De slag bij Bessemer
Een week nadat hij ontsnapt was aan de oprichting van een vakbond in een pakjesfabriek in Bessemer, Alabama, schreef Jeff Bezos in een brief aan de aandeelhouders van Amazon dat er binnen het bedrijf meer aandacht nodig is voor de werknemers. Het is moeilijk om dat mea culpa niet cynisch te vinden. De e-reus haalde alles uit de kast om de vakbondsvorming te verhinderen. Niet alleen waren anti-vakbondsvergaderingen verplicht, Amazon liet zelfs de verkeerslichten op straat sneller verspringen om voorstanders buiten minder tijd te geven om hun zaak te bepleiten bij de veelal laaggeschoolde werknemers die in het verkeer stonden. Binnen waren ze sowieso niet welkom.
Het moment waarop Amazon de strijd won, is niet toevallig dat van covid-19. In volle crisis werd de ‘everything store’ ook even de enige winkel. De cheques die de presidenten, eerst Trump dan Biden, uitdeelden aan de Amerikanen om de economie recht te houden, konden zo haast alleen op Amazon.com uitgegeven worden. De belastingontloper werd sluipend een subsidieslurper.
Amazon belichaamt almaar meer de ongelijkheid van het land en vuurt ze verder aan
Als de crisis het verschil tussen winnaars en verliezers verder op scherp zette, maakte het Amazon almachtig. In zijn net verschenen boek Fulfillment. Winning and losing in one-click America schrijft journalist Alec MacGillis hoe de lege snelwegen van de crisis op oorlogsgebied leken. Maar dan zonder militaire tanks, met vrachtwagens met een geel glimlachje op.
Zijn punt: Amazon belichaamt almaar meer de ongelijkheid van het land en vuurt ze verder aan. Het gaat verder dan de kloof tussen arbeiders die in pakjesfabrieken moeten concurreren met robots en steeds meer ontmenselijkt worden, en de grootverdieners op het hoofdkwartier van Amazon in Seattle waar een kok eten voor de honden van de werknemers kookt. Ja, Boeing en Microsoft veranderden Seattle, maar niet zoals Amazon dat deed, met zijn speciale check-in op de luchthaven voor werknemers of zijn bars met een ‘miljonairsmenu’ waarop martini’s voor 200 dollar prijken. Intussen zinken steden als Dayton en Baltimore verder weg. Hun nood aan inkomsten is hoog, maar als Amazon een nieuwe stek zoekt, laten ze zich in hun wanhoop uit elkaar spelen en uitkleden om de ceo en rijkste man van de planeet de grootste fiscale geschenken te geven.
Het land wordt zo twee werelden, die elkaar almaar minder begrijpen, schrijft MacGillis. Toch is hij ook hoopvol over de toekomst. Want de staalfabriek die ooit zijn thuisstad Baltimore tekende, failliet ging en nu een pakjesfabriek van Amazon is geworden, was ooit ook een vijandige plek voor zijn werknemers. ‘Abandon hope all ye who enter here’, schreef een lokale krant in 1891 over de plek. Tot de Tweede Wereldoorlog kwam en een regering die het voor arbeiders opnam. De fabriek kreeg een vakbond en toen het doek in 2001 viel, lagen de lonen er drie keer hoger dan bij Amazon vandaag. ‘Het is nog niet verloren.’ En toch. Als de coronacrisis de nieuwe oorlog is en Biden de nieuwe Roosevelt, dan is de vraag of de almacht van Amazon vergeleken kan worden met de fabrieken van weleer. Robotten smeden lastig vriendschappen op het werk en verenigen zich moeilijk, laat staan in een vakbond.