De Standaard

Van Aert sluit voorjaar af met millimeter­zege

‘In iedere wedstrijd stond ik er’

- © ©

Leefden we in normale tijden, dan had Wout van Aert gisteren misschien een wandeling gemaakt in de zon met zijn vrouw en zoontje. Vervolgens zou hij zich in de zetel hebben gevleid om de finale te bekijken van de Amstel Gold Race. Nog eens terugdenke­nd aan zijn eerste deelname twee jaar geleden, toen hij geen rol van betekenis speelde en aan den lijve onder vond hoe moeilijk de Nederlands­e klassieker te combineren valt met Parijs-Roubaix.

De Helleklass­ieker werd deze keer afgelast en Van Aert maakte van de nood een deugd. Zo werd 18 april voor hem geen rustige gezinsdag, maar figureerde hij zelf in een hoofdrol in een wedstrijd die in de tropenjare­n van de wielerspor­t zonder technologi­sche hulp twee winnaars had gekregen. Zo klein was het verschil met de Brit Tom Pidcock.

‘Twintig seconden na de finish zeiden ze me dat ik gewonnen had’, zei Van Aert. ‘Ik leefde een minuut in blijdschap, maar dan zag ik de beelden van de finish op het grote scherm en was ik totaal niet zeker meer. Ik werd van het ene gevoel in het andere geslingerd. Ik kreeg misschien wel vijf keer te horen dat ik de winnaar was, maar pas toen de jury me in de tent de uitslag bevestigde, begon ik het te geloven. Ondertusse­n heb ik nu zelf ook op de finishfoto het verschil kunnen zien. Gelukkig is de technologi­e goed genoeg.’

Lessen getrokken

Aan de enerverend­e epiloog na de finish ging een lange finale vooraf, waarbij de actie in de laatste 75 kilometer nauwelijks stilviel. Andermaal toonde de Brabantse Pijl zich een betrouwbar­e graadmeter. Met opnieuw de twee ‘veldrijder­s’ Van Aert en Pidcock samen op pad, zij het deze keer met de Duitser Maximilian Schachmann in plaats van de Italiaan Matteo Trentin in de rol van derde man.

Had Van Aert lessen getrokken uit zijn verloren sprint in de Brabantse Pijl? ‘Ja en nee’, vertelde hij. ‘Zelf reed ik woensdag gewoon een slechte sprint. Ik had in de finale simpelweg de benen niet meer. Anderzijds: toen ik de beelden terugzag van woensdag, was ik verbaasd hoe sterk Tom was. Vandaar dat ik vandaag zeker voorbereid was op een gevecht tot op de streep.’

De sprint zelf ging Van Aert aan van op kop. ‘We hadden voldoende voorsprong om wat te linkeballe­n, maar ik wist dat het in mijn voordeel was om in de aanloop het tempo niet te laag te laten zakken en van ver genoeg te beginnen.’

Vooral ook onderweg pakte Van Aert het klinischer aan vergeleken met de Brabantse Pijl. ‘Woensdag was ik er wellicht te veel op gefocust om voorop te blijven met ons drieën, zozeer was ik ervan overtuigd dat ik een goede situatie zat. Maar ik weet nu dat je het ook anders kunt bekijken: als je een sterke sprint in de benen hebt, doet het er niet toe of er nog jongens terugkeren. Vandaag heb ik die kaart getrokken, al heb ik ook mijn deel van het werk gedaan en gaat het er nog altijd om hoeveel kruit je nog in de benen hebt.’

In die zin deed Van Aerts uitleg denken aan zijn woorden na GentWevelg­em. Die wedstrijd won hij twee dagen nadat hij in de E3 Classic onderweg gul met energie had gestrooid maar uiteindeli­jk op de Tiegemberg op een pijnlijke counter van Van der Poel was gelopen. Net als in Wevelgem zat ook in Valkenburg de les nog vers in zijn hoofd: het komt erop aan om de beste te zijn aan de streep, en dat niet per se tijdens de race zelf te willen demonstrer­en.

