De pil is geen wondermiddel
ANTICONCEPTIE Eerder dit jaar overleed een vriendin van Ans Van Gasse aan een trombose, veroorzaakt door een anticonceptiepleister. De risico’s van hormonale anticonceptie zijn te weinig bekend.
Toen ik een jaar of vijftien was, kwamen mijn regels eens een week te laat. Ik had te veel afleveringen van MTV’s I didn’t know I was pregnant gezien, waarin onwetende hoogzwangere meisjes boven een toiletpot bevielen, om dat zomaar te laten passeren. Ik ging langs bij mijn huisarts, een vriendelijke man. ‘Of ge u daar zorgen over moet maken? Bah nee. Maar ik kan wel ineens de pil voorschrijven, dan is dat in orde.’ Mijn vijftienjarige zelf knikte en keek vooruit. Dan moest ik thuis nooit vertellen wanneer ik wat deed en beter nog: dan hoefde ik niks te vrezen van wilde jongens die condooms bijhielden in een broekzak vol spijkers.
Toen ik tweeëntwintig was en zeven jaar aan de pil, viel de hemel op mijn hoofd. Mijn goede vriendin Nina, die op Erasmus zat, was gestorven. Een paar maanden later wees een autopsie de oorzaak aan: haar anticonceptiepleister had een pulmonale longembolie veroorzaakt, een bloedklonter.
Ik was in shock, keek naar mijn pilstrip en dacht aan al die jaren waarin ik amper naar de bijsluiter had gekeken. Was dit kleine pilletje, dat ik al jaren zo handig vond om mijn menstruatie te kunnen uitstellen op vakanties, ertoe in staat om mij te doden?
Nina was niet alleen
Intussen zijn we enkele maanden later. Ik heb meisjes leren kennen die hetzelfde hebben meegemaakt. Zij verloren hun vriendin Steffi, die aan een embolie leed. Samen met hen, de moeder van Nina en enkele vriendinnen heb ik de campagne Anticoncept! opgestart, om anticonceptie te bestuderen en mijn omgeving te sensibiliseren. Intussen heb ik bijgeleerd. Zo weet ik dat het gebruik van hormonale anticonceptie je risico op een bloedklonter met vijf keer verhoogt, maar ook dat dit risico kleiner is bij specifieke vormen van hormonale anticonceptie – zoals een hormoonspiraaltje. Ik weet ook dat voornamelijk je genetica beïnvloedt of je risico loopt, en dat een dokter die alles volgens het boekje doet om die reden even je familiegeschiedenis nakijkt, een bloeddruktestje doet en bloed neemt. Ik weet intussen ook dat dit lang niet altijd gebeurt. Voorschriften worden vaak zonder consultatie in de brievenbus gestoken.
Maar ik weet ook dat mijn dokter geen crimineel was, en dat nuance in deze zaak een hoog goed is. Want dat we de pil zo makkelijk krijgen, ligt ook aan onze ingesteldheid. Eind de jaren 50 kwam de pil op de markt – het was een ware revolutie. Eindelijk konden vrouwen geboortebeperking in eigen handen nemen. In een poging om de pil zo veel mogelijk aan de man te brengen, lijken we daardoor ook een gevaarlijke shift te hebben gemaakt in onze omgang ermee. De pil is nu geen geneesmiddel, maar een wondermiddel: een kleinood dat je acne doet verdwijnen, dat je menstruatie reguleert, en dat maakt dat je niet met je seksuele partner hoeft te bespreken wat je al dan niet gaat doen om te voorkomen dat je zwanger wordt, als je te veel schroom voelt. Want iedereen aan de pil betekent iedereen veilig, toch?
Hoe handig hormonale anticonceptie ook is, het is en blijft een geneesmiddel
Doorbreek het taboe
Omdat we er niet over hoeven te praten, verdwijnen de nadelen van hormonale anticonceptie nog meer naar de achtergrond. Het is ook door dat taboe dat patiënten met een mogelijke genetische aanleg voor die nadelen niet altijd worden opgemerkt – en dus ook niet opgevolgd. De ouders van Steffi wisten wel degelijk dat hun dochter aan een bloedstollingsaandoening leed, maar er was op geen enkel moment naar gevraagd tijdens de consultaties. En omdat we in een maatschappij leven waarin de risico’s van anticonceptiegebruik ook niet openlijk worden besproken, weet een patiënt ook zelf niet waarnaar te vragen.
We moeten iets doen aan die onwetendheid. Wanneer een patiënt slecht reageert op een geneesmiddel of sterft, zoals Nina en Steffi, moet dat aangegeven worden bij het Bijwerkingen Centrum. De statistieken over trombose als gevolg van anticonceptie lijken laag, maar bij Anticoncept! leren we dagelijks nieuwe verhalen kennen. Het is goed mogelijk dat de helft van die verhalen zijn weg niet vindt naar de statistieken. Maar ruim 42 procent van de vrouwen neemt de pil. Die statistieken zijn dus niet te vergelijken met die van een geneesmiddel dat alleen in geval van ziekte wordt genomen. Alleen door anticonceptie als een legitiem geneesmiddel te behandelen en er in al onze interacties zo mee om te gaan, kunnen we glashelder communiceren over de risico’s ervan.
Hoe handig hormonale anticonceptie ook is, het is en blijft een geneesmiddel. Als we baas in eigen buik willen blijven, moeten we daarover kunnen praten en op zoek gaan naar een middel dat het beste past bij ons lichaam. Een bloedklonter is als een slecht lot uit de tombola, maar iedereen die aan anticonceptie wil beginnen, verdient een rationele consultatie.