Is een wesp die ver van het nest verzeild raakt ten dode opgeschreven?
‘Deze week vervoerde ik per ongeluk een wesp in mijn auto’, mailt Lene Vos. ‘Ik nam haar mee van Berchem naar Tongeren. Wat betekent dat voor die wesp? Moet ze nu helemaal terug naar Berchem? Kan ze zich aansluiten bij een ander wespennest in Tongeren? Of was dat haar einde?’
Grote avonturiers zijn wespen niet. Een kilometer of twee van het nest, dat is zowat de maximale afstand die de dappersten afleggen, vertelt Hans Van Dyck, hoogleraar gedragsecologie en entomoloog aan de UC Louvain. Hij ziet het somber in voor de verstekeling. Aan het vliegvermogen van de wesp zal het niet liggen. Het komt uiteindelijk vooral aan op navigatie.
Als een wesp net volwassen is, vliegt ze rondjes om haar nest en de omgeving in haar op te nemen. Het dier prent belangrijke herkenningspunten in, zoals grote geïsoleerde bomen. ‘Onderzoekers hebben dit bestudeerd door middel van rugplaatjes op wespen’, vertelt Van Dyck. ‘Ze laten de dieren een eindje van het nest los en kijken wat voor routes ze vliegen. Een afstand tot enkele honderden meters vormt geen enkel probleem.’
Wordt de afstand groter, en herkennen ze de omgeving niet meer, dan moeten ze een andere tactiek hanteren. ‘Een wesp vliegt dan een poos in een bepaalde richting op zoek naar herkenningspunten. Vindt het insect niets, dan keert het terug naar het punt van vertrek om een andere richting uit te kammen. Van sommige soorten is vastgesteld dat ze op deze manier hun weg terug konden vinden tot 2 kilometer afstand.’
In de regel leggen de dieren dus vooral kortere vluchten op bekend terrein af. De koningin vormt een uitzondering. ‘Van koninginnen die het nest verlaten om elders nieuwe kolonies te starten, weten we dat ze wel eens tot 50 kilometer verderop gaan zitten. Maar dat is eigenlijk een ander verhaal. De koningin keert niet meer terug.’
De kans is groot dat de wesp die een lift kreeg van mevrouw Vos geen koningin, maar een werkster was. Van Berchem naar Tongeren is ruim 100 kilometer. Van Dyck ziet niet in hoe ze haar weg terug kan vinden. ‘Dat is echt van een andere orde grootte dan die 1 tot 2 kilometer.’
De bioloog houdt wel een kleine slag om de arm. ‘We weten nog niet alles over de navigatie. Enkele jaren geleden werd aangetoond dat wespen gevoelig zijn voor het magnetische veld en, net als tal van andere dieren (waaronder mieren en bijen), er mogelijk gebruik van kunnen maken om zich te oriënteren en te navigeren.’
Volgens de entomoloog kan de verdwaalde wesp zich niet ongemerkt bij een nieuwe kolonie voegen. ‘Wespen herkennen koloniegenoten – ze kunnen zelfs individuele gezichten herkennen, net als wij – en ze zijn agressief tegen wespen van buiten. Op clementie moet de verdwaalde wesp niet rekenen.’