Is de beursgekte nu groter dan 20 jaar geleden?
Party like it’s 1999. Dat iconische liedje van ‘The Artist Formerly Known as Prince’ vat als geen ander de huidige beursgekte samen. Nu de beurzen overspoeld worden door liquiditeit, probeert zowat iedereen nog snel te cashen. De cijfers spreken boekdelen. In het eerste kwartaal van dit jaar gingen wereldwijd liefst 430 nieuwe bedrijven naar de beurs, die samen 105,6 miljard dollar ophaalden. Zowel qua volume als totale bedrag is dat het hoogste cijfer in 20 jaar, blijkt uit een nieuw rapport van consultant Ernst & Young (EY). En dat in een periode – de eerste drie maanden van het beursjaar – waarin de IPO-activiteit normaal ‘traag op gang komt’.
En er zijn nog meer gelijkenissen met twintig jaar geleden. Ook dit keer zijn het vooral technologiebedrijven (111) die nog snel even kapitaal ophalen. Op ruime afstand gevolgd door bedrijven in de gezondheidssector (78) en de industrie (57). Met dat verschil dat Wall Street en de Nasdaq vandaag niet langer de favoriete bestemmingen zijn. Dat is nu Azië. Daar maakten liefst 200 bedrijven hun debuut, het hoogste aantal in 20 jaar. Pas daarna komt Noord-Amerika (121) en Europa, het Midden-Oosten en Afrika (109).
Opvallend is de ware explosie van beursdebuten in de VS door een nieuw soort vehikel: de zogeheten ‘spac’
Nog opvallender is de ware explosie van beursdebuten in de VS door een nieuw soort vehikel: de zogeheten ‘special purpose acquisition company’ of kortweg ‘spac’. Dat zijn lege beursschelpen die geld ophalen bij beleggers, zonder dat er al een bestemming voor is. Pas als het geld binnen is, wordt er naar een overnamedoelwit gezocht. Waardoor het voor beleggers dus een soort blinde investering is.
En toch slaat deze ‘blanco cheque-formule’ in de VS meer dan ooit aan. Er zijn groene spacs, sportspacs en marihuanaspacs, en de gemiddelde spac wordt steeds groter. In het eerste kwartaal telde EY liefst 300 spacs die naar de beurs trokken. Dat is nu al meer dan in het hele jaar 2020. Op het eerste gezicht verbaast dat niet. Een spac is voor het overgenomen bedrijf een gemakkelijke manier om naar de beurs te gaan. Het gaat sneller en het is minder complex, want je hoeft maar met één (potentiële) belegger te onderhandelen. Investeerders worden dan weer verleid door het ogenschijnlijk beperkte risico: zij die het fusieproject afkeuren, kunnen uitstappen en hun geld terugvragen.
Niettemin roept de huidige beursgekte grote vragen op. Waarom wil iedereen plots blind investeren? Zodra zo’n spac een bedrijf opslorpt, maakt het niet veel meer uit hoe de beursnotering tot stand kwam. Het gaat erom hoe sterk het zakenplan is. Dat valt soms zwaar tegen. En wat als een spac na een afgesproken periode – meestal twee jaar – geen overnameprooi vindt? Dan draaien de investeerders vaak op voor de (zware) transactiekosten.
EY waarschuwt dan ook voor de huidige opstoot van ‘speculatieve en opportunistische’ transacties. Op een moment dat de beurs toegankelijker is dan ooit (ook bij jongere generaties) en de liquiditeit nog volop vloeit, vreest de consultant een marktcorrectie. Of die nu komt door een nieuwe coronagolf, inflatie, geopolitieke spanningen of een nieuwe bankencrisis – of een mix van dat alles – blijft gissen. Maar voor dit kwartaal waarschuwt EY uitdrukkelijk voor zo’n ‘perfecte storm’. Want dan stopt het beursfeestje. Net als in 1999.