‘De klassenstrijd draait nu om etnische achtergrond’
Met tv-shows als en maakte Armando Iannucci naam met politieke satire. Nu heeft de zoon van Italianen zich gewaagd aan Charles Dickens met een verfilming van
Wat heet Britse humor en waar komt die vandaan? Een van dé meesterbreinen erachter is Armando Iannucci, de Schotse zoon van een pizzabakker uit Napels en een moeder uit een Italiaanse familie in Glasgow. Hij schonk de acteur Steve Coogan het komische personage Alan Partridge en zette een nieuwe standaard voor politieke satire op tv met The thick of it, dat hem vervolgens inspireerde tot een Amerikaanse versie, Veep. Enkele jaren later herschiep hij het Kremlin in Londen voor de film The death of Stalin.
Het is dan ook verrassend dat net deze man aan de slag ging met de oer-Britse schrijver Charles Dickens en diens David Copperfield. ‘Integendeel! Niemand had meer invloed op mij dan Dickens’, vertelt Iannucci in stijf Engels aan telefoon vanuit zijn tuin net buiten Londen. ‘Het heeft me altijd verbaasd dat mensen hem donker, langdradig en ouderwets vonden, terwijl veel van zijn werk heel grappig en hedendaags is. Ik heb hem altijd gelezen als onze eerste publieke komiek, een soort voorloper op iemand als Chaplin. Toen ik David Copperfield tien jaar geleden herlas, schrok ik hoe hedendaags de thema’s erin zijn, zoals de zoektocht naar identiteit en status en alle angsten en paranoia daarrond.’ ‘Ons Britse parlement ziet er in elk geval nog 19de-eeuws uit. De coronacrisis heeft ook nog eens duidelijk gemaakt dat de mensen met macht vooral proberen te klinken alsof ze weten wat ze doen, eerder dan dat ze echt de juiste eigenschappen hebben voor de job. Het klassenverschil is in het VK ook nog altijd heel sterk. Alleen al het accent waarmee je spreekt, verleent je meer kansen en macht dan anderen. Dat is waar dit verhaal in grote mate over gaat. Hoor ik erbij of niet? Word ik geaccepteerd of gemarginaliseerd? Copperfield twijfelt heel erg aan zichzelf, maar krijgt ook te maken met al te echte discriminatie.’ ‘De klassenstrijd van de 19de eeuw is overgegaan in een strijd om etnische achtergrond. Ik ben van een familie van Italiaanse immigranten, hij is van een familie van Indiase immigranten. Allebei zijn we opgegroeid met die twijfel: horen we erbij of worden we gezien als outsiders? Je hoort er half bij en half niet.’
‘Hij was de enige acteur die ik dit zag doen. Ik weet niet wat ik zou hebben gedaan als hij nee zei. Hij heeft gewoon alles om over te komen als een ongemakkelijke, nerdy, fysiek onhandige tiener, die tegelijk ook het charisma heeft om al dat melodrama en de romance te brengen.’ ‘Opvallend weinig. Ik hoop dat dit een evolutie teweegbrengt in de manier waarop we acteurs casten. Het VK is een grote producent van kostuumdrama’s: elk jaar leveren we er een hoop af. Ik hoop dat castingbureaus nu ál het talent zullen aanboren en zich niet laten beperken door een overdreven hang naar historische correctheid. Want waarom maken we al die kostuumfilms? Niet om een geschiedenisles te geven, maar omdat het verhaal ons aanspreekt en ons vandaag iets zegt.’ ‘Hij overtreft al mijn verbeelding. Ik ben er ook niet van overtuigd dat hij een goed voorwerp is voor satire. Het gevaar van spotten met Trump is dat je er een ongevaarlijke clown van maakt. Dit is een gevaarlijke gek. Hij is een schepper van chaos, die geniet van wat hij anderen aandoet en daar een kick uit haalt. En het angstaanjagende is dat hij wordt omringd door allemaal jaknikkers. Daar kun je natuurlijk mee lachen, maar ik betwijfel of je je er beter van zal voelen.’
‘Het gevaar van spotten met Trump is dat je er een ongevaarlijke clown van maakt’