En nu maar hopen dat de aarde in en rond Mol niet beeft
Na bijna twee jaar stilstand trekt de grootste geothermiecentrale van ons land zich volgende week weer in gang. Als proefkonijn om uit te zoeken of de technologie hier een toekomst heeft.
48 miljoen euro heeft de geothermiecentrale van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (Vito) in Mol tot nu toe gekost – inclusief de aanleg van een warmtenet. Zo’n vijf jaar geleden werd de installatie gezien als de aanzet van de snelle en massale doorbraak van aardwarmtewinning op grote diepte in Vlaanderen. Maar anno 2021 zijn die grote verwachtingen zwaar teruggeschroefd. De centrale die behalve Vito ook de gebouwen van het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) en de kernafvalverwerker Belgoprocess moest verwarmen, heeft tot nog toe amper gedraaid.
Het project van Vito, dat in 2016 van start ging, kostte veel meer tijd dan gepland. En toen de centrale eind 2018 eindelijk kon proefdraaien, liep het evenmin van een leien dakje. In de diepe ondergrond in en rond Mol begon het plots te rommelen. Met kort na de oplevering een beving van 2,1 op de schaal van Richter als climax die ook aan de oppervlakte voelbaar was.
Trillingen lokaliseren
Dat voorval in juni 2019 zette veel druk op Vito om duidelijkheid te scheppen over de impact van de geothermiecentrale op de ondergrond, te meer omdat er zich in de nabije omgeving nucleaire installaties bevinden. Het heeft uiteindelijk bijna twee jaar geduurd vooraleer bij Vito het licht opnieuw op groen is gegaan voor de herstart van de centrale. Deze week wordt er werk gemaakt van enkele voorbereidende werken, om volgende week de installaties echt in te schakelen. ‘De centrale wordt een onderzoeksproject’, zegt Vitowoordvoerster Kristine Verheyden.
Dat houdt volgens gedelegeerd bestuurder Dirk Fransaer in dat de komende twaalf maanden volledig in het teken staan van het onderzoek naar de impact van de productie van aardwarmte op grote diepte – 3,5 tot 4 kilometer – op de seismische activiteit. Om dat goed te kunnen inschatten, is onder meer een nieuwe injectiepomp geïnstalleerd die toelaat om veel kleine debieten warm water terug naar de ondergrond te sturen.
Verder zijn bijkomende seismometers geplaatst om eventuele trillingen in de ondergrond zo goed mogelijk te kunnen registreren en lokaliseren. Een van die seismometers is geïnstalleerd in een nietgebruikte boorput zo’n twee kilometer diep onder de grond. ‘Dat zal bijzonder interessante informatie opleveren voor al wie plannen heeft om aardwarmte op zeer grote diepte aan te boren’, stelt Fransaer.
Manuel Sintubin, professor geodynamica aan de KU Leuven die in het verleden zijn kritiek op de geothermieplannen van Vito niet onder stoelen of banken heeft gestoken, is nu veel positiever gestemd. ‘Het biedt de kans om data te verzamelen over het winnen van aardwarmte op zeer grote diepte. Zo’n project zal internationaal met veel aandacht gevolgd worden. Het wordt een uniek ondergronds laboratorium.’
Hij vraagt zich wel af of er in twaalf maanden voldoende data verzameld kunnen worden om degelijke besluiten te kunnen trekken. ‘Dat weet vandaag niemand. Het valt niet uit te sluiten dat er meer tijd nodig zal zijn.’ Sintubin merkt ook op dat zo’n onderzoek eigenlijk vooraf had moeten gebeuren.
Manuel Sintubin ‘Nu lijkt het sterk op terug naar af.’
Vergroenen
Hoe dan ook hangt de toekomst van diepe geothermie in Vlaanderen er voor een groot stuk van af. De Vlaamse regering heeft immers de pauzeknop ingeduwd voor aardwarmtewinning en wil eerst een evaluatie maken van de twee diepegeothermieprojecten in Vlaanderen die de voorbije jaren zijn opgestart. Behalve om de centrale van Vito gaat het om die van Janssen Pharmaceutica in Beerse.
‘Vito hoopte dat geothermie tegen 2030 al een belangrijke rol kon spelen om het aandeel van hernieuwbare energie in Vlaanderen gevoelig te doen stijgen’, aldus Sintubin. ‘Het onderzoek dat nu voor de deur staat, draagt wellicht een steentje bij om in te schatten of de technologie na 2030 een rol kan spelen om het energieverbruik te vergroenen.’
‘Het wordt een uniek ondergronds laboratorium dat internationaal met veel aandacht zal worden gevolgd’
Professor geodynamica KU Leuven