Zonnepanelen gaan voor het eerst te water
Het eerste grote drijvende zonnepark in Vlaanderen is zo goed als klaar. Het ligt goed verstopt in het hartje van de Antwerpse Kempen. Maar het prijskaartje ligt voorlopig nog heel wat hoger dan daken volleggen met zonnepanelen.
Een zandgroeve van 70 hectare pal op de grens van de gemeenten Mol en Dessel is het decor van Floating PV, het eerste drijvende zonne-energiepark in Vlaanderen. Begin volgende maand wordt de installatie in gebruik genomen. De stroomproductie volstaat om 2.000 gezinnen van elektriciteit te voorzien, maar in de praktijk zal meer dan 80 procent van de opgewekte stroom verbruikt worden door een nabijgelegen fabriek van de Belgische zand- en mineraalwinningsgroep Sibelco.
De Vlaamse minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) werd gisterochtend op een met diesel aangedreven bootje naar het drijvende zonne-energiepark gevaren om het laatste zonnepaneel op zijn plaats te leggen. In totaal liggen er 17.000.
Japan
Zonnepanelen op water zijn in onze contreien nog een grote uitzondering. In Azië en in het bijzonder in Japan zijn ze al veel meer ingeburgerd. Dat Japan vooroploopt, komt doordat daar weinig of geen plaats is voor grote zonne-energieprojecten. Volgens de projectleider van het zonnepanelenpark in de Antwerpse Kempen, Luc Driesen, zit Vlaanderen in hetzelfde schuitje als Japan. Ook hier zijn grote zonneenergieparken op het land niet vanzelfsprekend, terwijl er in Vlaanderen wel heel wat waterplassen en meren zijn. Bart Van Herck, regiodirecteur van Sibelco, die onder meer verantwoordelijk is voor de Belgische activiteiten, schat dat zijn bedrijf beschikt over een verzameling waterplassen die goed is voor verscheidene honderden hectaren.
Het eerste drijvende zonne-energiepark in Vlaanderen bedekt nog maar goed 7 procent van de totale oppervlakte van de waterplas van Sibelco.
Water genoeg dus in Vlaanderen. Dat betekent nog niet dat binnen de kortste keren her en der in Vlaanderen projecten zullen opborrelen. De Limburgse investeringsmaatschappij LRM, die mee aan de kar trok om het eerste drijvende park te installeren, werkt wel aan een wat kleiner project voor de toeristische site Terhills in Maasmechelen, op de plek van de vroegere steenkoolmijn van Eisden, vertelt Luc Driesen.
Maar drijvende zonneparken zijn heel wat duurder dan zonne-energie op daken of op het land. Dat maakt dat er heel wat meer overheidssteun nodig is. De investering van het zonnepark op de Sibelco-plas bedraagt 7 miljoen euro. Elke 1.000 kilowattuur elektriciteit die er opgewekt wordt, kost ruim 60 euro. Ter vergelijking: de stroomprijs op de Belgische groothandelsmarkt schommelt momenteel tussen 30 en 35 euro per 1.000 kilowattuur. Het eerste
Vlaamse zonnepark te water kan rekenen op overheidssteun, omdat het bestempeld wordt als een innovatieproject. De investering wordt verder gedragen door LRM, Sibelco, de energieleverancier Luminus en de Groep Machiels.
Zonnecellen aan de onderkant
Een andere hinderpaal voor grote drijvende zonne-energieparken is de afwezigheid van elektriciteitsverbruikers in de onmiddellijke buurt. Nieuwe Vlaamse regels vereisen dat ten minste 50 procent van de geproduceerde groene stroom lokaal verbruikt wordt. Of er in Vlaanderen veel waterplassen en meren zijn met een groot industrieel bedrijf of enkele duizenden residentiële verbruikers als buren, is maar de vraag.
Hoewel het drijvende zonnepark in de Antwerpse Kempen voornamelijk zal die
‘In Vlaanderen zijn grote zonne-energieparken op het land niet vanzelfsprekend, terwijl er wel veel plassen en meren zijn'
Luc Driesen
Projectleider