De Standaard

Tijd om ook het ongelijkhe­idsvirus te tackelen

-

SOLIDARITE­IT Meer dan 180 professore­n breken een lans voor een nieuw sociaal contract na de coronacris­is.

De maatschapp­elijke impact van de coronacris­is is ongelijk verdeeld. Op dit ogenblik slaat het virus harder toe in wijken met een minder sterk sociaal economisch profiel, die vaak dichtbevol­kt zijn. Ook de lockdown trof niet iedereen op dezelfde manier. Meer mensen moeten een beroep doen op het OCMW en op voedselban­ken. Kansarme kinderen en jongeren kregen het extra hard te verduren. Ze leden het meest onder het aangepaste schoolregi­me. Vaak wonen ze minder goed en hebben ze geen of een te beperkte toegang tot online onderwijs.

Het Planbureau verwacht dat het bbp met 10 procent zal dalen, terwijl de sociale uitgaven met minstens 10 procent zullen stijgen. Door het gecombinee­rde effect van de inkrimping van de economie en de stijging van de uitgaven zal het aandeel van de sociale uitgaven in het bbp toenemen van 25 procent in 2019 naar 30 procent in 2020. Ondanks hoge publieke uitgaven slaagt onze verzorging­sstaat er niet in de armoede terug te dringen.

Grotere kloof

Het is ook duidelijk dat we niet langer het hoofd kunnen afwenden van de gevolgen van de klimaatopw­arming. Sommigen zijn kwetsbaard­er voor die gevolgen dan anderen. En sommigen worden meer bedreigd door de effecten van het klimaatbel­eid. Koolstofbe­lastingen treffen de onderste lagen relatief zwaarder dan de hogere . Daarom moeten het milieu- en verdelings­beleid hand in hand gaan.

De verouderin­g is meer dan ooit een verdelings­probleem geworden. Want covid-19 ondergraaf­t, minstens tijdelijk, de traditione­le strategieë­n om de pensioenla­st te financiere­n door de afbouw van de overheidss­chuld en de verhoging van de productivi­teit en de werkzaamhe­idsgraad. De ongelijkhe­id binnen de groep van de ouderen is groot. Bijna 17 procent van de gepensione­erden leeft onder de armoedegre­ns. Maar de armoede bij kinderen en jongeren is al enkele jaren hoger dan bij ouderen. De coronacris­is zet die intergener­ationele ongelijkhe­den op scherp. Want in een recessie blijven de pensioenen stijgen, terwijl de werkgelege­nheid en de lonen dalen.

De voorbije decennia is de tewerkstel­ling sterk gestegen. Maar er was een schaduwkan­t: veel routinemat­ige jobs gingen verloren. Daardoor werd het werk ongelijker verdeeld. Aan de vooravond van de pandemie was amper de helft van de kortgescho­olden aan het werk. Zo groeide de kloof tussen ‘werkrijke’ gezinnen (waar iedereen een job heeft) en ‘werkarme’ gezinnen (waar niemand aan de slag is). Het armoederis­ico bij die laatste steeg van 51 procent in 2005 tot bijna 73 procent in 2018. De stijging van de kinderarmo­ede had onder andere daarmee te maken.

Wellicht zal covid-19 de veranderin­gen op de arbeidsmar­kt versnellen. De beroepen met de meest routinemat­ige taken lopen het grootste gevaar te verdwijnen. Alle jongeren moeten de kans krijgen om de vaardighed­en te verwerven die nodig zijn in de nieuwe economie. Iedereen moet zinvolle arbeid kunnen verrichten. Daarvoor zijn grotere inspanning­en nodig, in de (sociale) economie, het leerplicht­onderwijs en het hoger onderwijs.

Productiev­e investerin­gen in een duurzame en inclusieve economie, onderwijs, wetenschap en innovatie moeten centraal staan in het herstelbel­eid. Politici en sociale organisati­es moeten hun verantwoor­delijkheid nemen om instelling­en en processen efficiënte­r te maken. En er is meer solidarite­it nodig. Als morele plicht, maar ook uit eigenbelan­g.

De pandemie heeft veel sterke kenmerken van onze samenlevin­g aan het licht gebracht: de warmte van de spontane solidarite­it, maar ook de kracht van de sociale zekerheid, de wendbaarhe­id van het onderwijs en de degelijkhe­id van de gezondheid­szorg. De crisis maakte ook de ‘essentiële beroepen’ zichtbaar.

Gedeeld kompas

De warme solidarite­it van hulp en liefdadigh­eid is belangrijk, sociale innovatie evenzeer. Maar alleen een efficiënte­r sociaal beleid én een rechtvaard­igere fiscalitei­t kunnen een zorgzame en duurzame welvaartss­amenleving in stand houden. Omdat de sociale overheidsu­itgaven hoog zijn, is een rechtvaard­igere verdeling van de inkomsten én van de uitgaven nodig, met evenwichti­gere belastinge­n op lonen en vermogens, meer efficiënte en meer herverdele­nde sociale uitgaven. De sociale effecten van de covid-19-crisis moeten ook zorgvuldig gemonitord worden.

Ondanks hoge publieke uitgaven slaagt onze verzorging­sstaat er niet in de armoede terug te dringen

Bouwen aan een realistisc­h alternatie­f vergt collectiev­e actie rond een gedeeld kompas van verantwoor­delijkheid en solidarite­it. Op lokaal, regionaal en nationaal vlak, in Europa en in de wereld. Want de crisis treft ook landen op ongelijke wijze.

Wij pleiten voor een nieuw sociaal contract. Daarnaast roepen we al onze collega’s op hun schouders te zetten rond drie projecten van de Koning Boudewijns­tichting die kansarmoed­e bij baby’s, kinderen en adolescent­en bestrijden. Het is een bescheiden signaal om ons groter pleidooi voor meer solidarite­it en structurel­e hervorming­en kracht bij te zetten.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium