Dekoloniseer het grondstoffenbeleid
Beleidsmedewerker natuurlijke rijkdommen bij Broederlijk Delen.
ENERGIETRANSITIE De Europese grondstoffenstrategie moet samengaan met bindende regels rond mensenrechten en milieu. Anders dreigt ze ten koste te gaan van landen in het Zuiden.
De Europese Commissie heeft haar nieuwe grondstoffenstrategie voorgesteld (DS 4 september). Die moet een antwoord bieden op de toenemende vraag als gevolg van de energietransitie, de vergroening van de industrie en de digitalisering.
De Commissie ziet een toekomst weggelegd voor mijnbouw op het eigen grondgebied, van Portugal tot Finland. Op die manier wil de EU bijvoorbeeld voor het felbegeerde lithium minder afhankelijk worden van Zuid-Amerika. De coronacrisis heeft Europa doen inzien dat de internationale toeleveringsketens kwetsbaarder zijn dan het dacht. Bovendien beschouwt de EU belangrijke grondstoffenleveranciers als China en Rusland niet meteen als de meest betrouwbare handelspartners.
Europa wil zelfvoorzienender worden. Een nobele doelstelling. Toch bevat de nieuwe strategie ook gemiste kansen. Zo merkte Karl Vrancken van het Vlaamse onderzoeksinstituut Vito in deze krant op dat het plan vooral blijft uitgaan van industriële groei, en dat er weinig gesproken wordt over minder consumeren. De 27 EU-landen plus het Verenigd Koninkrijk hebben nochtans een totale ecologische voetafdruk die meer dan dubbel zo groot is als de draagkracht van onze ecosystemen. Verschillende milieuorganisaties uiten dezelfde kritiek.
Als we het uitgangspunt van groei niet in vraag stellen en ondoordacht nieuwe (Europese) mijnen openen, wordt het onmogelijk om ons grondstoffenverbruik binnen de grenzen van de planeet te houden. Dat is per definitie al onrechtvaardig tegenover landen en bevolkingsgroepen die minder beslag leggen op natuurlijke hulpbronnen – en tegenover toekomstige generaties.
Ontbossing en landroof
Dat brengt ons bij een tweede punt: de handelsrelaties met zogenaamde ‘derde landen’. Europa zal voor bepaalde kritieke grondstoffen hoe dan ook afhankelijk blijven van voorraden buiten de EU. De nieuwe strategie erkent die realiteit. De prioriteit is: ‘goed gediversifieerde en onverstoorde toegang tot wereldmarkten voor grondstoffen’ en ‘onverstoorde handel en investeringen in grondstoffen te waarborgen op een manier die de commerciële belangen van de EU ondersteunt’. Harde economische diplomatie, dus.
Daarbij wordt verwezen naar de vrijhandelsovereenkomsten waarover de EU onderhandelt. Die moeten de toegang tot grondstoffen garanderen, maar die instrumenten boezemen weinig vertrouwen in. Denk aan het felomstreden handelsakkoord met de Mercosur-landen in ZuidAmerika. Dat akkoord dreigt onder meer ontbossing, landroof en geweld
Als we het uitgangspunt van groei niet in vraag stellen en zomaar nieuwe mijnen openen, wordt het onmogelijk om ons grondstoffenverbruik binnen de perken te houden