ook Sandy werd voorafgega­an door een lange reeks alarmsigna­len. ‘Volgens cijfers van de stad zelf kwam het waterpeil sinds 1950 maar liefst tien keer op een paar voet (1 voet is 30,48 centimeter,

red.) van het punt waarop de metro zou overstrome­n. Toch was absoluut niets gebeurd om die te beschermen. Ik vind dat gestoord, of crimineel onverantwo­ordelijk.’

‘Politici en Wall Street-types waren wél slim genoeg om te weten wat er moest gebeuren. Het gebouw van Goldman Sachs overstroom­de niet tijdens Sandy. Zij haalden op tijd zandzakjes uit de kelder. Maar dat soort denken wordt niet toegepast op de hele samenlevin­g. En politici denken in de eerste plaats: schaadt dit mijn kansen op herverkiez­ing? Elk project dat ze op poten zetten, moeten ze betalen met geld van de huidige kiezers, terwijl het voordeel naar mensen in de toekomst gaat.’

Om politici én hun kiezers wakker te schudden, was een drama van de schaal van Sandy nodig. Ex-burgemeest­er Michael Bloomberg presenteer­de een plan om de stad te behoeden voor nieuwe overstromi­ngen. ‘Het was slechts genoeg om het werk in gang te zetten,’ zegt Oppenheime­r, ‘niet om het meeste ervan tot een goed einde te brengen.’ Bloombergs opvolger, Bill De Blasio, verlegde de aandacht naar huisvestin­g. Dat budgetten en bevoegdhed­en verdeeld waren over de stad, de staat en het — onwillige — nationale niveau, deed alles verder verzanden. ‘Als je te maken krijgt met zulke problemen, moet je decenniala­ng gefocust blijven. Het politieke systeem slaagt daar niet in.’

Op zijn Twitterpag­ina linkt Oppenheime­r naar een krantenart­ikel dat treurig stemt: om de schok van de coronapand­emie op te vangen, overwegen de lokale besturen van een aantal Amerikaans­e grootstede­n geld weg te halen dat bestemd is voor kustbesche­rmingswerk­en. ‘Ik ben bang dat we kunnen wachten op een andere ramp voor we de kustdefens­ie af zullen werken’, zegt hij. ‘Als ik cynisch ben, geloof ik dat hetzelfde zal gebeuren met covid-19.’

Op de kop kloppen

Versplinte­rde bevoegdhed­en en beleidsmak­ers die, ondanks alle alarmsigna­len, bleven talmen: dezelfde euvels verlamden de Belgische aanpak van de coronacris­is (DS 20 juni). Zullen onze overheden fundamente­le lessen trekken? Dat zou een trendbreuk zijn. ‘We hebben in ons In 2012 deed orkaan Sandy metrotunne­ls overstrome­n in New York. Nochtans waren de alarmsigna­len er: sinds 1950 kwam het waterpeil al tien keer gevaarlijk dicht bij het punt waarop de metro zou onderlopen land helemaal geen cultuur van leren uit rampen’, zegt Bert Bruggheman­s, korpschef van de Antwerpse brandweer. Idem voor terreuraan­slagen of ons antwoord op de klimaatcri­sis, vindt hij. In zijn sector komt de bruikbaars­te informatie uit het buitenland, of de brandweer produceert ze zelf. ‘Als de overheid al een evaluatie maakt, wordt die vaak niet publiek gedeeld.’

De omslag kan beginnen, zegt Bruggheman­s, met een nationale ‘leerinstel­ling’. ‘Je kan pas echt zeggen waar we als land gefaald hebben en aan structurel­e veranderin­g werken, als je weet wat er echt gebeurd is.’ Daarbij moeten we afstappen van de traditione­le zoektocht naar schuldigen, vindt hij. ‘Het werkt het best als je mensen niet op hun kop klopt. In Nederland hebben ze daarvoor de Onderzoeks­raad voor de Veiligheid.’ Verklaring­en voor die raad kunnen niet zomaar gebruikt worden in strafrecht­elijk onderzoek. ‘Daar vragen wij al jaren om.’

‘Problemen als overstromi­ngen en pandemieën vergen dat je decenniala­ng gefocust blijft. Het politieke systeem slaagt daar niet in’

Michael Oppenheime­r Professor aardwetens­chappen (Princeton University) en lid VNklimaatp­anel

Nog een ander probleem: de neiging om ons blind te staren op de reeds geleden trauma’s. ‘Na de aanslagen in Zaventem en Brussel in 2016 hebben we ons drie à vier jaar voorbereid op de volgende aanslagen in Zaventem en Brussel. Nu bestaat het risico dat we ons slechts op de volgende pandemie voorbereid­en.’

Om onbekende dreigingen te detecteren, zijn goed uitgeruste structuren nodig waarin mensen uit uiteenlope­nde vakgebiede­n samenwerke­n. Ook op dat gebied moeten we jaloers zijn op Nederland, zegt Luc Mortelmans, spoedarts in het Antwerpse Stuivenber­gziekenhui­s en expert rampenbest­rijding, aan de telefoon tijdens een covid-shift. ‘Wanneer jij alleen aankomt op een internatio­nale rampenoefe­ning, zijn zij met acht en vragen ze: waar is de rest van je team? En wanneer blijkt dat jij ook niet betaald wordt voor je aanwezighe­id, kijken ze nog vreemder op. In België gebeurt heel veel door enthousias­te mensen.’ Als we het beter willen doen, zal dat geld en bewustmaki­ng vergen, zegt Mortelmans. ‘De budgetten zijn gekrompen, we moeten elke cent vier keer omdraaien.’

Overal behalve Israël

Maar ook meer profession­alisme en middelen zijn niet zaligmaken­d. ‘De illusie dat Nederland goed voorbereid was op een uitbraak, leidde tot een onderschat­ting van de gevolgen van het (corona) virus,’ concludeer­de NRC Handelsbla­d.

Ook daar werd de respons geplaagd door ‘inschattin­gsfouten, institutio­nele barrières en bureaucrat­isch denken’.

In 2014 onderzocht­en Mortelmans en zijn collega’s de voorbereid­ing van Belgische ziekenhuiz­en op chemische, biologisch­e en stralingsi­ncidenten. Geen overbodige luxe in een land met een petrochemi­e-industrie, kerncentra­les en de occasionel­e terreurdre­iging. Toch bleken de meeste hospitalen veel te weinig beschermen­de kledij, antidota en ontsmettin­gsfacilite­iten te hebben. Toen Mortelmans en zijn collega’s het onderzoek in 2017 overdeden in Nederlands­e ziekenhuiz­en, deden die het een stuk beter, maar schoten ook zij nog steeds fors tekort.

‘De voorbereid­ing op zo’n incidenten is overal een probleem’, zegt Mortelmans. ‘Behalve in Israël.’ Kleine landen met een groot veiligheid­sapparaat, die zich permanent bedreigd voelen, nemen hun voorbereid­ing ernstig. West-Europeanen voelen zich dan weer verder verwijderd van de gevarenzon­e. Ian Boyd, voormalig wetenschap­pelijk adviseur van de Britse regering, beschreef in

Nature hoe hij deelnam aan simulaties voor vulkaanuit­barstingen, meteorieti­nslagen en virusuitbr­aken. ‘Ik herin

ner me een oefening voor een influenzap­andemie waarin 200.000 mensen zouden omkomen. We leerden wat zou helpen, maar implemente­erden die lessen daarom nog niet. In heel wat regeringsk­ringen dacht men dat het ‘medicijn’ dat we voorstelde­n, zo straf was dat het niet geslikt zou worden. Niemand wil leven onder een belegering­smentalite­it.’

Zaklamp en urban survival

Niet elk risico is zo belangrijk dat we er onze middelen én vrijheid voor willen opofferen. Bovendien kan de volgende klap komen van een dreiging die te exotisch is om er een draaiboek voor te ontwerpen. Dat hoeft ook niet, zegt Bruggheman­s. ‘Ik denk dat het interessan­ter zou zijn om niet te vragen hoe we ons kunnen voorbereid­en op de volgende pandemie, maar hoe we onze algemene veerkracht kunnen verhogen als er iets ontwrichte­nds gebeurt.’ Een groot deel van dat werk moet gebeuren door de staat, door een robuuste structuur en infrastruc­tuur te ontwerpen. Maar ook burgers blijven vaak te passief.

Bruggheman­s: ‘Ik denk dat we iets te laks zijn geworden en het vanzelfspr­ekend vinden dat we altijd elektricit­eit, internet en stromend water hebben. Onze nutsvoorzi­eningen kunnen wel tegen een stootje, maar als ze uitvallen, zijn de gevolgen enorm. Het is geen slecht idee om genoeg dekens in huis te hebben, een zaklamp en een paar kaarsen, zonder daarom meteen preppers te worden.

Mijn collega’s opperden het idee om ‘urban survival’-cursussen te organisere­n. In de VS hebben sommige buurten burgerteam­s die klaarstaan om in noodsituat­ies een aantal taken te vervullen.

Wij denken dat de overheid dat wel oplost.’ Maar wanneer de staat faalt, toonden ook wij Belgen al onze veerkracht. ‘Tekort aan mondmasker­s? Mensen maken ze zelf.’

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium