Coronadiscipline in New York City
De weerbarstige New Yorkers zijn een toonbeeld van discipline. Ze houden zich zonder morren aan de strenge coronaregels, ondervindt Pim Raes aan den lijve.
Vlaming in New York.
Door de eerste lockdown zijn mijn vrouw en ik in België heen gesparteld, thuiswerkend met twee kleuters. Intussen wonen we in New York, zorg ik voor de kinderen en ben ik voltijds videocallfacilitator. Het takenpakket in die laatste functie bestaat erin mijn twee dochters de toegang te ontzeggen tot de slaapkamer waar mijn vrouw de hele dag videovergadert. Zenuwslopend, zeg ik u gemeend. Ik vrees elke dag voor mijn ontslag.
Hier in New York – de meltingpot die in het voorjaar nog ’s werelds grootste petrischaal voor ziektekiemen was – zijn de coronacijfers voorlopig nog niet erg zorgwekkend. Ze zijn in elk geval beter dan in België en dan in de rest van Amerika. Dat komt omdat we tegenover de gemeenschappelijke vijand – corona en zijn bekendste superverspreider in het Witte Huis – doortastend zijn opgetreden. Toch minstens na een erg moeilijke start.
Alexa, do you love me?
Toen we hier in augustus aankwamen, voelden we snel aan dat de New Yorkers veel angstiger zijn, getraumatiseerd door de ellende die het virus hier aanrichtte. Pas halverwege de zomervakantie kwamen velen weer voor het eerst naar buiten. Hoewel ze het intussen ook moe zijn, en het op straat en in de metrostellen veel drukker is, lijkt er nog altijd meer discipline te zijn dan wat ik in het voorjaar op Belgische pleinen en dijken zag.
Ook hier is iedereen fysiek van elkaar afgesneden en op zichzelf In deze hoofdzetel van het consumentenkapitalisme zijn vele malls gesloten en shopt iedereen zichzelf online bij mekaar. Het individualisme dat het voornoemde systeem propageert, is een verplichte en letterlijke realiteit. Door corona moet je plots helemaal alleen volledig jezelf zijn. Even met Alexa praten en Amazon komt wat later al het nodige op de stoep zetten. ‘Alexa, do you love me?’
Excuus. Ik dwaal af. Ik wilde u een idee te geven van de New Yorkse coronadiscipline. Mijn kinderen mogen pas sinds drie weken halftijds naar school. Ze zitten elk aan een apart tafeltje in een klasje van maximaal zes. Voor ik ze ’s ochtends aflever, moet ik online voor mezelf, voor dochter 1 én voor dochter 2 drie keer dezelfde medische vragenlijst invullen. Als ik de speelplaats betreed, moet ik de bevestigingsmail aan de dubbel gemaskerde juffen tonen, worden we aan de kant gezet om onze temperatuur te checken, én krijg ik de vragenlijst waarvan sprake nog eens mondeling te verduren. ‘Are you or have you been in contact with …’ vaker nee ’s ochtends.
Hoewel Amerikanen vaak beweren niet van regeltjes te houden, zijn ze erg procesziek. (Dat zal u na de verkiezingen ook weer zien.) In de juiste rij gaan staan, miljoenen waivers tekenen ... strontvervelend, maar in coronatijden is dat misschien een deel van hun redding.
Wat zeker helpt, is dat je je op veel plekken gratis en implusief kan laten testen. Her en der in de stad staan testpartytentjes waar je – als het je uitkomt – even langsloopt. Een dag later bellen ze je op met het resultaat en ben je weer even gerustgesteld. De overheid grijpt ook snel en stevig in.
Ik zeg nu nog
Bij een uitbraak in voornamelijk chassidische gemeenschappen enkele dagen geleden gooide ze hele wijken meteen op slot.
Her en der staan testpartytentjes waar je even langsloopt als het uitkomt. Een dag later krijg je het resultaat en ben je weer even gerust
Niet te veel janken
Bijna alle New Yorkers die ik ken, werken al maanden alleen maar vanop afstand. De restaurants mogen sinds kort binnen op een kwart van hun capaciteit draaien, maar dan nog gebeurt restaurantbezoek bijna alleen buiten. De houten staketsels waarmee veel horecazaken een rijstrook mogen inpalmen, krijgen de laatste dagen een zeildoek aangemeten. ‘Jesus Christ, they are making the outside inside!’, zei een voor het overiteruggeworpen.