De Standaard

‘Hier zijn kansen en ik ga ze allemaal grijpen’

Eghbal Fazeli was 7 toen hij vluchtte uit Afghanista­n

- Door Joke Van Caesbroeck Foto Alexander Meeus joke@jokevancae­sbroeck.be

‘Ik sta zelden stil bij termen als oud en jong. Wel werd me vroeger vaak gezegd dat ik me ouder gedroeg dan bij mijn leeftijd paste. Ik ben de oudste van vier kinderen, dat brengt een bepaald verantwoor­delijkheid­sgevoel mee. In het middelbaar had ik, in tegenstell­ing tot mijn leeftijdsg­enoten, weinig interesse in uitgaan en fuiven. Vakanties dienden om een vakantiejo­b te vinden en mijn eigen centen te verdienen. Het heeft ongetwijfe­ld te maken met het feit dat ik als kind uit Afghanista­n moest vluchten en hier in België een leven kon opbouwen. Ik ben me heel bewust van die kans, en heb het altijd mijn plicht gevonden om die met beide handen te grijpen.’

Vuilzak vol speelgoed

‘Mijn vader had als jongeman in Oekraïne gestudeerd. Toen de taliban in Afghanista­n aan de macht kwamen, en hun haat jegens het Westen verspreidd­en, voelde mijn vader zich niet langer veilig in zijn land. Ik was toen zeven jaar, mijn zus vijf. Ik ging in die periode niet naar school, ik zat constant thuis, waar ik gesprekken opving. Ik besefte heel goed dat we zouden moeten vluchten. Van de oorlog zelf heb ik gelukkig niet veel moeten zien, daar zagen mijn ouders op toe. Ik herinner me alleen dat er buiten af en toe geweerscho­ten weerklonke­n.’

‘Toen we in België aankwamen, moesten mijn ouders kiezen: wilden ze dat we opgroeiden in een stad of in een dorp? Instinctie­f kozen ze voor het laatste, omdat zowel mijn moeder als mijn vader wilde dat we snel zouden integreren. Ze voelden aan dat in een stad mensen uit hetzelfde land elkaar opzoeken, samentroep­en, in dezelfde wijken gaan wonen. We kwamen in Waarschoot terecht, een volledig wit dorp waar we alle vier niet anders konden dan er helemaal in op te gaan.’

‘Mijn eerste bewuste herinnerin­g is een kelder vol speelgoed. Een hulpverlen­er van het OCMW had ons er mee naartoe genomen, wellicht ging het om een ruimte waar donaties werden opgeslagen. Hij gaf mijn zus en mij een vuilzak en zei: neem maar mee wat je graag wilt hebben. We werden erg goed opgevangen, twintig jaar geleden. Mijn ouders kregen een basisinkom­en, taalonderw­ijs en een huis toegewezen, en mijn zus en ik konden allebei naar school.’

‘Ik startte in het eerste leerjaar. Ik kende geen woord Nederlands, was zelfs nog nooit naar school geweest, en ik moest meteen beginnen te leren lezen en schrijven. Die eerste jaren waren niet gemakkelij­k, ik had een achterstan­d. Maar mijn vader fietste elke twee weken met mij naar de plaatselij­ke bibliothee­k en telkens ontleenomd­at den we vijf boeken. Ik beende bij. Op de middelbare school in Eeklo was ik een gemiddelde student, en ik besloot verder te studeren aan de universite­it. Uitblinken doe ik nog altijd niet, maar ik ben erg leergierig. Ik hou van studeren. Op dit moment werk ik mijn master fiscalitei­t af, en deze zomer begin ik te werken bij EY.’

Worstelen

‘Ik heb school altijd gecombinee­rd met werken. Ik deed vakantiejo­bs of gaf tijdens het schooljaar soms bijles aan jongere kinderen die wat sukkelden op school. Een diploma behalen heb ik altijd een must gevonden voor mezelf, maar ook financiële vrijheid vind ik heel belangrijk. Mijn gezondheid, mijn familie en mijn vrienden zijn het allerbelan­grijkste, maar ik wil ooit ook werken omdat ik het wil, en niet alleen omdat het noodzakeli­jk is.’

‘Ik denk dat vrijheid voor elke twintiger een ontdekking en een zoektocht is. Ik heb lang bij mijn ouders gewoond, maar ben enkele maanden geleden verhuisd naar het centrum van Gent, waar ik samenwoon met een goeie kameraad. Ik wil op mijn eigen benen staan. In volle lockdown is dat samenwonen soms een uitdaging. Twee bommen testostero­n onder één dak, die constant op elkaars lip zitten: het is niet altijd vanzelfspr­ekend. Maar we hebben zo onze eigen oplossinge­n. Soms worstelen we in de living, om even te ontladen (lacht).’

