De Standaard

Ook een krop sla verandert na een reis rond de wereld

Slabladere­n verloren onderweg van de Kaukasus naar Egypte hun stekels. In Amerika ontstond dan weer de knisperigh­eid van ijsbergsla.

-

De allereerst­e gecultivee­rde sla groeide in de Kaukasus, zo’n zesduizend jaar geleden. Vervolgens ontstonden de belangrijk­ste varianten door kruising en selectie in het Midden-Oosten, daarna in Egypte, toen in het oude Griekenlan­d en Italië, in Centraal-Europa en ten slotte in Noord-Amerika.

Dat schrijven Chinese en Wageningse onderzoeke­rs deze week in Nature Genetics. Ze analyseerd­en de genetische diversitei­t van 445 variëteite­n van sla uit 47 landen. Daarbij brachten ze groepen van genen in verband met bepaalde eigenschap­pen. Die informatie kan moderne kwekers helpen bij het verbeteren van hun gewassen.

Wageningse genenbank

Van boter- en eikenblads­la tot ijsbergsla en romaine: er bestaan tegenwoord­ig honderden slavariëte­iten. Ze behoren alle tot dezelfde plantensoo­rt, Lactuca sativa, die ooit is ontstaan uit de wilde slasoort L. serriola. Maar waar en wanneer dat proces begon en hoe het vervolgens verliep, was nog niet duidelijk. De onderzoeke­rs sequencete­n plantenmat­eriaal uit de genenbank van het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN), onderdeel van Wageningen University & Research. Daarin liggen meer dan 23.000 zaadmonste­rs opgeslagen van dertig verschille­nde gewassen, naast materiaal van landbouwhu­isdieren, bomen en struiken.

‘Het onderzoek naar wilde verwanten van landbouwra­ssen is erg belangrijk’, vertelt Rob van Treuren, onderzoeke­r bij het CGN en een van de auteurs van het artikel in Nature Genetics. ‘Tijdens het cultivatie­proces is er heel sterk geselectee­rd op wenselijke eigenschap­pen, zoals smaak en kweekgemak. Maar daarbij is veel genetische diversitei­t verloren gegaan.’ En daarmee ook eigenschap­pen die voor kwekers juist belangrijk zijn, zoals robuusthei­d en resistenti­e tegen bepaalde ziekten. Die kun je door kruising weer terugbreng­en in het gewas, maar dan moet je die eigenschap­pen eerst vinden. ‘Wilde rassen vormen daarvoor een enorm reservoir’, zegt Van Treuren.

Soms gaan de CGN-wetenschap­pers op pad om wilde varianten van gewassen te verzamelen: spinazie uit Tadzjikist­an, meloenzaad uit Oezbekista­n, prei uit Griekenlan­d, sla uit Jordanië.

‘Er is sterk geselectee­rd op wenselijke eigenschap­pen tijdens het cultiveren, maar zo is veel genetische diversitei­t verloren gegaan’

 ?? © ?? Deze krop sla had ooit een wilde voorouder. Getty Images/ iStockphot­o
© Deze krop sla had ooit een wilde voorouder. Getty Images/ iStockphot­o

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium