‘Coronacrisis kan EU-lidstaten verder uit elkaar spelen’
Net zoals de financiële crisis de landen van de EU in ongelijke mate trof, dreigt ook de coronacrisis de lidstaten uiteen te drijven. Die waarschuwing komt van de studiedienst van ING.
kan de Europese cohesie in gevaar brengen’, stelt ING België vast. De studiedienst van de bank heeft uitgezocht in welke mate de kwetsbaarheid van de lidstaten voor de economische gevolgen van de pandemie uiteenloopt.
De arbeidsmarkten bijvoorbeeld reageerden verschillend op de crisis. Gemiddeld werden er in de lidstaten vorig jaar 17 procent minder uren gepresteerd, maar in Griekenland liep dat op tot 26 procent, terwijl het cijfer in Nederland beperkt bleef tot 7,5 procent. België zit in de middenmoot, al werden bij ons wel meer jongeren getroffen dan gemiddeld.
Ook als gekeken wordt naar de structuur van de economie, zijn er grote verschillen. Covid-gevoelige sectoren als de auto-industrie, handel, horeca, luchtvaart, vastgoed of cultuur zijn in sommige landen belangrijker dan in andere. Daardoor hakt de pandemie er in bepaalde landen harder in. Opnieuw spant Griekenland de kroon. In dit land, waar toerisme heel belangrijk is, bestaat maar liefst 40 procent van de economie uit covid-gevoelige sectoren. In Ierland is dat maar 25 procent. Dat heeft ook sociale gevolgen, want de covid-gevoelige sectoren maken, meer dan andere economische activiteiten, gebruik van laagbetaald of flexibel personeel. Ongeveer de helft van de werknemers is in deze sectoren laagbe‘Covid-19 taald of heeft een afwijkend contract.
Geen passe-partout
Net zoals tijdens de financiële crisis lijkt zich een tweedeling af te tekenen in Europa. Enerzijds zijn er mediterrane landen als Spanje, Portugal en Griekenland, die erg afhankelijk zijn van covid-gevoelige sectoren met veel kwetsbare werknemers in dienst. Aan de andere kant van het spectrum zijn er landen als Ierland, Nederland, Duitsland en ook België, met een economische structuur die covidbestendiger is en daardoor ook minder sociale schade oplopen. Landen als Oostenrijk, Italië en Frankrijk maken deel uit van een
middencategorie.
‘Door die verschillen is het moeilijk om een uniform Europees antwoord te formuleren op de crisis’, licht Julien Manceaux, senior economist bij ING, toe. ‘Landen als Oostenrijk en Duitsland hebben relatief veel laagbetaalde werknemers, in mediterrane landen zijn de afwijkende contracten dan weer wijdverspreid.’ Het Europese herstelplan legt veel nadruk op de vergroening en de digitalisering van de Europese economie, maar minder op de sociale aspecten van het herstel, vindt hij. ‘We zitten nu ook in een nieuwe realiteit: niemand had verwacht dat grote delen van de economie zo lang gesloten zouden blijven. Een maatregel als tijdelijke werkloosheid leek een doeltreffend antwoord in het eerste deel van de crisis. Maar voor kwetsbare groepen zoals zelfstandigen of flexwerkers biedt tijdelijke werkloosheid niet het juiste antwoord. België heeft met het overbruggingsrecht voor zelfstandigen een efficiënt instrument, maar de situatie is van land tot land erg verschillend.’
Goede bedoelingen
Het Europese herstelfonds is zo opgezet, dat landen met een kwetsbare economische structuur meer steun kunnen krijgen dan andere. ‘Maar er is een kloof tussen goede bedoelingen en de realiteit’, stipt Manceaux aan. ‘Het zal er nu op aankomen om het beschikbare geld efficiënt te besteden. Als bijvoorbeeld Italië daar niet in slaagt, zal de bereidheid in Duitsland om mee te betalen wellicht afnemen. Zo kan het risico toenemen dat de lidstaten zich economisch in tegengestelde richtingen ontwikkelen. Dan loop je hetzelfde risico als tijdens de financiële crisis, namelijk dat de eurozone niet houdbaar blijkt.’ Nu worden de verschillen nog gedempt door de ECB, die via het pandemieprogramma massaal staatsobligaties koopt. De verschillen in rentestand blijven daardoor binnen de perken. ‘Maar de ECB kan daar niet eeuwig mee doorgaan’, zegt Manceaux. ‘Er moeten ook macro-economische hervormingen worden doorgevoerd.’ Het probleem is dat landen als Italië, Frankrijk of België daar niet erg happig op zijn.
‘Als de nationale economieën in tegengestelde richting evolueren, loop je opnieuw het risico dat de eurozone niet houdbaar blijkt’ Julien Manceaux, Senior economist ING