De lange winter van de wederopbouw
De Franse president Emmanuel Macron brengt morgen, bij de tweede ERFGOED verjaardag van de verwoestende brand, een bezoek aan de Notre-Dame. Zijn drieste belofte – ‘geef ons vijf jaar’ – staat onder druk: de echte renovatie begint pas in 2022.
Het inferno werd wereldwijd op ongeloof onthaald. Op 15 april 2019 verwoestte een brand, die live op de Franse televisie te volgen was, het dak en de torenspits van de Notre-Dame in Parijs. De gotische kathedraal is werelderfgoed en een geliefd icoon van de Franse hoofdstad: de voorgaande jaren trok ze jaarlijks zo’n dertig miljoen bezoekers.
De brand duurde negen uur. Er werden vierhonderd brandweerlui voor opgetrommeld, een mobilisatie die aanvankelijk gehinderd werd door de toestroom van verbijsterde Parijzenaars. Het 45 meter hoge dak bleek in eerste instantie ook onbereikbaar voor de aangevoerde ladders.
Zelfs na twee jaar is er nog geen uitsluitsel over de precieze oorzaak. Het onderzoek loopt nog, maar de Parijse procureur, belast met het onderzoek, schoof al in juni 2019 de piste van een kortsluiting naar voren. De brand ontstond vermoedelijk door werkzaamheden aan de achterkant van de kathedraal. Het vuur kon snel om zich heen grijpen via de stellingen die opgetrokken waren voor de restauratie van de torenspits. Als bij wonder bleef de structuur van het gebouw onaangetast, net als de kostbare glasramen.
Mobiele paraplu
Na het opmeten van de schade begon de discussie over de restauratie. Toen het vuur nog smeulde, sprak de Franse president al boude woorden. Hij liet nog dezelfde week een snelwet goedkeuren om de kathedraal in vijf jaar te restaureren. Experts trokken prompt de haalbaarheid in twijfel en het ziet ernaar uit dat ze gelijk krijgen. De eigenlijke renovatie begint pas volgende winter, wellicht begin 2022.
De eerste fase, die van de beveiligingsen consolideringswerken, nam alvast meer tijd in beslag dan gepland. Ze zal deze zomer afgerond worden. De demontage van de halfgesmolten stelling was omslachtig, ook corona zorgde voor vertraging. Een van de laatste ingrepen wordt het bevestigen van een gigantische mobiele paraplu in het kerkschip, zodat de kathedraal eindelijk weer uit de regen is.
Volgens de berekening van Le Figaro hangt aan deze voorbereidende fase een kostenplaatje van 165 miljoen euro, evenveel als de som van zo’n 300.000 spontane privégiften die de eerste maanden binnenliepen. In totaal is 833 miljoen euro bijeengebracht voor de renovatie, onder meer dankzij gulle bijdragen van de Fondation du patrimoine en schatrijke ondernemers als François Pinault en Bernard Arnault. De geschonken bedragen zullen uitsluitend dienen om de werf te financieren. Vorig jaar had een rapport van het Rekenhof daar op aangedrongen. Het had aangekaart dat de precieze bestemming van de fondsen weinig transparant was.
Duizend eiken
Generaal Jean-Louis Georgelin, door Macron belast met de supervisie
Een petitie tegen het kappen van eeuwenoude bomen is al door 40.000 Fransen ondertekend
van de werken, bleef lang het tijdpad verdedigen. Sinds kort houdt hij een slag om de arm. ‘Er zal een Te Deum komen op 16 april 2024’, zei hij stellig. ‘En de kathedraal zal dan klaar zijn voor de eredienst. Ook als er daarna nog veel werk rest.’
Georgelin sprak de belofte uit tijdens een bezoek aan een bos tussen Le Mans en Tours, begin maart. Voor de herstelling van het dertiende-eeuwse gebinte zijn duizend eiken nodig. Ook voor de nieuwe torenspits, waarvan vaststaat dat het een exacte kopie moet worden van de oude, zal 500 ton hout gebruikt worden. Dat gebeurt niet zonder slag of stoot: een petitie tegen het kappen van eeuwenoude bomen is al door 40.000 Fransen ondertekend. Dat de Office national des forêts hen een rekensommetje voorhield, dat duizend bomen maar 0,1 procent uitmaken van het bomenbestand dat jaarlijks wordt omgehakt, kon de gemoederen niet bedaren.
Ook het stadsbestuur van Parijs ligt onder vuur, en wel voor het in gevaar brengen van de gezondheid van zijn inwoners. De milieuorganisatie Robin des Bois klaagde vorige week al voor de tweede keer aan dat de stad onvoldoende rekening heeft gehouden met het vrijkomen van looddeeltjes bij de brand, met waarden die tot 800 keer hoger lagen dan toegelaten. Daarbij zou niet alleen het voorplein van de Notre-Dame getroffen zijn, maar ook de straten en scholen in de buurt. Een eerste klacht werd in augustus 2019 geseponeerd.