Van Aert en Van der Poel bekvechten, Pedersen lachende derde
Wout van Aert en Mathieu van der Poel blijven ook na Gent-Wevelgem de grote favorieten voor de Ronde van Vlaanderen. Tenminste, als ze de juiste lessen hebben getrokken.
Wout van Aert versus Mathieu van der Poel. De eerste aflevering van het Grote Duel, een trilogie die sinds de afgelasting van ParijsRoubaix tot een tweeluik was herleid. Zo werd de herfsteditie van Gent-Wevelgem aangekondigd, alsof het een veldrit betrof, een wedstrijd waarin behoudens pech de beste altijd wint, de tegenstand niet op de foto staat en ploegtactiek nauwelijks of niet van tel is.
Onderweg in Flanders Fields staken de twee drievoudige wereldkampioenen veldrijden er inderdaad bovenuit, maar in Wevelgem kwamen ze uiteindelijk, in een kopgroep van negen, afgescheiden als achtste en negende over de streep gebold.
Meer dan tien jaar geleden, najaar 2009, stonden Van Aert en Van der Poel voor het eerst samen aan de start van een officiële veldrit, een nieuwelingenrace in Essen. In die tijd was ‘Woutje’, die pas op latere leeftijd fysiek helemaal tot ontbolstering zou komen, geen partij voor de Nederlander. Pas in oktober 2011, in de Superprestigemanche voor junioren in Ruddervoorde, wist de Kempenaar de rollen voor het eerst om te draaien. Sindsdien zouden hun wegen elkaar blijven kruisen.
Verbale spanning
Ondanks hun talloze duels in het veld heette het dat Van Aert en Van der Poel verbaal heel erg lief waren voor elkaar. Sommigen vonden zelfs dat ze het peper- en zoutvat wat kwistiger mochten hanteren, naar het voorbeeld van Mario De Clercq of Niels Albert in het verleden. Die waarneembare werkelijkheid stemde kennelijk niet altijd overeen met de reële spanningen die zo’n jarenlange tweestrijd onvermijdelijk opwekt.
‘Er was er maar één die echt de hele tijd naar mij keek, die blijkveldritten baar liever wou dat ik verloor dan dat hij zelf de koers wou winnen’, stelde Van Aert bij Sporza. ‘Het was steeds dezelfde die op mijn wiel zat. Dat is ook een tactiek, maar uiteindelijk hebben we allebei niks.’
Van Aerts uithaal naar Van der Poel komt op een merkwaardig
Wout van Aert
moment. Op korte onderbrekingen na leefde de Kempenaar jarenlang onder het sportieve juk van de Nederlander. Van der Poel won als prof al meer dan dubbel zoveel als Van Aert en werd vorig jaar zelfs met Eddy Merckx vergeleken na zijn waanzinnige overwinning in de Amstel Gold Race. Pas de jongste maanden wist Van Aert Van der Poel als nooit tevoren in de schaduw te stellen, met overwinningen in de Strade Bianche, Milaan-Sanremo en de Tour en medailles op het WK.
Prestaties die er ook toe leiden dat Van Aerts wiel nu meer dan ooit wordt geviseerd. Van der Poel vond Van Aerts reactie dan ook ‘een beetje raar’, want ‘Wout was nu eenmaal een van de beste renners van de kopgroep’. ‘Als hij gaat, moet ik reageren. Als ik dat niet doe, zijn ze weg. Ik vind het een beetje laag om te zeggen dat ik dan rijd om hem te doen verliezen, terwijl ik altijd rijd om een koers te winnen.’
Van Aert werd in wegwedstrijden in de sprint al weleens eerder gevloerd door Van der Poel, in de Ronde van België en Dwars door het Hageland 2017 bijvoorbeeld. Anno 2020 hoeft de Herentalsenaar aan het eind van een zware wedstrijd niemand nog te vrezen. Zelfverzekerd werkte hij gisteren ook de finale af. Als snelste man smoorde hij elke aanvalspoging in de kiem. Tot op een tweetal kilometer van de finish.
‘Er was er maar één die echt de hele tijd naar mij keek, die blijkbaar liever wou dat ik verloor dan dat hij zelf wou winnen’
Rode loper
In die laatste fase besliste hij om te gokken. Hij kon het zich veroorloven, vond hij, aangezien zijn seizoen al meer dan geslaagd was. Bleek daaruit dat zijn krachtenarsenaal dan toch niet onuitputtelijk is? ‘Ik kon niet op alles blijven reageren, wilde ik nog iets maken van mijn sprint.’ Of gaf hij op dat moment de zege uit handen omdat hij vooral de rode loper niet wilde uitrollen voor de man die ‘had gereden om hem te doen verliezen’?
Zo fluks Van Aert in de finale aanvankelijk iedere ontsnapping
terughaalde, zo moeilijk maakte Van der Poel het zichzelf door zich herhaaldelijk in de verdediging te laten dringen. In achtervolging op een kwartet met Van Aert had hij zijn sprint al gereden nog voor de laatste rechte lijn was bereikt. ‘Wout en ik waren op de klimmetjes aan elkaar gewaagd, maar nadien gaf hij mij de betere indruk’, gaf Van der Poel toe.
Slimmer dan normaal
Van Aert en Van der Poel hebben gisteren een belangrijke les gekregen. Hoe goed ze die in hun oren hebben geknoopt, moet zondag al duidelijk worden in de Ronde van Vlaanderen. Maar ook de concurrentie heeft geleerd dat de twee topfavorieten niet onklopbaar zijn, zeker wanneer ze in isolement belanden. Want raakt Van Aerts ploegmaat Mike Teunissen niet achterop en komt Van der Poels helper Gianni Vermeersch niet ten val, dan hadden zij de kastanjes uit het vuur gehaald en was een heel andere finale geschreven.
Mads Pedersen, een kwarteeuw na Lars Michaelsen de tweede Deense winnaar van Gent-Wevelgem, buitte de rivaliteit tussen Van Aert en Van der Poel optimaal uit. ‘Het leek alsof geen van beiden de ander wilde laten rijden’, merkte de wereldkampioen van Yorkshire 2019 op. ‘Toen aan het eind Trentin, Bettiol en Sénéchal wegreden, hoopte ik dat Mathieu en Wout het gat zouden dichten, maar dat gebeurde niet. Ik besefte dat ik dan zelf moest gaan. Ik leer nog elke wedstrijd bij en deze keer heb ik geprobeerd om het wat slimmer te spelen dan normaal. Gelukkig heeft dat geloond.’ De 24-jarige Pedersen, een ex-winnaar van Gent-Wevelgem voor beloften, werd twee jaar geleden al tweede in de Ronde van Vlaanderen.