Toont Black-out de toekomst voor VRT.Nu?
Wordt de nieuwe Eén-reeks het voorbeeld van hoe VRT zal moeten samenwerken met Streamz? ‘Eén mag geen promotiekanaal voor Streamz worden’, zegt Katia Segers (SP.A).
Te diep en te snel ademen in tijden van stress. Dat is, kort door de bocht, hyperventilatie. De neveneffecten zijn legio: van slecht werkende ogen tot iets wat doet denken aan een hartaanval. ‘Ik denk dat er veel first-timers zijn in deze coronatijden’.
Mensen die na een of andere shock zwaar zaten te hijgen, kon je helpen door hen in een papieren zak of in hun handen te laten ademen. Dat had ik ooit in een EHBOcursus geleerd over hyperventilatie. En Lena Dunham had ik zien stresshijgen in de televisiereeks Girls. Maar dat was het ongeveer. Tot onlangs. Ik reed op de autosnelweg en haperde even in een bocht. Mijn handen begonnen lichtjes te zweten en er gebeurde iets raars in mijn hoofd. Het voelde alsof ik heel even in een soort van mentale verstarring terechtkwam. Bangelijk genoeg om mij een angstje te bezorgen toen ik de volgende keer een bocht naderde op de snelweg, waarna ik weer even dat rare gevoel kreeg. En dat was alweer angstaanjagend genoeg om me bij de volgende autorit even te doen twijfelen: tiens, was er geen binnenweg? Of zou ik niet gewoon de trein nemen? Lap, daar had je het: zat ik hier nu snelwegangst te krijgen? En was dit nu hyperventilatie? Zo zonder één keer te hijgen?
Heel normale reactie
‘Op zich is hyperventilatie een heel normale reactie van ons lichaam’, zegt professor gezondheidspsychologie Omer Van den Bergh, die zich al een hele carrière bezighoudt met het fenomeen. ‘Iedereen doet het al eens. Bij zo’n vijftien tot twintig procent van de mensen kan het tijdelijk problematisch worden, en bij een kleiner percentage escaleert het. Maar op zich is het niet meer dan een instinctieve anticipatie op grote krachtinspanningen. Bij stress zet ons lichaam een primitief fightflight-systeem in gang. Alles wordt in gereedheid gebracht om te vechten of te vluchten. Dat zijn twee uiteenlopende reacties, maar ze hebben één ding gemeen: voor allebei heb je snel veel energie nodig.’
‘Om die energie te leveren, moet je ademdebiet omhoog’, aldus Van den Bergh. ‘Je gaat dus sneller en/of in grotere teugen ademen. Alsof we ons klaarmaken voor een fysieke vecht- of vluchtinspanning, maar zonder dat we die inlucht spanning ook daadwerkelijk leveren. Daardoor ontstaat er een discrepantie tussen je ademgedrag en de feitelijke noden van je lichaam. Hoeveel je ook inademt, je neemt niet meer zuurstof op dan je lichaam kan stockeren. Maar elke keer dat je inademt, breng je wél zuurstofrijke maar koolzuurarme lucht in de longen. Koolzuur of CO2 associëren we nogal snel met iets negatiefs, want dat is de zogenaamd slechte die we zelf produceren bij het uitademen, maar ons lichaam heeft er wél een bepaalde hoeveelheid van nodig. Als dat koolzuurpercentage in je bloed begint te zakken, kunnen er op veel plekken in je lichaam onevenwichten ontstaan, en riskeer je een hele waaier van symptomen te krijgen. Bloedvaten kunnen zich bijvoorbeeld vernauwen, ook in de hersenen. Gevolg: concentratie- of geheugenproblemen. Veel mensen beschrijven ook een raar gevoel in hun hoofd. Alsof je onder een soort stolp terechtkomt, een vorm van derealisatie’.