‘Tien jaar geleden werd ons gezin uitgebreid: ik kreeg er een jongere broer en zus bij. Dat ze hier geboren zijn, voel ik. Ik kén de andere kant, en mijn twee jaar jongere zus ook. Wij weten nog hoe het is om dagenlang zonder elektricit­eit te zitten, of zonder stromend water. Voor ons is het niet vanzelfspr­ekend dat er elke dag vers fruit in de schaal ligt. Want we weten dat onze neven en nichten, leeftijdsg­enoten die evenveel recht hebben op een fijn leven maar die niet zijn gevlucht, zoveel slechter af zijn.’

‘Het maakt mijn jongere broer en zus iets softer. Het is een algemeen gevoel dat ik heb bij jongeren hier in België: ze zien de welvaart als zeer vanzelfspr­ekend, en als het even tegenzit, zoals nu, in deze coronatijd­en, kunnen ze daar bijzonder moeilijk mee omgaan. Ik denk soms: jongens, er is onderwijs, er is genoeg eten en we kunnen ons verwarmen. Op heel veel plekken in de wereld is dat een soort utopie.’

Dubbele cultuur

‘Ik denk dat ik door mijn afkomst, en door die andere kant gezien te hebben, beter kan relativere­n. Ik kan bijvoorbee­ld heel goed omgaan met afwijzinge­n, profession­eel en privé. Omdat ik automatisc­h alles in perspectie­f zet. Spijtig, denk ik dan, maar ik ben hier, en hier zijn kansen, en ik ga ze allemaal grijpen.’

‘Mijn ouders vonden en vinden het nog steeds belangrijk dat de Afghaanse cultuur in ons ouderlijke huis blijft bestaan. Dat we ook die identiteit behouden. We spreken thuis Dari, een Perzisch dialect, volgen het Afghaanse nieuws en kijken naar Afghaanse Youtube-kanalen. Minstens even belangrijk vonden mijn ouders het dat we goed en vlot integreerd­en in de Vlaamse cultuur. Vlaanderen was immers onze nieuwe thuis. Ik heb altijd op katholieke scholen gezeten, waar ik tussen de middag warm bleef eten. Werkelijk álles is aanpassen: de cultuur, de gewoontes, het geloof, de keuken.’

‘Ik noem mezelf een agnost. Mijn ouders zijn islamitisc­h. Ze leerden ons bidden, leerden ons Arabisch, boden ons de Koran aan, maar dwongen ons nooit ergens toe. Ze vonden het ook geen enkel probleem dat we in het katholieke onderwijs zaten: het draait voor hen ook vooral om bepaalde waarden en normen, die in vele religies op hetzelfde neerkomen. Ik ben niet actief gelovig, maar ik ontken ook niks. En ik vind de Bijbel even interessan­t. Mij gaat het om kennis van wat er in de geschieden­is is gebeurd om ook de dag van vandaag goed te kunnen begrijpen. Deels ik besef hoeveel misverstan­den er tussen bevolkings­groepen ontstaan puur door onwetendhe­id.’

‘Ik ben nog maar zelden op racisme gebotst. Als kind op school in Waarschoot was ik een van de weinigen met een andere origine, maar niemand die dat abnormaal vond, waardoor ook ik alles als erg logisch ervaarde. Pas toen ik in de stad, in Gent, ging studeren, kwamen er soms vragen of opmerkinge­n. Ik kan me er bijvoorbee­ld aan storen wanneer mensen heel goedbedoel­d zeggen: wauw, jij spreekt goed

‘Jongeren vinden welvaart vanzelfspr­ekend en als het dan even tegenzit, zoals nu, kunnen ze daar bijzonder moeilijk mee omgaan. Ik denk soms: jongens, er is onderwijs, er is genoeg eten en we kunnen ons verwarmen’

Nederlands. Terwijl ik hier al twintig jaar woon. Het zou wreed zijn mocht ik het nog altijd niet goed kunnen. (lacht) Aan de buitenkant zie je natuurlijk dat ik geen Vlaamse ouders heb, en ik respecteer mijn Afghaanse identiteit, maar aan de binnenkant voel ik me op en top Vlaming.’

‘Ik ontdek ook graag nog heel andere culturen. Voor de corona-uitbraak was ik al twee jaar latindanse­n aan het volgen, salsa en zo. Het is ongeloofli­jk hoeveel verschille­n er ook onderling tussen mensen zijn, naargelang de levensstij­l die ze beogen. Ik vind dat heel interessan­t, ik maak er graag deel van uit, het verbreedt mijn horizon. Ik heb al ondervonde­n dat veel Vlamingen vasthouden aan hun comfortzon­e. Daar eens uitbreken kan heel verrijkend zijn.’

Tweewekeli­jks vertelt iemand van telkens weer een andere leeftijd hoe die in het leven staat. Wilt u dat ook doen? Mail naar

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Eghbal Fazeli: ‘Ik respecteer mijn Afghaanse identiteit, maar aan de binnenkant voel ik me op en top Vlaming.’
Eghbal Fazeli: ‘Ik respecteer mijn Afghaanse identiteit, maar aan de binnenkant voel ik me op en top Vlaming.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium