Problematische voortvarendheid
Het hebben van een paar gezworen vijanden kan nuttig zijn in de politiek. Het motiveert de aanhang en het plaatst je in het centrum van de media-aandacht. Maar te veel mensen of partijen tegelijk tegen je in het harnas jagen, is meestal geen goed idee.
Je zou verwachten dat niemand dat beter beseft dan de groenen die na een lange afwezigheid weer in de federale regering zijn geraakt. Hoe het voor hen in 2003 eindigde, zou voor eeuwig een les moeten zijn. De Vlaamse groenen verdwenen toen gewoon uit het parlement. Maar een combinatie van onervarenheid en gretigheid overvleugelt de goede voornemens.
Dat de N-VA, een jaar voor de definitieve beslissing daarover, de kernuitstap heeft uitgekozen om haar federale oppositierol aan te vatten, kan vanuit groen perspectief voorlopig nog ongevaarlijk lijken. Het doet de liberalen pijn, maar het behoort nu eenmaal tot het Vivaldi-compromis. Het gaat om het meest symbolische thema dat aan de groene regeringsdeelname is verbonden en het brengt minister Tinne Van der Straeten, een specialist ter zake, in beeld.
Problematischer is de voortvarendheid waarmee diverse Ecolo-politici zich laten opmerken. De voorafname die minister van Klimaat Zakia Khattabi leek te willen doen op de fiscale hervorming met de onmiddellijke invoering van een koolstoftaks. Het intussen al met excuses ingetrokken idee van de Brusselse minister Alain Maron om landbouwgronden in Vlaanderen en Wallonië op te kopen. De federale staatssecretaris voor Gelijke Kansen Sarah Schlitz wier inclusieve overtuiging niet zover gaat dat ze wat Nederlands spreekt. En gisteren de ongeplande sortie van Kamerlid Séverine de Laveleye die vaart wil maken met de verlenging van de abortustermijn, terwijl CD&V dat naar de Griekse kalender had geduwd.
Dat wordt wat veel in die paar weken tijd. De ouderen bij Groen moeten zich toch herinneren dat het in 2003 hun vrienden de Ecolo-ministers waren die zich zodanig onmogelijk maakten dat ze uit de regering-Verhofstadt werden gezet en zo de omstandigheden creëerden voor de striemende nederlaag van hun Vlaamse broeders.
Het is een illusie dat profilering de achterban charmeert en alleen de boze buitenwereld irriteert. Als Groen, naast de herlevende socialisten, een volgende keer betekenisvol boven de 10 procent wil klimmen, dan moet de partij stemmen winnen in het centrum. Er zijn zeker nog kiezers die een eind mee kunnen met het groene programma. Maar die zijn wel allergisch voor pedanterie en chaos.
Om boven 10 procent te klimmen moet Groen stemmen winnen in het centrum