Wat voor internet willen we?
Facebook en Twitter hebben Donald Trump van het internet geflikkerd. Krijgen ze daar applaus voor? Ach, welnee! De ene groep critici klaagt dat ze veel te weinig en te laat ingrijpen, de andere groep schreeuwt moord en brand over censuur en de almacht van big tech. Hetzelfde als altijd, dus. Al zijn sommige mensen wel van kamp veranderd.
Europese politici, bijvoorbeeld. Die scoorden de afgelopen jaren graag door te roepen dat Facebook en Twitter strenger en sneller moeten ingrijpen. Maar Trump eraf gooien, dat ging blijkbaar te ver voor Angela Merkel en Europees commissaris Thierry Breton. Wie gaf Facebook en Twitter de autoriteit om een wereldleider de mond te snoeren, klinkt het plots.
Europa wil zelf bepalen onder welke voorwaarden een politicus van het net wordt gegooid. Wel, ze hebben al 15 jaar de tijd gehad om daarover een coherent voorstel te doen. Het is er nooit gekomen. Geen wonder, want dit is aartsmoeilijke materie. Het allergrootste pijnpunt is misschien dat onze democratieën minder robuust zijn dan we ooit dachten. De pas voorgestelde Digital Services Act (DSA)
Politici roepen graag dat Facebook en Twitter strenger en sneller moeten ingrijpen
bevat enkele goede ideeën: sociale netwerken moeten transparanter zijn en moeten een procedure voorzien, zodat burgers in beroep kunnen gaan tegen hun beslissingen. Maar het zullen de lidstaten zijn, en dus niet de EU, die bepalen wat je wel en niet mag zeggen op sociale media in hun land. Afwachten hoe dat uitdraait in Polen of Hongarije, en of we dan beter af zijn dan met de ‘willekeur’ van de Amerikaanse giganten.
En vergis u niet: dit soort overheidsregulering is precies wat Facebook wil. Wat Europa voorstelt in de DSA, lijkt sterk op wat Mark Zuckerberg een jaar geleden in Brussel kwam bepleiten. Zuckerberg vroeg aan de Europese politici om het allemaal eindelijk eens keurig in regels te gieten: wat mag je in Europa posten op Facebook en wat niet? Dan zou Facebook die regels in de praktijk brengen en daar rapporten over indienen, én een beroepsprocedure voorzien. Dat laatste is er intussen, via de pas opgerichte Facebook Toezichtsraad.
Facebook modereren interesseert Zuckerberg geen lor: het is eindeloos veel werk en iedereen is ontevreden over het resultaat. En, erger nog, er valt geen cent mee te verdienen. Laat de overheid dus maar de moeilijke beslissingen nemen! Bijkomend voordeel voor Facebook: hoe strenger en hoe complexer de wetgeving, hoe moeilijker het wordt voor nieuwkomers om met de Amerikaanse reuzen te concurreren. Regulering werkt bijna altijd in het voordeel van de grote spelers.
De DSA is nog maar een ontwerptekst. Misschien krijgt die tekst nu de (kritische) aandacht die ze verdient. Wat we in die DSA schrijven, dat worden de basisregels voor het internet, minstens voor het komende decennium. Wat voor internet willen we eigenlijk? Hoe open? Hoe vrij? Willen we dissonante of al te opruiende stemmen bannen van de grote sociale media, en verjagen naar de minder bezochte maar ook minder bewaakte uithoeken van het net? Of juist niet? Het is hoog tijd om daarover te praten. Alles gewoon overlaten aan Facebook en Twitter om hen daarna de schuld te geven, dat hebben we al geprobeerd – het werkt niet.