De nieuwe Vandekeybus
In première voor een lege zaal
Na een complexe creatie en twee uitgestelde premières had Wim Vandekeybus het wel gehad met die hele corona. Maar voorstellingen kunnen niet zonder publiek. En dus gaat Hands do not touch your precious Me vanavond in première, live gestreamd vanuit de KVS.
De basisingrediënten voor de nieuwe voorstelling van Ultima Vez lagen op tafel. Acht dansers: present. Een samenwerking met de Franse beeldend kunstenaar en performer Olivier de Sagazan, muziek van componiste Charo Calvo, coproductie met de KVS, een oude Soemerische mythe als startschot. Check, check, check. Maar verder is niets gelopen zoals verwacht. De dansers stonden nog maar net op de repetitievloer of de eerste lockdown was een feit. Ondanks alles besloot Vandekeybus door te werken. De creatie volgde de grillen van het virus en de maatregelen ertegen. Repeteren met twee dansers hier, drie dansers daar, afstand houden, overleggen via mail en videocall. Complete chaos, zou je denken. ‘Uit die coronarepetities is één heel mooie scène overgebleven’, zegt de choreograaf. ‘Ik had een vechtscène nodig, maar de dansers moesten afstand houden. Ze reageren op elkaar, maar raken elkaar niet: geweldig!’
Enkele dagen geleden mocht deze gemondmaskerde, gehandgelde en sociaal gedistantieerde journalist even de zaal van de KVS in. ‘Is everybody ready?’ roept Vandekeybus. Er volgt een collectieve ‘No!’ Dansers lopen nog snel heen en weer met kostuums en pruiken, een berg stoelen wordt uit elkaar gehaald en weer gestapeld. Intussen zit Olivier de Sagazan links op scène op een hoopje klei. ‘Dat is nog niets. Dat wordt tweehonderd kilo’, zegt Vandekeybus.
Olivier de Sagazan kneedt sculpturen van klei rond zijn lichaam. Door ze voortdurend te transformeren, geeft hij zijn beelden leven en krijgt het toeval vrij spel. ‘Als beeldhouwer wou ik altijd al meer leven brengen in mijn beelden, maar ik bereikte nooit wat ik beoogde. In een bui van totale wanhoop begon ik mijn eigen lichaam als mal te gebruiken. En dat was het!’ De Sagazan en Vandekeybus kennen elkaars werk al decennia. Beide oeuvres passen op een vreemde manier bij elkaar. Zit het hem in de wilde esthetica of toch vooral in de zoektocht naar de limieten van wat je met een lichaam kan?
Toch bleek het geen lachertje om hun werelden te doen samensmelten. ‘Zeker in het begin was het heftig’, vertelt Vandekeybus. ‘Ik vertrek graag vanuit een idee dat buiten mezelf staat, Olivier wou een voorstelling over hem en mij. Ik stelde iets voor, hij wou iets anders. Hij bracht iets aan, ik wou het veranderen. Ik werk vaak met andere kunstenaars samen en ik weet intussen wel dat die eigen ervaring en ideeën meebrengen. Je vertelt ze niet zomaar wat ze moeten doen. Het komt erop neer een stramien voor je voorstelling te bepalen waarin je ze hun eigen vrijheden kunt geven.’
De onderwereld wint terrein
‘De mythes over de Soemerische godin Inanna zijn vierduizend jaar oud’, zegt Van
dekeybus. ‘Zij vertegenwoordigt alle tegenstellingen die de mens eigen zijn. Licht en donker, creatie en destructie.’ Van de god Enki steelt Inanna de Me uit de titel: alle eigenschappen die nodig zijn om cultuur te scheppen. Zo wordt ze wijs en machtig. In een ander verhaal daalt ze af in de onderwereld om er haar zus Ereshkigal op te zoeken, die daar heerst. Onderweg moet ze alles achterlaten wat ze heeft en weet. Ziedaar de basis voor Hands.
Op scène vertaalt de mythe zich als een almaar groter wordende onderwereld van klei die alles rondom langzaam opslokt. De Sagazan vertolkt de duistere heerseres, Vandekeybus is Enki en Lieve Meeussen geeft gestalte aan Inanna. Meeussen danste vanaf eind jaren 80 al eens tien jaar bij Ultima Vez. ‘Ik dacht meteen aan haar voor de rol van Inanna. Lieve, Olivier en ikzelf zijn een stuk ouder dan de zeven jonge dansers uit de cast. We geven elkaar en dus ook het stuk evenwicht op dat vlak.’
Glibberig
Bij het begin van de voorstelling duikt De Sagazan letterlijk in de klei om zo stukje bij beetje domein te veroveren. Voor de dansers was het wennen. Klei is een materiaal waarvan je moet leren houden. Je moet je er volledig aan kunnen overgeven. ‘Als we eenmaal met de klei aan de slag gaan, hangt heel de zaal ermee vol en achteraf moet je een uur douchen. Het maakt ook alles glad’, zegt Vandekeybus. ‘In het begin glibberden de dansers zo de vloer af. We hebben tijd moeten nemen om vertrouwd te worden met dat materiaal en te onderzoeken wat kon en wat niet.’ Misschien is het wel de elektroakoestische muziek van Charo Calvo die uiteindelijk heeft gezorgd voor de gewenste symbiose van de artistieke universa, denkt Vandekeybus. De componiste, die in de prille dagen van het gezelschap bij Ultima Vez danste, kan zich in die uitspraak vinden. ‘We werken alle drie met zintuiglijk materiaal’, zegt ze. ‘Ik gebruik geluiden zelden zoals ze zijn, ik transformeer hun kleur, hun snelheid. Olivier doet iets vergelijkbaars met klei en verf: hij maakt iets, het verandert, en dan verdwijnt het weer. Ook in de bewegingen van Wim zit hun einde al besloten: als je springt, weet je dat je weer naar beneden komt. Het gaat om richting en energie, transformatie en verbeelding. Met het geluid van één druppel creëer ik een beeld in je hoofd. Alle drie laten wij veel tevoorschijn komen uit kleine, pure dingen. En ja, ik zie wel hoe muziek verschillende elementen kan laten samensmelten. Eerst waren Wim en Olivier nog ieder met hun eigen ding bezig en stond alles nog wat los van elkaar. Voeg je daar muziek aan toe, dan krijgt het geheel opeens een ritme en een duur, en kan alles opeens samenvloeien.’
Snakken naar publiek
De voorstelling was al langer klaar. Vandekeybus en een deel van de ploeg reisden eind oktober naar Italië voor de internationale première. Maar nog voor ze een voet in de zaal hadden gezet, ging cultuur weer op slot in Italië. Hetzelfde gebeurde in november, vlak voor de Belgische première in de KVS. Livestreaming dan maar. Een voorstelling die af is, snakt nu eenmaal naar publiek. Wim Vandekeybus: ‘De voorstelling is gemaakt voor de zaal. In die zin zal het anders zijn dan de voorstelling die ik afgelopen zomer in Londen heb gemaakt bij de Rambert Dance Company. Draw from within werd met negen camera’s live in beeld gebracht. Die voorstelling was gemaakt om te streamen en is zo de wereld rond gegaan. Ze heeft er onlangs nog een prijs voor gewonnen.’ Nu zijn er minder camera’s, tijd en middelen. Maar op de repetitievloer wordt toch duidelijk dat Vandekeybus meer wil dan een simpele omzetting van zaal naar beeld.
Crazy
Net als het publiek zal ook Charo Calvo niet in de zaal zitten tijdens de première. Ze is in Spanje, waar ze volgende week een andere première heeft. ‘Als ik nu het vliegtuig naar België had genomen, was de kans groot geweest dat ik niet naar hier had mogen terugkeren en dat wou ik niet riskeren. Ik zal dus op computer kijken, zoals jullie. Ik ben razend benieuwd, want ik heb tot nu alleen repetities gezien. Een opvoering in een zaal is helemaal anders: alles krijgt er meer diepte en je ziet en hoort details die tijdens repetities nauwelijks opvallen. Op beeld zal het er weer anders uitzien. Ik ben dus best zenuwachtig, maar volgens mij wordt het goed. Totaal crazy misschien, maar goed.’
