Nigel Williams keert terug naar waar het begon
Hij had zich voorgenomen RECENSIE COMEDY niets meer ernstig te nemen, maar Nigel Williams blijft wie hij is: een kritische burger die z’n gedacht zegt.
In zijn laatste show voor corona maakte Nigel Williams nog een grap over Japanse toeristen met een mondkapje. Bij zijn terugkeer op het podium afgelopen weekend wees hij een man en een vrouw op de eerste rij terecht omdat ze geen masker droegen. Wie verwachtte dat de comedian zou spotten met de coronamaatregelen, kwam bedrogen uit.
En toch zat hij met zijn neus op de actualiteit. Black Lives Matter, politiegeweld, de war on drugs, de politiek, Hitlergroeten in Charleroi en De ideale wereld: ondanks de pandemie is er het voorbije halfjaar toch weer genoeg gebeurd om Williams uit zijn kot te lokken. Ook al beweert hij niks meer ernstig te nemen, hoe zou hij als volbloed standupcomedian zijn mond kunnen houden over Conner Rousseau, Els Ampe of Dries Van Langenhove? Zeker sinds hij in een boek heeft gelezen hoe de nazi’s aan de macht kwamen omdat de mensen niet meer geïnteresseerd waren in de politiek. Die parallel wil Williams als kritische, geëngageerde burger niet onbenoemd laten. Hij doet dat in zijn typische rauwe, grotendeels geïmproviseerde stijl, hoewel hij zaterdag wel een paar steekkaarten bij had met thema’s, en een handvol gemakkelijke oneliners om de lach op te krikken.
Met deze show keert de comedian terug naar de plaats waar hij in 1998 zijn theaterdebuut maakte, in het gezelschap van onder anderen Bert Kruismans en Raf Coppens. Het Fakkeltheater, tot vreugde van Williams nog altijd een onafhankelijke, niet gesubsidieerde organisatie, stelt de drie zaaltjes tot eind september gratis ter beschikking van professionele artiesten, onder het motto ‘Een hart voor theatermakers in hartje Antwerpen’. In de Zwarte Zaal zaten zaterdag 90 mensen (redelijk dicht) bij elkaar, ongeveer twee derde van de capaciteit, die allemaal 15 euro hadden betaald. Rijk zul je er niet van worden, maar de meeste comedians zouden er meteen voor tekenen.
Wie verwacht had dat de comedian met de coronamaatregelen zou spotten, kwam bedrogen uit
Als voorprogramma liet Williams zijn Brusselse collega Géry La Boule opdraven, een sympathieke maar redelijk onbehouwen figuur met een hanenkam die op een blauwe maandag nog filosofie heeft gestudeerd. Descartes inspireerde hem tot de beste grap die ik ooit hoorde over de Antwerpenaars, ook al werd ze in plat Brussels verteld. Net als zijn beschermheer bracht deze man ons terug naar de essentie van stand-upcomedy: iemand met een microfoon die ‘zijn gedacht’ zegt, liefst grappig, over de wereld rond hem. Klinkt het niet, dan botst het maar.