We zijn allemaal sprinkhanen
Er zit een knalgroene sprinkhaan in het gras. Een seconde later zit hij op de gele rubberen handschoen van Tijs Vanneste. Die streelt hem liefdevol met de gele duim van zijn andere hand. Intussen spreekt hij de – excusez le mot – gevleugelde woorden: ‘Niet elke sprinkhaan springt even ver in het leven, maar het blijven allemaal sprinkhanen.’
Oké, het klinkt hier op papier allemaal zwaarder dan het klonk in De Kemping, het programma waarin tatoeëerder-zanger Vanneste (alias Jef Van Echelpoel) met negen werkloze jongeren in de Kempen een camping bouwt, als een soort van loopbaanbegeleiding voor mensen die niet in de doorsneevorm passen. Wat geldt voor de parabel van de tragere sprinkhaan, geldt ook voor de pitch van dit programma. Ook die klinkt zwaarder dan nodig. Dat maakt dat ik er met ietwat lange tanden voor ging zitten, bang voor een overdosis dwangmatig politiek correcte empathie.
Maar na nog geen drie minuten liet ik me betrappen op gegniffel. Dat kwam door Jelle (32), een massief blok mens met ADHD en een lach die even besmettelijk bleek als het soort virus waar we dezer dagen mee te maken hebben. Dat hij intussen al weet dat hij bij het solliciteren niet meer moet zeggen dat hij buso gedaan heeft omdat werkgevers daarop afknappen, bekent hij. ‘Maar geef me een Ikea-plannetje en ik steek een kast in mekaar, niet op een kwartier, maar op een halfuur, en ze zal even stevig staan.’ Jelle wordt, geloof me, de publiekslieveling van de reeks.
Mooi is ook Misha (22), een dromerigzacht meisje met een autismespectrumstoornis dat vooral goed is in zelfonderschatting en het kopiëren van sociaal wenselijk gedrag, maar in de buurt van Vanneste en zijn groep begint ze helemaal open te bloeien. Of de depressief aangelegde Sophie (29), die crasht wanneer ze haar telefoonfobie probeert te overwinnen bij haar contacten met de lokale bureaus voor toerisme.
Elke deelnemer is verre van wat we als ‘normaal’ zijn gaan zien, maar we weten het al langer: de uiteinden van de gausscurve zijn vaak boeiender dan de middenmoot. Vanneste lijkt trouwens zelf ver van de middenmoot af te staan. In een vorig leven was hij sociaal werker en dit programma is op zijn maat gesneden. Hij weet snel de achilleshiel van de deelnemers te vinden en erop te drukken tot er iets loskomt – ontwapenend is een understatement. ‘Ik vind u inspirerend’, zegt Micha als ze na een babbel met hem beseft dat ze misschien niet slecht is in wat ze doet: tekenen. Dat Vanneste dat allemaal in Kempisch naturel doet, draagt voorlopig nog keikeihe’d bij tot de charme. Al zal er onvermijdelijk een moment komen waarop we weer dialectmoe worden. Maar dat is negatief denken, en dat past niet bij de geest van dit programma. Good vibes alom. En dat kunnen we – zeker in deze tijden – alleen maar aanmoedigen.
Vannestes kempisch naturel draagt voorlopig nog bij tot de charme