Minder verkeer leidt tot meer geluk
WELZIJN Of mensen zich goed en verbonden voelen in de straat waar ze wonen, hangt in grote mate af van het verkeer voor hun deur, tonen getuigenissen van 4.000 Vlamingen in het kader van het Straatvinken-onderzoek.
In 1.690 straten in 273 Vlaamse gemeenten telden de bewoners op 14 mei dit jaar een uur lang al het verkeer. Hoeveel auto’s reden door hun straat? Hoeveel vrachtwagens? En hoeveel fietsers en voetgangers? Het burgerwetenschapsproject Straatvinken verzamelde zo voor de derde keer data over de modal split – de verhouding tussen alle verschillende vervoersmiddelen – in de straten.
Aansluitend op de tellingen getuigden bewoners ook over hoe ze zich voelen in hun straat, hoe graag ze er wonen, en waarom. Uit de resultaten blijkt dat het verkeer vaak een allesbepalende impact heeft (zie grafiek). ‘We hebben het gevoel dat er een drempelwaarde is’, zegt onderzoeker Huib Huyse (Hiva-KU Leuven). ‘Zodra het aandeel gemotoriseerd verkeer een bepaalde grens overschrijdt, wordt het zo dominant dat het de levens van bewoners in al zijn facetten gaat beïnvloeden.’
Het gaat dan niet alleen over veiligheid en gezondheid, maar evenzeer over de sociale cohesie in een wijk. Een vergelijking tussen twee straten – die op het eerste gezicht veel gemeen hebben, maar de voorbije jaren een heel verschillende evolutie doormaakten – illustreert dat (zie hiernaast). ‘Te veel verkeer kan een hele straat ontwrichten’, zegt Huyse.
Dat het onderzoek toont dat na het einde van de lockdown het autoverkeer in de steden hoger lag dan ervoor (DS 14 oktober), is onrustwekkend, zegt Sven Augusteyns van Straatvinken. ‘Door vol in te zetten op minder en duurzamer verkeer, en door de inrichting van hun straten te verbeteren, kunnen besturen ook de sociale cohesie in hun stad of gemeente versterken, wat een essentiele voorwaarde is om te komen tot buurten waar het fijn leven is.’