‘De tijd van het naïeve Europa is voorbij’
De wedloop naar de cruciale grondstoffen voor de energietransitie is begonnen. De Europese Unie smeedt plannen die haar meer zelfvoorzienend moeten maken. Er is nog toekomst voor de Europese mijnbouwindustrie.
De Europese Commissie, onder leiding van Ursula von der Leyen, heeft twee grote ambities. In de eerste plaats wil ze dat Europa vooroploopt in de strijd tegen de klimaatverandering, maar de EU moet ook kunnen meespelen met de grote jongens op het geopolitieke strategobord.
Om het eerste doel te bereiken heeft Frans Timmermans de Green Deal opgetuigd. Die moet de Europese economie in snel tempo vergroenen. Timmermans’ plannen worden op alle banken toegejuicht als visionair, maar ze gaan gepaard met enorme uitdagingen. Europa wordt dan wel minder afhankelijk van olie en gas, maar de vraag naar andere, cruciale grondstoffen zal alleen maar toenemen.
Vooral de exponentiële groei van elektrische auto’s en oplaadbare batterijen maakt dat Europa over tien jaar al 18 keer meer lithium nodig heeft dan vandaag. In 2050 ligt de vraag 60 keer hoger. Ook de behoefte aan kobalt zal alleen maar groter worden.
Eigenlijk moet de wedloop op de grondstoffen die essentieel zijn in de energietransitie nog beginnen, want niet alleen Europa is hongerig. In een recent rapport berekende de Wereldbank dat in 2050 de vraag naar metalen die een cruciale rol spelen bij hernieuwbare energie, 1.000 procent hoger ligt. ‘Op die gigantische uitdaging moet Europa voorbereid zijn’, zegt Maros Sefcovic, vicevoorzitter van de Commissie en verantwoordelijk voor de grote toekomstprojecten.
Samen met Thierry Breton, verantwoordelijk voor de interne markt, legde hij gisteren een tienstappenplan op tafel waarmee Europa twee vliegen in één klap wil slaan: ervoor zorgen dat de aanvoer van die grondstoffen verzekerd is. Maar nog belangrijker: Europa moet veel minder afhankelijk worden van bepaalde landen, vaak met problematische regimes.
Breton: ‘We krijgen nu vaak kritiek dat we voor onze fossiele brandstoffen te veel afhankelijk zijn van andere landen. We mogen voor deze cruciale grondstoffen niet dezelfde fout maken. Dat heeft de coronacrisis extra duidelijk gemaakt. De tijd van het naïeve Europa dat altijd op andere landen moet leunen, is voorbij.’
Essentiële metalen
Sinds 2011 heeft Europa een lijst van cruciale grondstoffen. Daar worden nu vier metalen aan toegevoegd die essentieel zijn voor de energietransitie: lithium, bauxiet, titanium en strontium. Door ze op de lijst te zetten, krijgen ze de komende jaren extra aandacht.
Bedoeling is dat Europa strategieën ontwikkelt om voor deze metalen minder afhankelijk te worden van derde landen. Vooral China komt dan in het vizier. Peking domineert de markt van de materialen die belangrijk zijn voor de batterijindustrie. Zelfs als de metalen er niet of nauwelijks gedolven worden – zoals kobalt – worden ze er wel vaak verwerkt.
Daar wil de EU verandering in brengen. Ze richt daarvoor een Alli
antie voor Grondstoffen op waarin alle belanghebbende partijen zitten: bedrijven, lidstaten, maar ook vakbonden en ngo’s. Sefcovic: ‘We spiegelen ons aan de Europese Batterij Alliantie die in 2017 boven de doopvont werd gehouden en die goed werk levert. Door gerichte investeringen worden we voor lithium veel minder afhankelijk van invoer. In 2025 zal 80 procent van het lithium dat we nodig hebben in de Europese batterijproductie, hier gedolven worden.’
Ander soort mijnbouw
Dat betekent dat er nog toekomst is voor de Europese mijnbouwindustrie. Nu wordt lithium vooral ontgonnen in Zuid-Amerika, Australië en China. Zij hebben 88 procent van de wereldproductie in handen. Maar ook in verschillende Europese lidstaten – Spanje, Portugal, Oostenrijk, Polen, Zweden en Finland – zit behoorlijk veel lithium in de grond. De Commissie wil deze landen helpen bij de prospectie en de ontginning.
Sefkovic, afkomstig uit Slovakije, hoopt dat deze mijnbouwprojecten vooral de regio’s helpen waar nu nog steenkool gedolven wordt. ‘Toch zal het een heel ander soort mijnbouw zijn’, zegt Karl Vrancken, onderzoeksleider duurzame materialen bij het Vlaamse onderzoeksinstituut Vito. ‘Er zal ingezet worden op digitale technologieën. Mijnwerkers zullen er nauwelijks nog aan te pas komen.’
Bovendien worden nieuwe mijnprojecten ook niet overal op gejuich onthaald door de plaatselijke bevolking. Zij vrezen milieuoverlast. ‘We mogen ook niet denken dat we helemaal onafhankelijk kunnen worden van derde landen’, zegt Breton. ‘Ik blijf een groot voorstander van de vrije markt. Maar Europa moet er wel over waken dat de toevoerlijnen meer gediversifieerd worden.’
Sommige grondstoffen zijn gewoon niet aanwezig in Europa. Voor die materialen zoekt Europa nieuwe strategische partners, zoals Canada. Breton: ‘En we moeten maken dat de productie elders op een meer duurzame manier gebeurt.’
Circulaire economie
Daarom wordt in het actieplan ook aandacht besteed aan recyclage. De circulaire economie moet versterkt worden, klinkt het. ‘Voor Vlaanderen is dat belangrijk’, zegt Vrancken. ‘Met Umicore hebben we de Europese koploper in het recycleren van edelmetalen, koper en lood.’
Maar recyclage alleen is niet genoeg, vindt Vrancken. ‘Europa moet zijn groeimodel durven bekijken. Deze plannen focussen vooral op industriële ontwikkeling. Er wordt weinig gesproken over minder consumeren. Als we gewoon overstappen op elektrische wagens en onze vraag naar mobiliteit niet laten dalen, dan worden de klimaatdoelen niet gehaald en blijft de honger naar grondstoffen toenemen.’
‘In 2025 zal 80 procent van het lithium dat we nodig hebben, hier gedolven worden’
Maros Sefcovic Vicevoorzitter Europese Commissie