Niet de baksteen, maar de grenzen aan de groei zijn de uitdaging
Open ruimte in Vlaanderen vrijwaren en de bebouwing dus stoppen: het is al jaren een emotioneel debat dat gevoerd wordt met argumenten als ‘van de spaarboek van de kleine man blijf je af’. Alle discussies gaan over hoeveel de eigenaar van een bouwgrond moet krijgen als de gemeente de bestemming wil wijzigen, en over wie de factuur uiteindelijk zal moeten betalen. In een poging om de kiezer niet te veel tegen de borst te stuiten, veranderde de Vlaamse regering de naam van bouwstop naar bouwshift en beloofde ze een royale vergoeding. Daardoor dreigde die voor de gemeenten onbetaalbaar te worden.
Het compromis schuift de factuur door naar de toekomst en leidt tegelijk tot een totale stilstand: woonuitbreidingsgebieden komen tot 2040 onder een stolp terecht. Als gemeenten de bestemming willen wijzigen naar bijvoorbeeld natuurgebied, dan moeten ze de rekening zelf betalen – wat ze dus niet of nauwelijks zullen doen. Na 2040 belandt de factuur bij de Vlaamse overheid, tenzij de partijen die dan aan de macht zijn er anders over beslissen, natuurlijk.
Nu blijkt dat die hele discussie, en alle politieke energie die ernaartoe is gegaan, focust op een marginaal fenomeen. Alle bouwgronden voor woningen maken slechts een derde uit van de gronden die onder het beton dreigen te verdwijnen. De grote winst zit niet bij de kleine landeigenaars, wel bij de grote lappen grond die industriegebied, havenuitbreiding of gemeenschapsvoorziening als bestemming hebben, maar waar de natuur nu vrij spel heeft of waar aan landbouw wordt gedaan. Gronden die eigendom zijn van grote bedrijven, havens, huisvestingsmaatschappijen, OCMW’s en gemeenten of andere overheden.
Die vrijwaren van beton, dat is in de eerste plaats de grote uitdaging voor de Vlaamse regering. Maar daar rept ze met geen woord over. Is de focus op de bouwgronden een bewust afleidingsmanoeuvre of leggen de onderzoekers hier echt een ‘onbekend’ fenomeen bloot? In beide gevallen is het voor de Vlaamse regering een blaam. Als over twee derde van het geheel niet mag of kan gesproken worden, dan is er geen eerlijk debat mogelijk en ontwijkt de Vlaamse regering haar verantwoordelijkheid. Want de bouwshift gaat nu niet alleen meer over de baksteen van de burger, maar ook over de grenzen aan de groei.
Is de focus op de bouwgronden een bewust afleidingsmanoeuvre of is hier echt een ‘onbekend’ fenomeen blootgelegd?