Allergie
Van katten gaan mijn ogen tranen. Van huisstofmijt ga ik piepend ademen. Toen ik ooit mijn halve maandbudget aan een dure kasjmieren trui uitgaf, belandde ik bij de dokter met een gloeiend hete, gezwollen huid. Onschuldige muggenbeten veroorzaken bij mij grote pijnlijk bulten. Van mannen die heel vaak ‘de vrouwtjes’ zeggen, krijg ik spontaan jeuk, hoewel dokters me verzekeren dat dat geen echte allergie is.
De meeste van mijn allergieën zijn hooguit vervelend. Ik ben sowieso meer een hondenmens, vind parket mooier dan tapijt en kies intussen budgetvriendelijkere kleding. En er zijn manieren om muggen en al te gladde mannen op afstand te houden.
Ik heb eigenlijk maar één allergie die gevaarlijk is. Ik zwel op als een ballon als een wesp me steekt. Een steek in mijn nek kan bijvoorbeeld heel fout aflopen als ik niet snel een spuitje adrenaline krijg. Ik kan hen niet uitstaan. Onlangs bleek uit onderzoek dat dat gevoel wederzijds is. Als een wesp je niet leuk vindt, laat ie wat feromonen op je achter die ervoor zorgen dat andere wespen er hetzelfde over denken. Aangezien die rotbeesten me altijd samen lastigvallen, denk ik dat me dat vaak overkwam.
Nog een reden om wespen te haten: niet alleen kunnen ze me het ziekenhuis in prikken, het blijken ook gemene roddeltantes die in groep pesten. En wat de dokters ook beweren: mijn allergie voor pestkoppen is zeker echt.