Vuurproef voor ministers is vaak werk van lange adem
De Kamer onderwerpt alle nieuwe regeringsleden al twee weken lang aan een verhoor over hun beleidsvisie. Die zittingen slepen al dagenlang aan, tot frustratie van de ministers. ‘Hier moet je tijd voor nemen’, vindt de oppositie.
Minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) zuchtte. ‘Dit debat duurt nu al meer dan negen uur’, zei ze gistermiddag in het halfrond van de Kamer. ‘Op zich vind ik dat prima. Maar ik heb de indruk dat we in cirkels praten. Dezelfde vragen worden tot drie keer toe gesteld. Het is interessant om debatten te voeren tussen parlementsleden, maar het doel is toch om antwoorden van mij te krijgen?’
Theo Francken, defensiespecialist van de N-VA, had alle partijen net gevraagd naar hun visie over nucleaire bewapening. Het was de derde keer dat de commissieDefensie bijeenkwam om Dedonders beleidsverklaring te bespreken. En ook gisteren raakte het werk niet af. ‘U moet verzekeren dat we volgende keer kunnen afronden’, sprak MR-Kamerlid Denis Ducarme tot de commissievoorzitter. ‘We hebben nog andere commissies te volgen.’
Sinds de zesde staatshervorming van 2011 onderwerpen de Kamercommissies kort na het aantreden van een nieuwe regering de bevoegde ministers aan een verhoor. De bedoeling was om het parlement meer inzicht en inspraak te bieden bij de plannen van de nieuwe ministers, naar Europees voorbeeld (zie inzet).
Gisteren startte dat proces, dat nu voor de tweede keer plaatsvindt, ook voor de laatste beleidsdomeinen. Onder meer omdat enkele ministers hun beleidsverklaringen laat indienden, vinden heel wat besprekingen plaats na de reglementair bepaalde zes weken na de eedaflegging. Maar de vraag is vooral: dragen de hoorzittingen voldoende bij tot hun doel?
Ministers luisteren vooral
De ene hoorzitting is kwaliteitsvol, de andere minder. ‘Het is de eerste test voor ministers’, zegt Servais Verherstraeten, fractieleider van CD&V. Zo viel het slechte of afwezige Nederlands van de staatssecretarissen Mathieu Michel (MR) en Sarah Schlitz (Ecolo) op. ‘Het biedt de gelegenheid om te debatteren over de globale visie in plaats van de meer concrete discussies tijdens de legislatuur’, zegt PVDAfractieleider Raoul Hedebouw.
Alleen: tot een echt debat komt het zelden. Door de ongelimiteerde spreektijd per fractie slepen sessies dagenlang aan. Behalve Dedonder zaten ook Frank Vandenbroucke (Volksgezondheid), Vincent Van Quickenborne (Justitie), Karine Lalieux (Pensioenen) en David Clarinval (Middenstand en Zelfstandigen) al drie dagen of meer vooral te luisteren.
Sommige Kamerleden spreken langer dan een uur aan een stuk. Op de eerste hoorzitting over Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing gisteren kwamen alleen de N-VA en Groen/ Ecolo, de twee grootste fracties, aan bod. ‘De spreiding van de debatten maakt ze veel minder spitant', zegt Verherstraeten.
De tijdsdruk knaagt aan de kwaliteit. Minister van Energie Tinne
Van der Straeten gaf bij haar hoorzitting aan niet op specifieke vragen te kunnen antwoorden, tot ergernis van de oppositie. Daarentegen grijpen Van der Straeten en haar collega-ministers Petra De Sutter en Van Quickenborne de hoorzitting wel aan om suggesties van Kamerleden op te nemen in een ‘beleidsverklaring 2.0’.
Dedain voor het parlement
Er zijn verklaringen voor de lange besprekingen. Ze vallen samen met de bespreking van de aan de begroting gekoppelde beleidsnota’s waarin elke minister zijn plannen voor het komende jaar uitlegt. Bovendien kwam tijdens de regeerverklaring van premier Alexander De Croo (Open VLD) alleen hijzelf aan het woord. Tot een thematisch debat kwam het niet, in tegenstelling tot 2014.
‘Het parlement is geen vervelende bijkomstigheid. We moeten de tijd krijgen om de ministers te leren kennen’
Peter De Roover Kamerfractieleider NVA
‘Tussenkomsten van een uur zijn contraproductief. Hetzelfde krijg je ook in 20 minuten gezegd’
Raoul Hedebouw Kamerfractieleider PVDA
De oppositie wil niet weten van een beperking van de spreektijd. ‘Het parlement is geen vervelende bijkomstigheid’, zegt N-VA-fractieleider Peter De Roover. ‘We moeten de tijd krijgen om ministers te leren kennen en om te zien of er binnen de meerderheid andere klemtonen gelegd worden.’
‘Hier moet tijd voor genomen worden’, zegt ook Barbara Pas (Vlaams Belang). Dat vindt ook Hedebouw. ‘Maar het debat moet wel aantrekkelijk blijven. Tussenkomsten van een uur zijn contraproductief. Hetzelfde krijg je ook in 20 minuten gezegd.’
De meerderheid is voorzichtig met kritiek, omdat ze niet beschuldigd wil worden van dedain tegenover het parlement. Maar er is ruimte voor verbetering’, zegt Groen-fractieleider Kristof Calvo. ‘Kort en efficiënt zijn is niet de grootste kracht van de Kamer.’ Bovendien leiden de lange debatten ertoe dat commissieleden niet alle debatten kunnen bijwonen, wat tot herhalingen leidt.
In 2014 pleitte de PS er nog voor om het Europese model meer te kopiëren. De discussie zou dan ook gaan over de persoon zelf en het parlement zou kandidaten kunnen wegstemmen. Ook Calvo, die een groot deel van het luik politieke vernieuwing van het regeerakkoord uittekende, is daarvoor gewonnen. ‘Dit is een thema waarover we ons verder moeten buigen.’
Matthias Verbergt