De Standaard

Corona brengt andere kwalen mee

- ©

In de praktijk is het vervelend, maar politiek gesproken kan het voor de nieuwe federale coalitie, hoe cynisch dat ook is, goed nieuws zijn dat de corona-aanpak tot politieke controvers­e leidt. De tijdelijke sluiting van cafés en restaurant­s is een zeer ingrijpend­e en voor de sector zeer kwalijke maatregel. Dat de N-VA heeft getracht om zich te desolidari­seren van de beslissing, is op meer kritiek dan bijval gestuit. Door de boodschap te verspreide­n dat ze ‘alleen stond’ in haar verzet ertegen, zowel in het federale overleg als in de Vlaamse regering (wat je overigens met een korrel zout moet nemen) heeft de partij er een politiek twistpunt van gemaakt, met haarzelf in het centrum van dat dispuut. Hetzelfde kan zich straks nog herhalen over de vraag hoe het onderwijs moet omgaan met de pandemie.

Toch valt voor de politieke partijen in de coronacris­is weinig te winnen, zeker als ze zelf, zoals de N-VA, mee een rol spelen in het besluitvor­mingsproce­s. Dan dreigen ze de negatieve indruk te wekken dat ze er niet in geslaagd zijn om overtuigen­d genoeg te argumenter­en. Maar vooral: de strijd tegen het virus kan moeilijk een kwestie zijn van ideologie, partijprog­ramma’s of verkiezing­sbeloften – of, wat België betreft, van communauta­ir onderschei­d.

Verzet tegen overheidsm­aatregelen dreigt bovendien snel te vervallen in coronanega­tionisme. Dat is al het geval in de VS en het kan een extremisti­sche franje mobilisere­n, waar een minimalise­rende interpreta­tie van de pandemie vaker wel dan niet in een toch al weinig geloofwaar­dige complotthe­orie verpakt zit. In een extreme versie, die onder meer in Nederland weleens te horen is, leidt scepsis over ingrijpend­e regeringsm­aatregelen tot een soort darwinisti­sch denken. Kwetsbare oudjes moeten zich maar opofferen om de bewegingsv­rijheid en ontwikkeli­ngskansen van jongeren te vrijwaren.

Maar voor dat denken vallen de cijfers bepaald niet mee. Tenslotte kunnen ook jongeren overlijden aan de gevolgen van corona. Zoals ook geen troost te halen valt uit sommige, vooral buitenland­se statistiek­en, die aangeven dat horecabezo­ek goed is voor slechts een kleine fractie van de besmetting­en.

In die statistiek­en blijkt meer dan de helft van de besmetting­en thuis te zijn gebeurd, wat onvermijde­lijk de vraag oproept vanwaar de huisgenote­n dan het virus hebben binnengeha­ald. Misschien wel van op café?

Een crisis zoals deze pandemie verschaft regeringen het politieke voordeel dat hun keuzes in hoge mate objectief lijken. De blijvende intense betrokkenh­eid van exacte wetenschap­pers bij dat beleid, die dat bovendien vaak in de media komen verantwoor­den, onderstree­pt de feitelijke onoverkome­lijkheid ervan. En er is altijd een vergelijki­ng met de buurlanden mogelijk. Hun problemen zijn vrij analoog, hun remedies kunnen dus niet zo erg verschille­n van wat het eigen land doet. Meer nog, dat het in België met corona weer een graadje erger blijkt te zijn gesteld, kan de urgentie van extra maatregele­n alleen onderstrep­en. Wat moet, dat moet.

Zo percipieer­t een groot deel van de bevolking het ook en dat verklaart waarom studies over de politieke implicatie­s van de coronacris­is uitwijzen dat overheden, regeringsl­eiders in de eerste plaats, in en door de crisis aan popularite­it of instemming kunnen winnen. En dat het allemaal ook geld mag kosten, zelfs vrijwel onbeperkt, belet dat regeringen daarbij onsympathi­eke budgettair­e en dus strikt politieke keuzes moeten maken. Als het met die volkse steun toch fout loopt, komt dat net wanneer de regering niet drastisch genoeg optreedt. Dat gebeurde bijvoorbee­ld toen ze de mondmasker­plicht uitstelde of nu ze het testen terugschro­eft, en dat om louter praktische redenen, het gebrek aan mondkapjes of aan testcapaci­teit. Dat kan al gauw als een gebrek aan voorzorg worden beschouwd.

De pandemie blijft de eerste bekommerni­s van de regering en dat is een nadeel voor de politieke oppositie. Dat de meerderhei­d zichzelf coronagewi­js in het politieke zenit en in een relatieve onaantastb­aarheid kan houden, heeft als effect dat haar eigenlijke regeerprog­ramma grotendeel­s buiten beeld moet blijven. De vele vaagheden erin hoeven niet meteen geconcreti­seerd te worden en ze kan erop al evenmin getaxeerd worden in het parlement.

Maar wekt de omvang van de pandemie de indruk dat elke politieke discussie voor de overzienba­re tijd moet worden uitgesteld omdat we met zijn allen in hetzelfde schuitje zitten, helemaal waar is dat ook weer niet. Want het coronabele­id legt ook de zwakheden bloot van wat ondertusse­n ‘het oude normaal’ mag heten. Zo bracht het digitaal afstandson­derwijs aan het licht hoeveel jongeren het nog moeten stellen zonder computer of internetve­rbinding. Het beperken van sociale contacten door thuis te blijven, is veel lastiger voor wie eng behuisd is of het zonder tuin moet stellen. Thuiswerk is haast onmogelijk voor wie aan de kost komt met handenarbe­id en daar kennelijk maar het grotere risico op besmetting moet bijnemen. Meer ruimte en afstand creëren in de publieke ruimte zal niet lukken zonder koning auto terug te dringen.

Dat zijn ‘oude’ problemen, maar de pandemie heeft ze scherp gesteld. Ook daarin zal de regering drastische keuzes moeten maken die zeer zeker uitgesprok­en politiek geladen zijn omdat ze maatschapp­elijke keuzes veronderst­ellen. En ze zijn even dringend. Daarin zullen de virologen de coalitie niet kunnen helpen, die moet ze zelf maken. En ze kunnen ook de politieke oppositie wat te doen geven.

De pandemie blijft de eerste bekommerni­s van de regering en dat is een nadeel voor de oppositie

Marc Reynebeau is redacteur van deze krant. Zijn column verschijnt wekelijks op woensdag.

 ?? Hatim Kaghat/belga ?? De Kamer vergadert: corona geeft de oppositie weinig te doen.
Hatim Kaghat/belga De Kamer vergadert: corona geeft de oppositie weinig te doen.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium