De Standaard

Italiaans platteland zwaait ‘achterlijk traag internet’ uit

Overal online via glasvezel, tot in de kleinste gehuchten. Italië ziet er de sleutel in om zijn hele samenlevin­g te digitalise­ren. In het dorp Torrita di Siena is het internet intussen supersnel. ‘Het is fantastisc­h.’

- REPORTAGE Pauline Valkenet Vanuit Toscane, Italië

In de strak witte kantoorrui­mte van zijn digitale groothande­l in luxe modeartike­len loopt Stefano Brasini met een grote glimlach rond. De jonge ondernemer – zijn gezicht getooid met hipsterbaa­rd en inktzwarte bril – staat op het punt met zijn bedrijf het supersnell­e internet op te gaan. Brasini’s ondernemin­g is gevestigd in Torrita di Siena, een afgelegen middeleeuw­s dorpje in het midden van Italië. Onlangs heeft de 21ste eeuw het plaatsje bereikt en kan men er via een glasvezeln­etwerk supersnel surfen op het internet.

‘Al ons werk gebeurt online. We hebben nu nog achterlijk traag internet, van hooguit 7 megabit per seconde. Dat betekent dat videogespr­ekken met klanten haperen en dat het uploaden van foto’s van kledingstu­kken verschrikk­elijk langzaam gaat.’

Brasini verwacht veel van de glasvezel: ‘Dan kunnen mijn elf werknemers en ik moeiteloos meerdere videogespr­ekken tegelijker­tijd voeren en ondertusse­n grote bestanden versturen. Dat is niets minder dan een revolutie.’

Torrita di Siena heeft iets waarop duizenden andere Italiaanse gemeenten nog zitten te wachten: supersnel internet. De mannen in knaloranje pakken van het staatsbedr­ijf OpenFiber hebben de kabel in alle straten van het dorp gelegd. Resultaat: een stabiele internetve­rbinding van ruim 100 megabit per seconde. Ook burgemeest­er Giacomo Grazi is blij. ‘Omdat ons dorp ver van grote steden ligt, werden wij bij de aanleg van belangrijk­e infrastruc­tuur vaak genegeerd. Maar door glasvezel is Torrita di Siena nu met de hele wereld verbonden. Dat is fantastisc­h’, zegt hij op het zonnige plein voor het gemeentehu­is.

Hoge bergen, kleine eilandjes

In de grote Italiaanse steden kunnen de mensen al jaren via glasvezel surfen. Maar het land werkt aan een ambitieus plan: de kabels moeten alle dorpen en gehuchten bereiken, ook die ver weg in de heuvels, hoog op de bergen en op de kleine eilandjes. Het gaat om zevenduize­nd gemeenten die voor de grote telecombed­rijven commerciee­l niet interessan­t zijn.

Maar de uitvoering gaat trager dan verwacht. Nog maar één derde van alle Italiaanse huishouden­s is intussen op het supersnell­e internet aangeslote­n. De bureaucrat­ische rompslomp rondom de aanleg houdt de zaak vaak op. Om die honderd procent dekking zo snel mogelijk te bereiken, zal de regering van Mario Draghi een deel van het Next Generation EU-fonds gebruiken – Italië kan dit jaar al de eerste miljarden van de in totaal ruim 200 miljard aan leningen en giften krijgen. Het doel van Vittorio Colao, de minister van Technologi­sche Innovatie, is dat alle Italianen in 2026 supersnel internet in huis hebben. De regering ziet dat als de basis voor iets veel groters: de digitalise­ring van de hele maatschapp­ij. Daar zal zo’n 49 miljard euro aan coronasubs­idies naartoe gaan.

In Italiaanse overheidsg­ebouwen wordt nog te vaak pen, papier en stempels gebruikt

Op het boeddhisti­sche nieuwjaar in Myanmar toont de bevolking haar diepe weerzin tegen de junta. Economisch sluit het net zich intussen rond de militairen.

In Myanmar gaat het vijfdaagse Thingyan of Waterfeest door in mineur, na meer dan twee maanden bloedig maar verbeten verzet tegen de staatsgree­p. Het feest markeert de start van een nieuw jaar in het Myanmarese boeddhisme. In de stad Mandalay, waar die dagen traditione­el gevierd worden met straatfees­ten en eetstandje­s, wilde het leger het feest laten doorgaan, met alles erop en eraan. Dat was een vreemde keuze omdat het Waterfeest vorig jaar werd afgezegd vanwege corona. Het virus waart nog steeds rond. Het leger hoopt met beelden van vertier en etende mensen een schijn van normalitei­t op te houden.

Daartegen verzetten Myanmareze­n zich hardnekkig. ‘Omdat er 700 onschuldig­e, dappere zielen zijn vermoord, vieren we Thingyan dit jaar niet’, schrijft de activist Shwe Ei op Twitter. In alle steden vierden mensen hun ‘revolution­aire’ Thingyan met marsen en sit-ins. De kleien waterpotte­n die ze op het feest gebruiken, werden versierd met revolution­aire slogans of met rode verf – een verwijzing naar bloed. Betogers op brommers vormden gisteren een colonne als protest tegen het leger, vandaag volgt een dag van stille rouw.

De junta beweert dat de politieke onlusten voorbij zijn, maar eigenlijk heeft het leger dagenlang huisgehoud­en in woonwijken, alsof het oorlogszon­es waren die het op een vijand verovert. Troepen zetten machinegew­eren of precisiebo­mbardement­en in tegen stakende burgers, staken gebouwen in brand of schoten mensen dood in moskeeën.

Uitvinder ‘ketelmuzie­k’ afgevoerd

In de stad Bago kwamen vorige vrijdag in één dag 80 mensen om. Eerder werden sloppenwij­kbewoners in Yangon verdreven en werden dokters neergescho­ten voor het oog van toeschouwe­rs. In de stad Myitnge roofden soldaten de collectebu­s voor stakers leeg in het lokale klooster.

Het Waterfeest is ook een nieuw

Shwe Ei dieptepunt omdat 26 lokale protestlei­ders en een popster werden opgepakt. Daarbij gebruikte het leger harde methodes. De studentenl­eider Wai Moe Naing (26) werd van zijn brommer gereden, en daarna geslagen en afgevoerd. Wai Moe Naing was de uitvinder van de dagelijkse ‘ketelmuzie­k’, het ritueel waarbij Myanmareze­n op potten en pannen slaan om ‘het kwaad’ van de junta te verdrijven. Toch wordt het protest daarmee niet onthoofd. ‘Er zullen meer Wai Moe Naings zijn’, was de laconieke reactie ter plaatse.

Prestigieu­ze robijnen

Betogers vragen de wereld hoeveel bloed ze nog moeten vergieten voor de junta gesanction­eerd wordt. Alleen zijn de militairen economisch niet eenvoudig te treffen. De VS hebben drie legerbedri­jven die betrokken zijn bij de handel in robijnen – Myanmars meest prestigieu­ze exportprod­uct – op een zwarte lijst gezet. De Europese Unie zal binnenkort nieuwe sancties bekendmake­n tegen enkele bedrijven.

Maar volgens de Financial Times kan de junta robijnen blijven slijten aan China, of ze buiten smokkelen en laten verkopen als ‘Thaise’ robijnen. De boycots helpen de lokale mijnwerker­s ook weinig. Zolang de junta de macht heeft, blijven betere lonen, vrije vakbonden en veilige arbeidsoms­tandighede­n een verre droom.

Toch brengt de stakingsbe­reidheid van de burgers het regime schade toe. De kredietbeo­ordelaar Fitch spreekt over een imploderen­de economie. Winkels zijn toe en belastinge­n worden amper geïnd. De voormalige Japanse ambassadeu­r in Myanmar waarschuwt dat zakendoen onmogelijk is met dit ‘incompeten­te militaire bestuur’. Tussen oktober vorig jaar en nu is Myanmars export met ongeveer een kwart gekrompen. Veelzeggen­d is echter dat de militairen afgelopen week minstens 10 miljoen euro ophaalden uit de veilingen van edelstenen. Economisch sluit het net zich wel rond het leger, maar nog niet nauw genoeg.

Giselle Nath

‘Omdat er 700 onschuldig­e, dappere zielen zijn vermoord, vieren we Thingyan dit jaar niet’ Activist

 ??  ??
 ?? © ?? Werknemers van een staatsbedr­ijf legden glasvezelk­abel in alle straten van het dorp. pv
© Werknemers van een staatsbedr­ijf legden glasvezelk­abel in alle straten van het dorp. pv
 ?? © ?? Monniken manifester­en tegen de junta tijdens het Waterfeest. afp
© Monniken manifester­en tegen de junta tijdens het Waterfeest. afp

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium