‘Pas als je de claxons hoort, voel je of het klikte’ RECENSIE
Koen De Graeve en Tom Vermeir geven de theaterhit ‘Locke’ een tweede leven als driveinvoorstelling.
Wanneer een autorit naar het theater langs vuilnisbelten voert, weet een mens dat er iets speciaals staat te gebeuren. Het Gentse haventerrein waar Koen De Graeve en Tom Vermeir in september Locke spelen, is een desolaat maar fascinerend decor. Aan de zijkanten roteren windmolens, op de grond zijn parkeerplekken afgelijnd, alleen het grote scherm en de in containers verscholen band verraden een voorstelling. ‘Dit is geen amfitheater’, grappen twee toeschouwers tegen elkaar.
Drive-intheater in coronatijden is al bij aanvang een belevenis. Aan de inkom van het terrein wacht een autofile tot elke passagier zijn hoofdtelefoon heeft gekregen. Daarna krijgen de wagens hun vak toegewezen, en de vijftig moedige fietsers en voetgangers een stoeltje vooraan. Een foyer is er niet, maar velen hebben hun eigen wijnfles of picknickmand meegebracht en ook Compagnie Cecilia verkoopt snackzakken met pilsjes en tapas. ‘Kan iedereen mij goed verstaan? Knipper even met de lichten’, vraagt Koen De Graeve zodra iedereen geparkeerd staat. Daarna zijn de blauwe lichtjes van de hoofdtelefoons het enige in dit wagenpark wat herinnert aan een menselijke aanwezigheid.
Gouden match
Avontuurlijk is het allemaal wel, maar pas als je het verhaal van Locke kent, besef je waarom deze vorm als gegoten past. Het theaterstuk gaat terug op de gelijknamige roadmovie van Steven Knight uit 2013. Daarin kijk je non-stop naar Ivan Locke (Tom Hardy), die via telefoontjes tijdens een dolle autorit de wereld om hem heen voor instorten probeert te behoeden. Terwijl een eenmalige verovering in het ziekenhuis aan het bevallen is van zijn buitenechtelijk kind, moet hij zijn vrouw van die misstap inlichten én een betonstort voor miljarden euro’s in goede banen leiden. Alles in één auto.
Ook in de theaterbewerking van regisseur Yahya Terryn, die in december in première ging, ontsnap je geen moment uit die claustrofobische setting. Elke avond tossen Koen De Graeve en Tom Vermeir om wie de hoofdrol en wie de elf bijrollen voor zijn rekening neemt. Als kijker zie je op het projectiescherm alleen Ivan Locke (in dit geval Vermeir), die je louter met stem en mimiek moet meenemen in zijn beklemmende wereld achter het autostuur. De Graeve – meestal onzichtbaar – biedt hem via de telefoon tegenwerk in allerlei karikaturale accentjes.
In de eerste plaats is Locke dus een luisterspel, gedragen door enkel stemmen en de bloedstollende soundtrack van een vierkoppige band, met daarin ook The Van Jets-frontman Johannes Verschaeve. Net daarom is de voorstelling goed bestand tegen de visuele beperking van deze drive-informule, waarbij je over de auto’s heen slechts gedeeltelijk het scherm ziet. Com