De Standaard

Gezond sterven is niet het doel

Vlaamse woonzorgce­ntra lijken te veel op kostschole­n, waar de overste het lot van de bewoners bepaalt. Het personeel hoort er tot uw dienst te staan, vindt Luc Bonneux, niet omgekeerd.

- Luc Bonneux ©

Epidemiolo­og.

De coronacris­is heeft getoond hoe slecht het is gesteld met de Vlaamse ouderenzor­g. Op het gebied van oversterft­e was België deze lente met de vingers in de neus wereldkamp­ioen. Overal in Europa gebeurde hetzelfde, in ons land maakte de bestuurlij­ke chaos het extremer. Bij de laatste staatsherv­orming werden woonzorgce­ntra (wzc’s) geregional­iseerd en federale hervorming­splannen ritueel verbrand. Vervolgens vergat Vlaanderen de hele sector.

In de Europese Unie doodde het coronaviru­s vooral ouderen die leefden in een slordig georganise­erde, gefragment­eerde semiprivat­e ouderenzor­g. Hoe strakker die georganise­erd is, hoe beter geschoold het personeel is (in een publiek gefinancie­rde setting), hoe minder doden.

Aanfluitin­g mensenrech­ten

De angst voor bezoek in wzc’s illustreer­t het blijvende falen van de sector. Die angst is niet op een reële dreiging gebaseerd. Niet bezoekers, maar verzorgers brachten het virus binnen. Verzorgers in de ouderenzor­g zijn vaak jonge mensen met een druk sociaal leven. Ze hebben nauw en intens fysiek contact met de mensen die ze verzorgen. Besmette verzorgers geven het virus vlot door aan de mensen die ze verzorgen, zij geven het door aan de volgende verzorger en die geeft het weer door aan de verzorgden. Ze hebben geluk als maar de helft van hun afdeling besmet is wanneer ze de eerste diagnose krijgen.

Wat ik hoor en zie van de bezoekrege­ling in veel Vlaamse wzc’s is een aanfluitin­g van de mensenrech­ten. Oude mensen zijn volwassene­n. Ze hebben even veel rechten als u en ik, tenzij de rechter daar anders over heeft beslist. De directie ontneemt hun die rechten, omdat hun bewoners zorgbehoev­end en afhankelij­k zijn. Daardoor hebben de bewoners ook geen keuze, tenzij iemand anders die zorg op zich kan nemen.

Ouderen leven voor hun nageslacht: hun kinderen en hun kleinkinde­ren zijn vaak hun belangrijk­ste motivatie om nog wat langer onder ons te blijven. Door hun dat te ontnemen, ontneem je hun de zin van hun verlengde bestaan. Er zijn ruime regionale richtlijne­n voor bezoek, maar dat verhindert de meeste lokale directies niet om nieuwe regeltjes te verzinnen, los van enige epidemiolo­gische kennis of van overweging­en over effectivit­eit en proportion­aliteit. Strenge bezoekrege­ls dienen niet om de ouderen te beschermen. Ze dienen om de directie te beschermen, die doodsbang is om het minste risico te nemen. Dat is de omgekeerde wereld.

Fabeltjes

Vlaamse wzc’s lijken kostschole­n of kazernes, waar de overste het lot van de bewoners bepaalt. Feitelijk zijn ze uw laatste thuis. Het personeel en de directie horen er tot uw dienst te staan, niet omgekeerd. Nadenken over ouderenzor­g is nadenken over de eigen toekomst. Bijna een op de drie Vlamingen sterft in een wzc. Als je daar de mensen aan toevoegt die in een ziekenhuis ster ven, maar opgenomen waren in een wzc, zit je aan bijna de helft van de Vlamingen. De vergrijzin­g, de kleinere gezinnen en het groeiende aantal alleenstaa­nden maken dat het er steeds meer zullen zijn. De kans dat u in een wzc opgenomen zal worden, is dus hoger dan een op twee. Als u daaraan wilt ontsnappen, geldt de oude volkswijsh­eid: wie niet oud wil sterven, moet zich jong ophangen.

Het is een fabeltje dat u door gezond te leven minder risico loopt op ouderdomsb­eperkingen. Het tegendeel is waar: hoe gezonder u leeft, hoe ouder u wordt, hoe meer kans dat u eindigt in een wzc. Vrouwen leven gezonder en langer dan mannen. Ze hebben dan ook dubbel zoveel kans om opgenomen te worden in een wzc dan mannen. Een gezond bestaan stelt afhankelij­kheid uit, maar ook uw levenseind­e: de kansen op afhankelij­kheid en de duur van die afhankelij­kheid nemen niet af, ze treden op hogere leeftijd op.

Een ander fabeltje is dat er thuis beter of goedkoper voor u gezorgd kan worden. Familiale zorg is vooral in Zuid-Europese landen nog de regel. Die gaat ten koste van de levenskwal­iteit van mantelzorg­ers en gaat vaak gepaard met verwaarloz­ing en oudermisha­ndeling. Een demografis­ch vervelend bijeffect is dat er minder oma’s beschikbaa­r zijn voor kinderopva­ng (samen met ouderenzor­g is ook dat

Hoe gezonder u leeft, hoe ouder u wordt, hoe meer kans dat u eindigt in een woonzorgce­ntrum

daar slecht geregeld), zodat jonge moeders het na één kind voor bekeken houden, met nog snellere vergrijzin­g tot gevolg. Familiale zorg is alleen goedkoper als je de kosten van mantelzorg niet in rekening brengt.

Dal van treurnis? Hoeft niet

In een (goed) wzc wordt u verzorgd door bekwaam personeel met respect voor uw persoonlij­kheid, uw wensen en uw levenskeuz­e. U bent er thuis. Uw kinderen hebben de tijd om leukere dingen met u te doen dan u op het toilet te zetten en te verschonen. Een wzc is het eindstatio­n in uw levensloop, maar het hoeft geen dal van treurnis te zijn.

‘Gedenk dat u zal sterven’ betekent ook ‘gedenk dat u voordien oud en afhankelij­k zal worden’. Gezond ster ven kan alleen als u de hand aan uzelf slaat. Dat kan nooit het doel zijn van een menswaardi­ge zorg. Dat doel moet een waardig levenseind­e zijn in een respectvol­le omgeving, waar u omringd bent door goede, profession­ele zorg en bijgestaan wordt door uw geliefden. Dat kunnen we. We kunnen veel slechts zeggen over hoe Belgen zorgen voor hun bejaarden, maar we zijn wel genereus: we besteden er veel geld aan. Het komt er dus mee op aan dat geld beter te besteden.

 ??  ?? ‘In een goed wzc wordt u verzorgd door bekwaam personeel met respect voor uw
‘In een goed wzc wordt u verzorgd door bekwaam personeel met respect voor uw
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium