Van derde keus tot groene trui
In een rit waarin het voorspelde waaierspektakel uitbleef, heeft Sam Bennett gisteren een carrièredoel gerealiseerd. Zijn plaats aan de top van de sprinterspiramide is nu definitief verzekerd.
Vierde in Nice, tweede in Sisteron, derde in Privas en de goede waaier gemist naar Lavaur. Met de dag legde Sam Bennett zichzelf meer druk op, maar gisteren, in de rit tussen twee eilanden aan de Atlantische kust, brak hij eindelijk de ban. ‘Op deze overwinning heb ik jaren zitten wachten.’
Bennett, die volgende maand al de kaap van de dertig rondt, is een laatbloeier. Het duurde tot het voorjaar van 2017 en zijn eerste WorldTour-zege in Parijs-Nice voor hij er zelf van overtuigd raakte de snelste sprinters aan zijn zwaard te kunnen rijgen. Het jaar nadien volgde zijn eerste succes in een grote ronde: een drieklapper in de Giro. Verleden jaar voegde hij daar nog twee ritzeges in de derde grote ronde aan toe, de Vuelta.
Maar zolang sprinters geen rit hebben gewonnen in de Tour, zijn ze niet geneigd zichzelf helemaal tussen de groten te rangschikken. Ritwinst in de Tour was voor Bennett daarom niet zomaar een hoofddoel, maar een carrièredoel geworden. Twee keer nog maar had hij tot dusver de kans gekregen om zich te bewijzen op het grootste toneel. In 2015, bij zijn debuut, worstelde hij de hele Tour met maagproblemen om uiteindelijk op de laatste woensdag in de Alpen uit de race te stappen. Een jaar later volgde alweer een ongelukkig avontuur. In de sprint van de openingsrit bezeerde hij bij een val zijn hand en rug. Bennett haalde toen wel Parijs, als rode lantaarn op ruim vijf uur van eindwinnaar Chris Froome.
Dat de Ier sindsdien de weg naar de Tour niet meer terugvond, had alles te maken met de hiërarchie binnen zijn ploeg. Bij Bora-Hansgrohe was hij als sprinter slechts derde keuze, na Peter Sagan en Pascal Ackermann. Op den duur voelde Bennett er zich onvoldoende naar waarde geschat. Hij kon er niet langer mee leven dat hij zowel voor de Giro als de Tour werd gepasseerd.
Grote schoenen
Het was bij de start van de derde Tourrit in Binche vorig jaar dat officieel bekend werd waar zijn toekomst lag. Patrick Lefevere openbaarde toen een mondeling akkoord te hebben met Bennett. Toch zou het daarna nog vier maanden duren eer Bennetts overstap helemaal rond raakte. De renner was in een patstelling terechtde gekomen: Bora-Hansgrohe hield hem hardnekkig aan een vermeend voorakkoord. De zaak kwam voor het arbitragecollege van de UCI en Bennett werd in het ongelijk gesteld. Uiteindelijk moest hij zich vrijkopen.
Bij Deceuninck – Quick-Step werd Bennett binnengehaald als de vervanger van Elia Viviani, de Italiaan die Lefevere in twee seizoenen 29 zegebloemen schonk en sindsdien geen koers meer won. Bij zijn nieuwe ploeg vond Bennett wel het vertrouwen dat hij zolang had gemist. Afgelopen winter al was hem verzekerd dat hij, en niet de Nederlander Fabio Jakobsen, in de Tour de sprinter van dienst zou zijn.
Bij de start in Nice was Bennett zich beter dan wie ook bewust van grote schoenen die hij diende te vullen. Bij Deceuninck - QuickStep had hij een sprinttraditie in ere te houden. Behalve in 2014, toen Mark Cavendish al op de eerste dag door een val werd uitgeschakeld, wonnen de mannen van Lefevere de voorbije zeven edities ieder jaar minstens één sprintetappe. Bennett wou vooral niet degene zijn die de reeks zou doorbreken van zijn voorgangers Mark Cavendish, Marcel Kittel, Fernando Gaviria en Elia Viviani.
Vruchtbare grond
Met zijn spurtwinst deed Bennett een gouden zaak in het puntenklassement. Hij heroverde de groene trui die hij al één dag om zijn schouders had en telt nu zowat één tussensprint voorsprong op zevenvoudig winnaar Sagan. Dat de Slovaak na de tiende rit het groen niet draagt, is nog maar twee keer gebeurd sinds hij in 2012 zijn eerste puntentrui aantrok: in 2015, maar toen lag hij slechts drie punten achter op André Greipel, en in 2017, toen hij na een sprintincident met Cavendish al naar huis was gestuurd. Bennett kan nu dus met de kopman van zijn vroegere team in de clinch gaan. Het geeft de strijd om groen een bijkomend piment.
Voor de Ierse kampioen straalt de groene trui een en al symboliek uit. Het is het shirt dat zijn illustere landgenoot Sean Kelly vier keer mee naar huis bracht. Nadat hij zijn peutertijd in Wervik had doorgebracht – het gezin was in WestVlaanderen neergestreken omdat vader Bennett ging voetballen bij derdeklasser Eendracht Wervik – groeide Sam op in Carrick-on-Suir, de thuishaven van Kelly. Later, als prille twintiger reed hij ook enkele seizoenen voor An Post – Sean Kelly, een Belgische derdeklasser.
Volgens Bennett is het niet zomaar toeval dat beide Ierse Toursprinters in hetzelfde stadje opgroeiden. ‘Carrick mag dan wel een kleine stad zijn, er heerst een grote wielercultuur, je vindt er veel ervaren renners en coaches. Vergelijk het met het Isle of Man (waar de roots van Cavendish liggen, red.).'
Vandaag zal de strijd voor de groene trui een vervolg krijgen in een vlakke rit naar Poitiers. Ook bij die slag kan Bennett zich door de geschiedenis laten inspireren. In 1978 behaalde Sean Kelly er namelijk zijn eerste van vijf etappezeges in de Tour.
Bennett kan met de kopman van zijn vroegere team in de clinch gaan. Het geeft de strijd om groen een bijkomend piment