‘Nieuwe koers nodig voor Europees handelsbeleid’
De internationale handel staat na de coronacrisis op een kruispunt. In het Europees Parlement brengt Kathleen Van Brempt wegwijzers aan voor het kiezen van de goede richting.
De coronapandemie heeft het denken over internationale handel ingrijpend beïnvloed. De Europese Unie is gebouwd op het principe van vrijhandel, maar zag zich tijdens de crisis gedwongen om te grijpen naar paardenmiddelen, zoals restricties op vaccinuitvoer. Tegelijk wordt er volop gesproken over strategische autonomie, een eufemisme om aan te geven dat de EU minder afhankelijk moet worden van Azië voor cruciale goederen. En dan is er nog de vraag of Europa al dan niet de handel met landen als Brazilië moet bevorderen.
Op al die zaken wordt ingegaan in het rapport dat Europees Parlementslid Kathleen Van Brempt (S&D) gisteren voorstelde in de commissie Internationale Handel. Het is het startpunt voor een debat over hoe het Parlement zich opstelt bij de herziening van het Europees handelsbeleid.
‘Al van bij de start van deze legislatuur was het duidelijk dat we onze visie op internationale handel fundamenteel moesten herdenken’, zegt Van Brempt. ‘Deze gezondheidscrisis heeft die noodzaak enkel groter gemaakt.’ ‘Al in het begin van de crisis was duidelijk dat de Green Deal het dominante kader moet worden. De crisis heeft dat nog versterkt. Maar er speelt natuurlijk meer. De neiging om met een exportban de eigen markt prioritair te bevoorraden is wat mij betreft problematisch. Er is ook het debat rond China. En veel problemen die zich nu voordoen, zouden misschien al opgelost zijn als de Wereldgezondheidsorganisatie en de Wereldhandelsorganisatie sterk stonden.’