‘Zodra we met de klei aan de slag gaan, hangt heel de zaal ermee vol en achteraf moet je een uur douchen’ Wim Vandekeybus Choreograaf
‘Als beeldhouwer wou ik meer leven brengen in mijn beelden, maar ik bereikte nooit wat ik beoogde. Tot ik mijn eigen lichaam als begon mal te gebruiken’ Olivier de Sagazan Beeldend kunstenaar
‘Eerst waren Wim en Olivier nog elk met hun eigen ding bezig en stond alles nog wat los van elkaar. Maar met mijn muziek kan alles opeens samenvloeien’ Charo Calvo Componiste
Hands do not touch your precious Me Ultima Vez & Olivier de Sagazan, in coproductie met de KVS. Première vanavond om 20 uur, live gestreamd vanuit de KVS: www.kvs.be Livepremière in juli.
‘Een grote productie van mij – die al van 2020 naar oktober 2021 werd verschoven wegens corona – kan daardoor niet meer doorgaan in Lier’, schrijft theatermaker Kyoko Scholiers op Facebook. ‘Opnieuw verschuiven blijkt haast onmogelijk. Daardoor worden een kinderkoor, vier muzikanten, een productieleidster, een technieker, zeven acteurs en natuurlijk het publiek getroffen.’ Scholiers is niet de enige: tot 31 oktober worden er in Lier 56 opvoeringen uitgesteld of geannuleerd.
‘We gingen er nochtans van uit dat we ten laatste vanaf september weer volop zouden kunnen draaien’, vertelt Griet De Blende van boecultuurkingskantoor Rumoer. Zij ziet in Lier en Bredene geplande voorstellingen van Jan Leyers’ Allah in Europa wegvallen. ‘Het cultuurseizoen 2021-2022 wordt een getroebleerd jaar, vol met verplaatste producties van dit seizoen. Het gevolg is dat het nieuwe aanbod hiervoor moet wijken en dat jonge artiesten de dupe zullen zijn.’
‘Waarom zou men een van de hardst getroffen sectoren opnieuw in de kou zetten, terwijl er ongetwijfeld andere oplossingen voorhanden zijn?’, vraagt Scholiers zich af in een open brief, die op korte tijd ondertekend werd door zo’n zestig artiesten en organisaties, van An Miller tot Olympique Dramatique en Michael De Cock. Daarin vragen ze de gemeenten om de cultuurcentra alsnog te sparen en voor de vaccinatiecentra uit te wijken naar andere plekken, zoals kazernes, opleidingscentra, lege discotheken of kerken die niet langer in gebruik zijn. ‘Om het even welke ruime plek, zolang ze maar niet gelinkt is aan de of de horecasector, die beide al sinds maart 2020 zwarte sneeuw zien.’
Volgens de Lierse burgemeester Frank Boogaerts (N-VA) heeft de stad alle mogelijke plekken onderzocht, maar kwam het cultuurcentrum als meest geschikte locatie naar voren. ‘De zaal is technisch goed uitgerust en vlot bereikbaar met het openbaar vervoer en de fiets. Ze ligt vlakbij de ring en er is een groot parkeerterrein, waardoor de inwoners uit omliggende gemeenten geen extra autoverkeer meebrengen naar het centrum.’
Ook het Kursaal in Oostende is centraal gelegen en goed bereikbaar, aldus directeur Peter Craeymeersch. ‘Iedereen kent het en er is veel ruimte. Bovendien zijn we al sinds maart 2020 gesloten en stond er de komende maanden nog niets op het programma. Er zijn grote verbouwingen gepland, waarmee we zullen starten zodra onze rol als vaccinatiecentrum is uitgespeeld.’
Van de 120 vaccinatiecentra die Vlaanderen uitrolt wordt maar een kleine minderheid ondergebracht in cultuurcentra. Sporthallen, expohallen en congrescentra worden vaker gekozen. Leen Vanderschueren van Cult!, de koepel van cultuurcentra, wil het probleem dan ook niet opblazen. ‘We denken dat onze maatschappelijke rol nu voorrang heeft en zien dit als een crisisdienst. Maar als de vaccinatie vroeger klaar zou zijn dan oktober, dan moet er gekeken worden of er sneller mogelijkheden zijn om weer opvoeringen te programmeren.’