Velerlei symptomen
Check: dat is dus wat ik voelde achter het stuur. Mijn vraagstuk is opgelost. Nu de rest nog. Want het lijstje met mogelijke hyperventilatiesysmptomen is lang. Van den Bergh somt er een paar op. Accommodatieproblemen met de ogen, waardoor je soms tweemaal moet kijken om iets scherp te krijgen. Benauwdheid, druk op de borst, soms met pijnlijke steken op de borstkas die het gevolg zijn van krampen
‘Ademhalingsoefeningen op kritieke momenten helpen, maar als ademen zelf de focus van perfectionistische controle wordt, loopt het soms verder mis’
Omer Van den Bergh Professor gezondheidspsychologie
in de tussenribspieren, hartkloppingen, een bonzende hartslag, misselijkheid, gastro-intestinale symptomen, een lichte tremor, ja, zelfs een droge keel, een slikreflex, een constante drang om te kuchen ...
Cirkel
Iemand die weet waarover we het hebben, is tekenares Eva Mouton: ‘Op een bepaald moment voel ik dat ik sneller ga ademen, maar hoe dieper ik adem, hoe minder lucht ik krijg. Tegelijk is er zo’n onderliggend gevoel dat moeilijk te definiëren is, iets tussen angst en paniek. Soms overvalt het me onverwachts, maar soms voel ik het aankomen omdat ik me al dagen of weken aan het opjagen ben. Ik kan het bijvoorbeeld krijgen op een zondagavond. Dat is dan zo’n moment waarop alles rustig lijkt, maar ik plots begin te denken dat ik een deadline niet ga halen. Soms kan ik niet eten, omdat ik zo hard buiten adem ben dat ik niet kan slikken. Of ik krijg keelpijn, en een hese stem, omdat die spieren in mijn keel overspannen zijn. Op den duur wordt dat een cirkel. Hoe meer ik verkramp, hoe meer mijn tussenribspieren verkrampen, hoe angstiger ik word, hoe slechter ik slaap, hoe vermoeider ik ben, hoe slechter ik me voel.’
‘Als je al die symptomen tegelijk krijgt,’ aldus Van den Bergh, ‘moet je al heel sterk in je schoenen staan om niet te denken dat er iets heel ergs met je aan de hand is. Heel veel mensen gaan in paniek naar de dokter die hen dan opgelucht vertelt dat er lichamelijk niks scheelt. Maar opluchting is niet aan de orde bij iemand die zoiets meemaakt. Die denkt minstens aan een hartaanval of een herseninfarct. Bovendien is het vaak zo traumatiserend dat de angst om dat nog eens te krijgen op zich een stressfactor wordt, waardoor je sneller gaat ademen en het ook daadwerkelijk opnieuw krijgt. En zo zijn we vertrokken voor een kluwen van problemen. Sommige mensen gaan vermijdingsgedrag ontwikkelen – een snelweg vermijden bijvoorbeeld – anderen lopen de ene dokter na de andere af omdat ze blijven denken dat ze ernstig ziek zijn.’
Soms is het allemaal simpel te ontwarren, soms ook niet. Van den Bergh geeft het voorbeeld van iemand die na een autoongeval zwaar geschrokken zit te hijgen achter het stuur. Dat is een acute reactie die te wijten is aan een plotse daling van de koolzuurspanning. Indrukwekkend, dat wel, maar psychologisch minder gevaarlijk dan de niet-acute versie. Hier is een duidelijke oorzaak-gevolglink. Die heb je niet bij bijvoorbeeld een man die ’s avonds rustig in een zetel zit en begint te piekeren over zijn slechte relatie. Uit elkaar gaan? Wat met de hypotheek? Wat met de kinderen? Al piekerend zwengelt hij zijn ademhaling aan, onbewust.
‘Soms leg ik het mijn patiënten als volgt uit’, zegt Van den Bergh. ‘De geschrokken chauffeur neemt de lift naar beneden en zakt snel door de bodem van de koolzuurspanning. De man in de zetel neemt de lange ladder naar beneden en komt veel trager op hetzelfde lage koolzuurniveau terecht. Hij begint zich heel vreemd te voelen, vraagt zich misschien af of dit nu een hartaanval is. In tegenstelling tot de chauffeur ziet hij geen aanleiding, geen oorzaak, hij zit gewoon rustig in zijn zetel. En toch slaat alles op hol.’
De invloed van corona
Een logische vraag is dan ook of deze coronaperiode de ideale voedingsbodem is voor hyperventilatie. Eenzaamheid, mensen die hun job of zaak dreigen te verliezen, gedoe met de kinderen op school, de lastige combinatie van gezin en werk, angst om ziek te worden, er zijn redenen genoeg om te beginnen malen.
Eva Mouton: ‘Bij mij wel. Bij het begin van de lockdown was ik een week aan het hyperventileren. Het is een typische reactie van mij wanneer ik grip probeer te krijgen op iets wat in de wereld gebeurt, maar wat niet lukt. Ik weet dat het te maken heeft met mijn perfectionisme, de drang om alles onder controle te hebben.’
Mouton ziet ook in haar omgeving veel mensen die klachten hebben waarop ze de vinger niet kunnen leggen: ‘Wanneer ze klagen over het gevoel dat er een olifant op hun borst zit, willen ze me niet geloven als ik zeg dat het hyperventilatie zou kunnen zijn’, zegt ze lachend. ‘Maar ik ben er zeker van dat er in deze coronaperiode veel firsttimers zijn.’ Omer Van den Bergh: ‘Cijfers hebben we niet, maar aangezien het een natuurlijk stressmechanisme is, kan je vermoeden dat het frequenter optreedt.
En dan?
Allemaal goed om te weten, maar wat kan je eraan doen wanneer je ermee zit? Weten is al de helft van het werk, zo blijkt. ‘De eerste stap’, aldus van den Bergh, die met patiënten een heel stappenplan doorloopt, ‘is inzicht in het mechanisme, begrijpen welke stresssituaties welke lichamelijke reacties uitlokken en in welke cirkel je vastzit. Daarna moet je leren hoe je die hypocapnie (het koolzuurtekort, red.) kunt normaliseren. Door een schelp te maken met je handen om je mond of door in een papieren zak te ademen kan je de koolzuuruitstoot weer inademen. Als mensen als gevolg van hun hyperventilatie situaties of plaatsen vermijden, is dat het derde dat aangepakt wordt. Ze moeten geleidelijk aan leren om weer naar de supermarkt te gaan, wél de snelweg op te rijden, en op angstmomenten hun ademhaling te normaliseren. En de vierde stap is dan onderzoeken waar die stress vandaan komt en daar iets aan doen.’ De piekerende man in de zetel moet zijn relatie onder de loep nemen, de perfectionist moet leren loslaten, de workaholic moet leren neen zeggen. Of beter leren ademen? Van den Bergh: ‘Ademhalingsoefeningen op kritieke momenten helpen, maar als ademen zelf de focus van perfectionistische controle wordt, loopt het soms verder mis. Wanneer je beter omgaat met stress, regelt het lichaam zichzelf wel.’
Eva Mouton: ‘Ik heb ook ademhalingsoefeningen geprobeerd om rustig te worden, maar dat maakte het soms nog lastiger. Ademhalen is namelijk een beetje zoals met je ogen knipperen. Probeer dat ook maar eens te trainen. (lacht) Dat doe je gewoon. Wanneer ik zo’n hyperventilatieaanval voel opkomen, vraag ik me vooral af waarover ik de controle wil en ga ik op zoek naar antwoorden. Ik ga dan tien minuten in de zetel zitten, noteer wat ik voel en probeer het in de ogen te kijken. Dat is belangrijk, want het is een typisch menselijke reactie om weg te lopen en bezig te blijven. Door stil te staan, heb ik ontdekt dat ik het eerst fout had. Ik dacht dat angst aan de basis lag, maar ik zag niet waarvoor ik dan bang was. Nu besef ik dat angst een gevolg was van de hyperventilatie, en verdriet de oorzaak. Pas toen ik dat verdriet heb toegelaten, is het weer wat gebeterd. Nu weet ik dat ik alles even moet stilleggen wanneer ik het gevoel heb dat er een berg op me afkomt, dat ik even moet chillen.’
En de zweterige snelwegbocht waarmee dit verhaal begon? Die heeft stap één achter de rug: inzicht. Nu de rest.
‘Op een bepaald moment voel ik dat ik sneller ga ademen, maar hoe dieper ik adem, hoe minder lucht ik krijg. Tegelijk is er zo’n onderliggend gevoel dat moeilijk te definiëren is, iets tussen angst en paniek’
Eva Mouton Tekenares