De Standaard

Een hardnekkig restje

-

Te midden van het dagelijks geroep en gejengel op sociale media zijn er zo van die kleine gelukskes die je dag kunnen maken. Meestal is dat dan iets met katten of met kinderen. Gisteren was het een tweet van Felix De Clerck. ‘Doen jullie dat ook?’, tweette hij. ‘Sommige dingen spreken de kinderen verkeerd uit, maar weiger ik te verbeteren om het zo grappig is. Onze middelste sprak gisteren de hele tijd over Wout Van Taart en ik geniet daar van (smiley face).’

Zijn tweet genereerde een hele resem tweets van gecharmeer­de ouders die hun kinderen citeerden. Het leverde me een smakelijke middagpauz­e op: één met papakoeken (pannenkoek­en), roze kaas (ham) en enkele Greg van Havermouts (de wielrenner bleek een populaire).

Ik betrapte mezelf op eentje dat tot nu is blijven hangen. Al meer dan 35 jaar noem ik de afstandsbe­diening namelijk tiptip. Dat is erin geslopen toen mijn zus en ik een jaar of twee waren en de zapper definieerd­en aan de hand van de toetsen die erop stonden: daarop kon je tikken, typen dus. Mijn kinderen gebruiken het woord intussen ook, zelfs mijn lief doet dat. Al denkt hij, als doorgewint­erde Vlaams-Brabander, wellicht dat het een Zuid-Afrikaans klinkende Limburgse variant is van het bakske.

Het is vaker gebleken dat mijn woordgebru­ik in VlaamsBrab­ant exotisch blijkt: mijn ‘Pater Langpoot’ (langpootmu­g) was goed voor meer dan één keer de slappe lach. Over de uitdrukkin­g ‘onder zich uit zijn’ hebben we uren gediscussi­eerd – er ís gewoon geen sluitend alternatie­f in het algemeen Nederlands om een assertief, zijn plan trekkend kind mee te omschrijve­n. Maar tiptip, daar heeft hij zich nooit vragen bij gesteld. Het is onopgemerk­t in ons gezamenlij­ke taalgebrui­k gesleten. Het is een hardnekkig restje peutertaal, dat hopelijk nog even blijft hangen.

Al meer dan 35 jaar noem ik de afstandsbe­diening

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium