Ambtenaren minder vaak ziek sinds coronacrisis
Driekwart van de ambtenaren geeft aan dat het goed met hen gaat, 70 procent kan privé en werk goed op elkaar afstemmen.
In het laatste kwartaal van 2019 lag ongeveer 7,3 procent van de Vlaamse ambtenaren in de lappenmand, een jaar later was dat nog maar 5,9 procent. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Tom Ongena (Open VLD) opvroeg bij minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open VLD). Het aantal ziektedagen bij de Vlaamse administratie is het voorbije jaar gedaald, en dat ‘ondanks de coronapandemie die tot extra werkdruk leidt en het mentale welzijn van veel mensen aantast’, zegt Ongena.
Het percentage zieken varieert wel sterk van departement tot departement. Het beleidsdomein Internationaal Vlaanderen had eind 2020 bijvoorbeeld maar een ziektepercentage van 3,1 procent (een jaar eerder was dat 5 procent), maar in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie bedroeg het ziektepercentage nog altijd 8,3 procent (tegenover 10,3 procent een jaar eerder). Ook is het ziektepercentage bij vrouwen soms zelfs twee keer zo hoog als bij mannen. In de meeste gevallen is er een hoger ziekteverzuim bij statutairen dan bij contractuelen.
Ongena legt het verband met het Vlaamse actieplan tegen werkgebonden stress en burnout. Minister Somers wijst ook naar een recente enquête onder ambtenaren. Daaruit blijkt dat 76 procent van het korps zich goed voelt, 70 procent kan werk en privé goed op elkaar afstemmen. De cijfers dalen wel. Slechts de helft van de ambtenaren geeft aan voldoende contact te hebben met collega’s.