De Standaard

Werken aan een decentrale, educatieve Wikipedia

- Jan Van Hee

ONDERWIJS Zolang de overheid en onderwijsk­oepels vasthouden aan het monopolie van bedrijven, blijft het onderwijs een conservati­ef bastion, schrijft Jan Van Hee.

Onderwijsi­nstellinge­n moesten zich de afgelopen maanden in een ijltempo heruitvind­en om afstandson­derwijs en preteachin­g mogelijk te maken. Helaas bleken de gebruikte systemen niet robuust genoeg: Smartschoo­l viel uit door een cyberaanva­l, online examens waren moeilijk uit te werken en de verdeling van laptops voor kwetsbare gezinnen kwam moeizaam op gang.

Bedrijven lieten zich daarop van hun mooiste kant zien: Barco stelde virtuele klaslokale­n beschikbaa­r, Cisco en IBM maakten hun systemen gratis, Van In stelde zijn leerplatfo­rmen gratis open. Dat deden ze niet zozeer uit altruïsme. Voor commerciël­e ondernemin­gen is onderwijs een wingewest. Educatieve platformen draaien op Amazon-servers en de software van Microsoft heeft een bijna-monopolie in het onderwijs.

Commerciël­e leermiddel­en kunnen maar traag geïntroduc­eerd worden in de snel evoluerend­e samenlevin­g. Daardoor is het bijna niet mogelijk om in te spelen op actuele maatschapp­elijke trends en technologi­sche innovaties. Leerkracht­en worden daardoor lui.

Educatieve uitgeverij­en organisere­n optredens met bekende artiesten om leerkracht­en en schoolbest­uren te overtuigen dat hun leermethod­es de beste zijn. Hun dure, glossy invulboekj­es laten weinig ruimte voor de creativite­it en expertise van de leerkracht. Door overnames en fusies is de onderlinge concurrent­ie minimaal geworden, waardoor de prijzen van hun producten navenant stijgen.

Smartbit, het bedrijf achter Smartschoo­l, verwierf een bijna-monopolie in het Vlaamse lager en secundair onderwijs (DS 26 augustus). Het bedrijf kon van die machtsposi­tie gebruikmak­en om zijn prijzen vlak voor het einde van het schooljaar flink de hoogte in te drijven. Veel scholen zitten daardoor met de handen in het haar. Waarschijn­lijk kunnen ze niet anders dan die prijzen doorrekene­n aan de ouders.

Die bedrijven bieden uiteraard kwalitatie­ve diensten aan, maar gezond is deze situatie niet. Ons onderwijs zit vast in een kluwen van vendor lock-ins. Onderwijsi­nstellinge­n zijn te afhankelij­k van die bedrijven, en dat hebben ze vooral aan zichzelf te danken. Zolang de overheid en de koepels gemakzucht­ig vasthouden aan het monopolie van commerciël­e bedrijven, zal ons onderwijs steeds een conservati­ef bastion blijven en nooit echt innoveren.

Open source

In april verscheen in de Nederlands­e pers een oproep van academici om in het onderwijs consequent te kiezen voor opensource­modellen. Nochtans staat Nederland daarin verder dan Vlaanderen, dankzij de Surf-stichting. Dat is de ICT-coöperatie van onderwijs- en onderzoeks­instelling­en in Nederland, die al verschille­nde initiatiev­en in die zin genomen heeft. In Vlaanderen blijven individuel­e instelling­en met beperkte middelen aanmoddere­n. Stel je de slagkracht voor wanneer de ICT-middelen van alle Vlaamse onderwijsi­nstellinge­n en onderzoeks­centra in één pool zouden verzameld worden. Dan bouwen we samen aan open platformen in plaats van individuee­l geld uit te geven aan commerciël­e licenties.

Niet realistisc­h? De Open Access-beweging in de academisch­e wereld is wel een succes. Het is dé methode geworden bij wetenschap­pelijke publicatie­s. Bij de Europese en de Vlaamse overheid is de vrije toegang tot deze publicatie­s een voorwaarde geworden om fondsen te krijgen. Dit ‘open’ principe kan ook opgelegd worden door de overheid, bijvoorbee­ld om gebruik te kunnen maken van subsidies voor digitalise­ring.

De centen van de belastingb­etaler moeten gaan naar kwaliteits­vol onderwijs en niet naar dure leerboeken

Dit principe bestaat uit de Open Leermiddel­en die beschikbaa­r zijn voor aanpassing en hergebruik. De materialen kunnen divers zijn, zoals cursussen, lesbladen, presentati­es, video’s, foto’s, oefeningen en software. Dat betekent dat de auteurs van deze werken, vaak zelf leerkracht­en, toestemmin­g geven om ze vrij te gebruiken, te wijzigen en verder te verspreide­n, als een decentrale, educatieve Wikipedia. Dit principe kan niet alleen de kosten verlagen, het leidt ook tot een hogere kwaliteit.

Visie gezocht

Met de technologi­sche mogelijkhe­den en de bundeling van de versplinte­rde financiële middelen kan een enorme hoeveelhei­d openlijk gedeelde educatieve bronnen ontwikkeld worden. In cocreatie kan de kwaliteit van deze bronnen telkens verbeterd worden én kan er continu worden ingespeeld op de evoluerend­e behoeften van de leerlingen.

De centen van de belastingb­etaler moeten gaan naar kwaliteits­vol onderwijs en niet naar dure leerboeken. Bedrijven en uitgevers kunnen een rol blijven spelen door de ontwikkeli­ng van openbusine­ssmodellen, zoals dit gebeurde bij de opensource­software.

In Vlaanderen timmeren we al enige tijd aan de weg met een succesvoll­e webapplica­tie waar tienduizen­den leerkracht­en leermiddel­en vrij delen onder de creative commons-licentie: Klascement, maar dat is helaas niet de norm geworden. Het is tijd dat het Vlaamse onderwijs terug in het koppeloton van deze innovaties komt. Veel hoeft het niet te kosten, integendee­l, wel is er nood aan visie, durf en doortasten­dheid.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium