Vinden aardbevingen vooral ’s nachts plaats?
‘Tijdens onze roadtrip door Italië afgelopen zomer zagen we in het zuiden van Umbrië, dat vier jaar geleden zwaar getroffen werd door een aardbeving, vaak motorhomes naast de huizen staan’, mailt een lezer. ‘Blijkbaar durven vele Italianen nog steeds niet binnenshuis slapen. Ze vertelden ons dat aardbevingen vooral ’s nachts plaatsvinden, zoals in 2016 ook het geval was. Klopt dat?’
Ook de verwoestende aardbeving bij L’Aquila in 2009 vond ’s nachts plaats. Logisch dat mensen in die regio’s moeilijk de slaap vatten.
Aan de westkust van de VS weten ze er ook alles van. ‘Het is een vaststaand feit dat aardbevingen in Californië ’s nachts vaker voorkomen dan overdag.’ Dat schreef het populair wetenschappelijke tijdschrift Scientific American in 1917. Het blad had alle aardbevingen in die Amerikaanse staat het voorgaande jaar geturfd. En wat bleek? Van de 63 bevingen hadden er 36 (57 procent) ’s nachts plaatsgevonden. Maar het wordt nog gekker. Het blad verwijst naar een eerder onderzoek naar ruim 1.400 Californische aardbevingen tussen 1769 en 1915. En die studie wees op dezelfde verdeling.
Het houdt de gemoederen al een tijd bezig. In 1897 meende seismoloog Cargill
Gilston Knott van de Universiteit van Edinburgh ook al iets interessants aan de ritmiek van aardbevingen ontdekt te hebben. Volgens hem was de periodiciteit van aardbevingen in Japan gelinkt aan de cadans van de getijden. Hij kwam tot die conclusie nadat hij de 8.331 aardbevingen die tussen 1885 en 1892 in Japan hadden plaatsgevonden op een rij had gezet. Hij publiceerde zijn artikel ‘On Lunar Periodicities in Earthquake Frequency’ in het blad The Proceedings of the Royal Society of London.
Met op en neer gaand zeewater zou deze ritmiek niet direct te maken hebben, maar wel met het aardse getij. Door de aantrekkingskracht van de maan (en in mindere mate van de zon) vervormt de aarde. De planeet stulpt met ongeveer dertig centimeter uit. Die bult loopt als een soort golf over het aardoppervlak en is telkens gericht naar de maan. Deze beweging zou leiden tot spanningsopbouw in aardkorst, waardoor de kans op aardbevingen mogelijk wat zou vergroten.
In 2019 voerden Chinese onderzoekers een vergelijkbare studie uit. Zij konden zich buigen over een aanzienlijk grotere dataset. Ze analyseerden meer dan vierhonderdduizend bevingen die (de intussen zeer gevoelige) seismometers in Japan hadden geregistreerd tussen 2002 en 2018. De meeste daarvan waren amper voelbaar. Ook zij vonden een link met het aardse getij. Maar wel een zeer zwakke link.
‘Je moet echt rigoureuze statische analyses op de data loslaten, wil je iets van een verband vinden’, zegt seismoloog Christopher Scholz van Columbia University in de VS. ‘En dan nog, als er al een link is, is daarmee niet gezegd dat aardbevingen vaker ’s nachts voorkomen.’
Maar hoe zit het dan met de bevingen die zich zo veel vaker ’s nachts hadden voorgedaan in Californië? Scholz denkt dat veel van de kleinere bevingen die toen overdag plaatsvonden onopgemerkt bleven. ‘Een kleine beving voel je beter wanneer het rustig is en je in bed ligt.’ Bovendien kan de sensatie volgens hem versterkt worden als je in een gebouw zit dat meetrilt. ‘Dat aardbevingen vaker ’s nachts plaatsvinden zal wel uitgegroeid zijn tot een soort volkswijsheid.’