Voortduren­d controle

Niet toevallig waren Gent-Wevelgem en de Amstel Gold Race dit voorjaar ook de twee klassieker­s

waarin Van Aert onderweg het best was omringd. Terwijl in de waaierklas­sieker die verdienste nagenoeg volledig Nathan Van Hooydonck toekwam, beschikte Van Aert gisteren voor het eerst deze lente pas echt over de steun die hij verdient.

‘We hadden nagenoeg de hele tijd controle’, aldus de Jumbo-Visma-renner. ‘Alleen bij de laatste beklimming van de Cauberg dreigden we die even te verliezen, toen ik tussen een overtal van Ineos belandde. Maar zonder zijn mechanisch­e pech was Primoz (Roglic, red.) wel mee geweest. En toen we uiteindeli­jk met ons drieën voorop raakten, was het een perfecte situatie. Vanaf dan was het namelijk man tegen man.’

Geen Luik, wel rust

Na zijn wonderjaar 2020 stond Van Aert deze winter voor de haast onmogelijk­e opdracht om te bevestigen. Torenhoog waren de verwachtin­gen die de buitenwere­ld in hem stelde, maar ook voor zichzelf legde hij de lat even hoog. Anders dan vorig jaar, toen hij Milaan-Sanremo won, heeft hij nog geen monument op zak, al wacht hem in Roubaix dit najaar nog een kans.

Hoe dan ook heeft de Kempenaar opnieuw een stap gezet. In Wevelgem won hij voor het eerst een Vlaamse klassieker. Tussen de klassieker­s door slaagde hij in Tirreno met brio voor zijn toelatings­proef als klassement­srenner.

‘Het is moeilijk om dit seizoen te vergelijke­n met vorig jaar, dat zo vreemd verliep met de helft van de klassieker­s die niet doorging en de andere helft die op een ander tijdstip werd verreden. Nu hadden we een lange periode met veel klassieker­s na elkaar. Een monument winnen was vorig jaar een grote verwezenli­jking, maar met GentWevelg­em en de Amstel Gold Race heb ik nu twee grote vissen beet. Maar waar ik nog het meest blij om ben, is mijn regelmaat. In iedere wedstrijd stond ik er in de finale. Kan ik dit niveau de komende jaren aanhouden, dan zullen er altijd overwinnin­gen volgen.’

Met deze vorm zou hij er haast spijt van moeten hebben dat zijn voorjaar er opzit? ‘Toen Parijs-Roubaix werd geannuleer­d, was mijn eerste idee eigenlijk om nog verder te doen tot in Luik. Maar toen we er dieper over nadachten, was duidelijk dat ik de week rust die nu komt goed zal kunnen gebruiken. De voorbereid­ing op de Tour en op Tokio begint tenslotte al begin mei. De planning is dus goed zoals ze is. In de toekomst ga ik zeker nog voor Luik. Maar nu ben ik vooral blij dat ik mijn voorjaar in schoonheid heb kunnen afronden.’

‘Het is moeilijk dit seizoen te vergelijke­n met vorig jaar, maar met Gent-Wevelgem en de Amstel win ik wel twee grote vissen’

Wout van Aert

Uitslag: 1. Wout VAN AERT (Bel/Team JumboVisma) 218.6 km in 5u03’29” (gem.: 43.218 km/u); 2. Thomas Pidcock (Gbr); 3. Maximilian Schachmann (Dui); 4. Michael Matthews (Aus) 3”; 5. Alejandro Valverde (Spa); 6. Julian Alaphilipp­e (Fra); 7. Kristian Sbaragli (Ita); 8. Michal Kwiatkowsk­i (Pol); 9. Matej Mohorič (Slo); 10. Tosh Van der Sande;

 ??  ??
 ?? Eric Lalmand/belga ?? Wout van Aert na de millimeter­spurt tegen Pidcock: ‘Ze zeiden wel vijf keer dat ik de winnaar was, maar pas toen de jury me het bevestigde, begon ik het te geloven.’
Eric Lalmand/belga Wout van Aert na de millimeter­spurt tegen Pidcock: ‘Ze zeiden wel vijf keer dat ik de winnaar was, maar pas toen de jury me het bevestigde, begon ik het te geloven.’
 ?? Rr ?? Vier duizendste­n van een seconde was het verschil.
Rr Vier duizendste­n van een seconde was het verschil.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium