Vuelta viert 75ste editie onder hoogspanning
In een klimaat van grote onzekerheid begint vandaag de laatste grote wielerronde van het jaar, de Vuelta. Primoz Roglic is topfavoriet.
De samengeperste kalender gunt de renners dit seizoen weinig respijt. Een maand nadat hij aan het slot van de Tour de grootste opdoffer uit zijn carrière te verwerken kreeg en tussendoor Luik-Bastenaken-Luik op zijn naam schreef, staat Primoz Roglic vandaag in het Baskische Irún alweer voor een nieuwe missie. Net als bij de Tour begint de Sloveense kampioen met het predicaat van topfavoriet aan de Ronde van Spanje.
In zijn laatste vier grote rondes eindigde Roglic telkens binnen de top vijf: in 2018 vierde in de Tour, vorig jaar derde in de Giro plus winst in de Vuelta, en in de jongste Tour tweede. Op Wout van Aert na beschikt de Jumbo-Visma-renner over dezelfde klimtrein als in de Tour. Met inbegrip dus van de Nederlander Tom Dumoulin, met wie Roglic het kopmanschap deelt.
‘De rolverdeling tussen onze beide speerpunten zal worden bepaald in de loop van de Vuelta’, zegt ploegleider Grischa Niermann. ‘Met twee favorieten voor eindwinst zullen we sowieso door de andere ploegen worden geviseerd. Daar zijn we ons van bewust. We zullen met een stevig plan op de proppen moeten komen.’
De ploeg heeft lering getrokken uit de Tour. In Frankrijk bestond de strategie erin om Dumoulin zo lang mogelijk in het klassement te houden, maar onverwacht snel offerde de Nederlander zijn eigen kansen op, wat de tactische speelruimte aanzienlijk beperkte. ‘We hadden op een gegeven moment alleen Primoz nog als troef over’, zei Dumoulin bij de NOS. ‘Ik stond een tijdje op twee à drie minuten. Als ik zou aanvallen, zou ik geen ruimte krijgen, maar de boel ook niet bang maken. Dat was een lastige situatie. Het zou mooi zijn als we nu met een paar man heel kort kunnen blijven staan. Dan kunnen we echt koersen op de slotklim in plaats van alleen te controleren.’
Venijn in de kop
De Vuelta vormt nog in een ander opzicht de ronde van de herkansing na de Tour. Kwam er op Franse wegen van de vooropgestelde tweestrijd tussen Jumbo-Visma en de Ineos Grenadiers niets in huis, dan zijn de Britten vastbesloten deze keer wel tegenwicht te bieden. De aangeduide kopman bij de Grenadiers is Richard Carapaz, de Ecuadoriaanse Giro-winnaar van vorig jaar. Hoewel Chris Froome binnen de ploeg het rugnummer 1 draagt, beweert de tweevoudige eindwinnaar een ‘ondersteunende rol’ te willen opnemen.
Sinds zijn val tijdens de Dauphiné in juni vorig jaar heeft de Keniaanse Brit geen uitslag van betekenis meer gereden. In zijn laatste wedstrijd, Luik-Bastenaken-Luik begin deze maand, haalde hij het einde niet. Froome, die eind dit seizoen naar Israel Start-Up Nation verkast, geeft toe dat het hem aan referentiepunten in competitie ontbreekt, maar zegt ook op training de jongste tijd ‘de kloof te hebben gedicht’. ‘We zullen snel zien hoever ik sta.’
Dat laatste is niet overdreven. ‘In deze Vuelta moet je er meteen staan’, weet Jumbo-Visma-ploegleider Niermann. ‘De eerste drie etappes zijn bergritten. Dag zes krijgen we in mijn ogen al de koninginnenrit, gezien de finish op de Tourmalet. Natuurlijk volgen daarna nog zware etappes, maar het zwaartepunt van de Vuelta ligt in de eerste week.’
Vandaag al krijgt het peloton de eerste van zeven aankomsten op hoogte voor de wielen. Oorspronkelijk had de Vuelta op 14 augustus met een individuele tijdrit in Utrecht moeten beginnen. Corona verplichtte de organisatie om de Gran Salida in Nederland met (minstens) twee jaar uit te stellen. Daardoor telt deze ronde slechts 18 in plaats van 21 ritten en is ze met 2.883 kilometer de kortste sinds de door Freddy Maertens gewonnen editie van 1977.
Twee positief
Het is een kwarteeuw geleden dat de Vuelta van het voorjaar naar het najaar verhuisde. Sinds die kalenderhervorming is het slechts vier renners gelukt om na een toptienplaats in de Tour hetzelfde seizoen nog de Vuelta te winnen: Laurent Jalabert (vierde in de Tour 1995), Roberto Heras (vijfde in 2000), Nairo Quintana (derde in 2016) en Chris Froome (winnaar in 2017). De favorietenstatus van Roglic en Dumoulin, respectievelijk tweede en zevende in Parijs, is dus minder vanzelfsprekend dan hij lijkt. Thuisrijder Enric Mas is de enige andere renner uit de top tien van de afgelopen Tour (vijfde) op de Spaanse deelnemerslijst. In totaal hebben 45 renners de Tour in de benen. De Giro, die de slotweek ingaat, telde bij de start slechts 12 Tour-gangers.
De Vuelta viert dit jaar haar 75ste editie. In haar geschiedenis moest ze talloze obstakels overwinnen, van de Spaanse Burgeroorlog in de jaren dertig tot terreur door de Baskische afscheidingsbeweging ETA, maar de wedstrijd krabbelde telkens recht als een kat met negen levens.
Ook nu rijst de vraag of en hoe de Vuelta op 8 november Madrid zal halen. Zeven beklimmingen op het parcours reiken hoger dan 1.500 meter, met de Tourmalet (2.115 meter) als dak. Zullen de mogelijk winterse weersomstandigheden deze passages toelaten?
En dan is er nog dat andere, overbekende zwaard van Damocles. Gisteren deelden de organisatoren mee dat twee leden uit de entourage van de teams een positieve coronatest hadden afgelegd, één personeelslid van Team Sunweb en één van Bahrain-McLaren. Bij de renners waren er geen positieve gevallen. Eerder kondigde de organisatie al een publieksverbod af op negen bergen en op de parkings van de teambussen. Ook de publiciteitskaravaan rijdt dit jaar niet uit.
De Vuelta is een kat met negen levens, maar de vraag rijst of en hoe ze Madrid zal halen