Plagiaatrel Walter Van Beirendonck krijgt koloniale twist
Louis Vuitton-modeontwerper Virgil Abloh verwerpt de plagiaatbeschuldigingen van de Belg Walter Van Beirendonck, en trekt de discussie in een breder debat over culturele toe-eigening en kolonialisme.
4, opinie 3435
Sinds hij in 2013 Off-White lanceerde en vijf jaar later werd binnengehaald bij het Franse modehuis Louis Vuitton, wordt de Amerikaan Virgil Abloh tot de belangrijkste modeontwerpers van het moment gerekend. De belangrijkste, niet de beste. Voor de modepers is het immers al langer duidelijk dat Abloh weinig vernieuwing brengt, maar wel de kunst bezit om andermans ideeën te recycleren en herwerken tot stukken waarvoor de consument veel geld wil neertellen.
Maar toen de Belgische modeontwerper Walter Van Beirendonck verdacht veel van zijn eigen werk terugzag in de laatste collectie van Abloh, zoals de jassen met opgenaaide mascottes en de driedimensionale poppen, was hij niet gecharmeerd, maar kwaad (DS 14 augustus). Volgens Van Beirendonck gaat het veel verder dan kopiëren, en neemt Abloh, die bakken geld verdient bij Louis Vuitton, zonder blikken of blozen de eigenzinnige vormentaal over die hij doorheen de jaren opbouwde.
Waar Abloh eerdere plagiaatbeschuldigingen nog liet overwaaien, wil hij nu wel duidelijk stellen dat de beweringen van Van Beirendonck niet op hun plaats zouden zijn. ‘Zijn werk valt niet binnen mijn referentiekader. Ik ben bekend met zijn naam, maar niet met elk apart silhouet van zijn collecties’, benadrukt Abloh in een Q&A die woensdag werd bezorgd aan de pers naar aanleiding van een defilé in Tokio. Zijn inspiratie haalt hij bovenal uit de subculturen waarmee hij is opgegroeid, en uit ‘mijn culturele erfenis als een tweede generatie Afro-Amerikaan’.
Abloh kaatst ook de bal terug naar Van Beirendonck. ‘Wie bezit mijn afkomst?’, ‘Wat zijn de overblijvende effecten van kolonialisme?’, staat onder meer te lezen in de shownotities van Abloh, die als zoon van Ghanese inwijkelingen wel vaker put uit de Afrikaanse cultuur, die volgens hem ook nu het uitzicht van zijn collectie heeft bepaald.
Met een cartoon van Picasso die in 1907 een tentoonstelling met Afrikaanse kunst bezoekt, naar buiten komt met het idee voor kubisme en als genie wordt bestempeld, wil Abloh benadrukken dat die Afrikaanse cultuur al veel langer inspireert, ook westerlingen. ‘Herkomst is de realiteit, eigendom is een mythe. Net zoals we onze inspiratie niet kunnen controleren, kunnen we ook cultureel erfgoed niet territoriaal afbakenen’, besluit de ontwerper, die zo Van Beirendonck subtiel beschuldigt van culturele toe-eigening, het overnemen en gebruiken van elementen uit een cultuur die niet de jouwe is.
Black Lives Matter
En daarin staat hij blijkbaar niet alleen. Ruba Abu-Nimah, die als creatief directeur onder meer werkte voor het magazine Elle en de beautymerken Shiseido en Bobbi Brown, verwoordt het nog iets scherper in een opiniestuk . ‘Ik ken weinig ontwerpers die meer gesto- len hebben dan Van Beirendonck. En de manier waarop hij diefstal pleegt, is des te flagranter, omdat ze getuigt van racisme en kolonialisme. Zijn hele carrière is gebaseerd op culturele toe-eigening en een koloniale blik’, schrijft ze.
‘Een witte man die er een zwarte man van beschuldigt zich een stuk zwarte cultuur toe te eigenen dat die witte man voordien al gestolen had, het is lachwekkend mocht het niet zo tragisch zijn’, meent AbuNimah, die ook niet nalaat om parallellen te trekken met de koloniale geschiedenis van België en het ook hier opgeflakkerde debat naar aanleiding van Black Lives Matter.
Van Beirendonck heeft in een
‘Een witte man die er een zwarte man van beschuldigt zich een stuk zwarte cultuur toe te eigenen dat die witte man voordien al gestolen had, het is lachwekkend mocht het niet zo tragisch zijn'
Ruba AbuNimah Creatief directeur
carrière van bijna vier decennia, regelmatig verre culturen aangeboord. Zijn silhouetten zitten vol verwijzingen naar etnische en tribale kunst: tatoeages van de Maori uit Nieuw-Zeeland, leeuwenmanen van de Masai uit Oost-Afrika, kachinapoppen van de Pueblo-indianen uit Noord-Amerika, DukDukmaskers van de Tolai uit Papoea-Nieuw-Guinea. Zelden is hij tot daar gereisd, maar hij is zeer open over zijn belangstelling voor tribale kunst en zijn inspiratiebronnen. Ze komen in publicaties over zijn werk uitgebreid aan bod. Wij vroegen Walter Van Beirendonck naar een reactie op de kritiek, maar hadden die voor publicatie nog niet ontvangen.