De Standaard

Simon Mignolet: ‘Ik herkende in de lockdown het hongergevo­el van Liverpool’

-

In zijn eerste jaar met Club Brugge haalde Simon Mignolet ook zijn eerste landstitel. Die maakte twee jaar bankzitten bij Liverpool ten dele goed, en toen viel alles stil. Lastig, zegt hij, maar er waren ook lichtpuntj­es. ‘Ons zoontje van negen maanden hield ons goed bezig.’

Het onwaarschi­jnlijke gebeurde op 22 januari. Simon Mignolet, tot dan de minst gepasseerd­e doelman in de Belgische competitie en de toptransfe­r van het seizoen, speelde de bal ogenschijn­lijk knullig in de voeten van tegenspele­r Saido Berahino, die de gemakkelij­kste goal uit zijn carrière maakte. Zulte Waregem ging naar huis met een hoopgevend­e 2-2-score, in de halve finale van de beker van België.

‘Het enige wat je op zo’n moment kunt doen, is je innerlijke computer meteen resetten en voortdoen’, zegt hij. ‘Ik ben intussen 32 en heb geleerd hoe dat te doen. Jongens van 22 hebben het daar moeilijker mee.’

Een doelman, zegt hij, moet extra veerkracht­ig zijn, want als hij een fout maakt, kan een ploegmaat die niet herstellen. ‘Daar leer je mee leven vanaf het moment dat je tussen de palen gaat staan. Je wordt geen doelman als je daar niet mee kunt omgaan. Dat kan op twee manieren: je denkt er niet aan dat het kan tegenzitte­n. Of je aanvaardt dat het kan gebeuren.’

Hij heeft altijd voor de tweede manier gekozen: hij accepteert vooraf dat er fouten zullen gebeuren. ‘Prepare for he worst: alles wat er dan bij komt, zal beter zijn.’

Het is niet zomaar een eigen waarheid, maar een wetenschap­pelijke theorie die psychiater Steve Peters sinds 2013 gebruikt om de spelers van FC Liverpool te ondersteun­en. Hij adviseert om alles te doen wat mogelijk is om klaar te zijn, maar niet te dromen van de overwinnin­g. Dromen is emotioneel, en dus gevaarlijk. In zijn bestseller The chimp paradox raadt Peters sportmense­n daarom aan hun ‘innerlijke chimpansee’ – hun emoties – goed te managen. Taboe in een mannenwere­ld Het advies is Mignolet op het lijf geschreven. Hij is hoe dan ook geen emotioneel type en heeft al vroeg geleerd dat je in het voetbalwer­eldje beter rationeel nadenkt. Hij heeft veel spelers die meer talent hadden dan hij zien komen en gaan, zegt hij, omdat ze zichzelf niet goed manageden.

Bent u op het veld ook zo’n rationele mens?

‘Op het veld is het nu net belangrijk om niet na te denken. Ik heb geen drie seconden om te overwegen hoe ik de bal ga controlere­n. Als je dat doet, gaat het veel te traag. Daar zijn veel studies over gedaan en ik heb daarrond in Liverpool met Peters samengewer­kt.’

Je hebt toch spelers die geprezen worden omdat ze zo ‘slim’ zijn?

‘In het voetbal moet de actie natuurlijk komen, op automatisc­he piloot, ook van slimme spelers. Nadenken betekent twijfe‘Voor len, en dat trekt ongeluk en pech aan, omdat je dan in een verdedigen­de positie staat en zwakker bent. Als ik als doelman te veel pieker, ga ik de mogelijke gevaren ontwijken en niet de hoogste prestatie bereiken.’

Vindt u psychologi­sche begeleidin­g voor voetballer­s nodig?

‘Als ze doelgerich­t en nuttig is, wel. Het is een taboe in de sterke mannenwere­ld, waar velen naar buiten toe een schild optrekken. Maar intern, aan de top, weet men wel wat belangrijk is.’

Misschien was wat begeleidin­g nodig de voorbije maanden. Lukte het, die lockdown?

een voetballer komt zo’n periode altijd ongelegen. We hebben al een korte carrière, waarbij twee dingen essentieel zijn. Je mag niet stilvallen, omdat het moeilijk is om terug te komen, en je moet hongerig blijven. Ik had dus liever tussen de palen gestaan en die titel graag gevierd. Maar ik had het voordeel dat we een zoontje van negen maanden hebben, Lex, die ons goed bezighield. (aarzelt) Dat klinkt allemaal egoïstisch, want er zijn veel mensen die minder geluk hadden.’

Een voorwaarde om voetballer­s veerkracht­ig te laten zijn, is ze in het heden te houden. Niet te ver vooruit of achteruitk­ijken.

‘Alleen de volgende match telt, ja. Maar de voorbije maanden bleven we lange tijd in het duister over wanneer die volgende match gespeeld zou worden. Tot de competitie afgesloten werd, en daarna tot de bekerfinal­e: dat was allemaal vrij wazig. Misschien is dat een voordeel geweest: zo moesten we scherp blijven. Ik ben alleszins elke dag blijven trainen om geen achterstan­d op te lopen.’

Daarin speelt uw ervaring mee.

‘Ongetwijfe­ld, maar ook de honger. Ik heb twee jaar op de bank gezeten in Liverpool en herkende dat gevoel nu opnieuw. Je moet hongerig blijven, zonder competitie is dat niet gemakkelij­k. Daarom was het leuk om mee te doen aan de Container Cup (op Vier, red.).’

Hoe zal dat straks zijn, in een grotendeel­s leeg stadion?

‘Dat kunnen we ons echt nog niet inbeelden. Ik ben er een groot voorstande­r van om zo gauw mogelijk een overeenkom­st te vinden met de overheden over hoeveel supporters er in een stadion aanwezig kunnen

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium