Trekt samen met Kuifje Pyreneeën over
Met een rugzak van 49 kilo begon Louis-Philippe Loncke aan zijn tocht door de bergen. Moe en mager kwam hij aan. ‘Dat nooit meer.’
In zijn dooie eentje en zonder een keer bevoorraad te worden, trok de Moeskroense Brusselaar Louis-Philippe Loncke (43) te voet dwars over de Pyreneeën. ‘Ik droeg al mijn voedsel mee in mijn rugzak. Bij de start woog die 49 kilogram.’ De tocht begon op 26 juli in Hendaye (aan de Atlantische Oceaan) en eindigde op 6 september in Banyuls (aan de Middellandse Zee). In de 43 dagen daartussen legde Loncke ongeveer 700 kilometer af. Hij volgde de Haute Randonnée Pyrénéenne (HRP) die Frankrijk, Andorra en Spanje aandoet.
In zijn bagage staken verder nog twee onderbroeken, twee T-shirts en een paar reserveschoenen. ’s Nachts sliep Loncke in zijn tentje, nooit in een hut. ‘Dat was deel van de uitdaging.’ Hij bracht geregeld verslag uit op Facebook en filmde het hele avontuur. Een Kuifje-figuurtje ging geregeld mee op de foto – in afspraak met de erven Hergé. ‘Ooit maak ik daar een tentoonstelling over.’
De ravijn in
Op dag één liep het al bijna verkeerd af. ‘Ik was een steil stuk aan het beklimmen toen ik door de zware rugzak uitgleed en in een vijf meter diepe ravijn naar beneden viel. Gelukkig braken planten mijn val. Ik kwam er met een verstuikte enkel van af. Dank zij mijn stevige schoenen kon ik de pijn verbijten en doorstappen. Ik moest en zou het bergmeer bereiken om mijn water te kunnen aanvullen.’
Een dag stappen duurde tussen de vijf en de dertien uur. ‘Vooral bergaf was het lastig. Met die last op je rug moet je de hele tijd geconcentreerd blijven. Je kunt je geen misstap permitteren. Eén keer ben ik naar beneden getuimeld. Het was een shock, maar dankzij een grastapijt zonder veel erg.’ Loncke verteerde 40.000 hoogtemeters en stond op de top van de Pico de Aneto, met 3.404 de hoogste berg van de Pyreneeën. ‘Samen met nog vijftig klimmers.’
Behalve ontmoetingen met andere stappers en bergdieren zal hij zich vooral het extreme weer herinneren. Dat ging van een hittegolf met 40 graden over dagen van onweer met hagel tot vriestemperaturen. ‘Op een ochtend stond er een ijslaagje op de binnenkant van de tent.
Op de 31ste augustus was er sneeuw gevallen. Ik zag zelfs een skispoor.’
Vanuit de eindbestemming Banyuls ging het via een lange autorit met autostop en een Thalys-trein huiswaarts. ‘In de auto zitten deed pijn. Ik heb geen poep meer. Meer dan elf kilogram ben ik afgevallen. Veel meer zou ongezond geweest zijn.’ Als we hem aan de telefoon krijgen, is hij aan zijn derde maaltijd van de dag toe. Gewoon eten doet deugd na weken overleven op haver- en chocoladerepen.
Loncke is niet aan zijn proefstuk. Hij heeft er nog zestien andere expedities op zitten in Australië, Bolivië, de VS, IJsland en Polen. Of het nu ging om bergen, woestijnen of zoutvlakten, de klus klaren zonder hulp was altijd zijn handelsmerk. Hij hield er de bijnaam ‘mad Belgian’ aan over. In 2012 droeg hij de Olympische vlam op de Spelen van Londen.
Zwakke beenspieren
Om voor de Pyreneeën te trainen, liep hij 135 keer de bekende trappen van de Montagne de Bueren in Luik op en af. ‘Dat komt overeen met de Everest beklimmen. En zeggen dat ik zwakke beenspieren heb. Ik kan niet zonder serieuze voorbereiding in de fitnesszaal.’
Hij broedt op nog exploten, maar het was zijn laatste expeditie met zo’n zware rugzak. ‘Dat vergt veel van een lichaam. Ik wil niet vroegtijdig in een rolstoel belanden.’
De Belgische Klim- en Sportfederatie liet aan het persagentschap Belga weten dat er geen lijsten worden bijgehouden van dergelijke prestaties. ‘Maar als het klopt, is het een uitzonderlijke prestatie om zonder bevoorrading vijf tot zes weken te wandelen in de Pyreneeën.’
Loncke is ingenieur en zelfstandig IT-consultant, gespecialiseerd in gegevensbescherming. ‘Ik ga nu op zoek naar werk. Maar eerst fatsoenlijk scheren en wat bijslapen.’