Groene stroom voor bitcoin raakt op
CRYPTOMUNTEN In noordelijke landen is er niet langer stroom te over voor de digitale ontginning van munten.
Terwijl de interesse voor cryptomunten – onder meer aangevuurd door figuren als Elon Musk – maar niet bekoelt, groeit de ongerustheid over de energie die nodig is om ze digitaal te ontginnen. IJsland, Zweden en Noorwegen waren lange tijd populaire bestemmingen voor de bitcoin wegens hun koele klimaat en het overaanbod aan energie uit wind, water en aardwarmte. Daardoor konden ze zich in de markt zetten als een ‘groene plek’ voor een activiteit die dat nochtans niet is, maar daaraan lijkt stilaan een einde te komen.
‘In 2021 en 2022 zou er weleens erg weinig overaanbod kunnen zijn’, zegt Hordur Arnarson, de ceo van Landsvirkjun, het nationale nutsbedrijf van IJsland. Almaar meer bedrijven willen duurzamer werken, en de vraag naar groene energie – van oliebedrijven tot staalfabrieken en aluminiumsmelterijen – stijgt in de noordelijke landen.
De grootste energieverbruikers van IJsland zijn de grote smelterijen, onder meer in handen van Rio Tinto, die jaren geleden gebouwd werden om te kunnen genieten van de goedkope stroom. Nu de prijzen van aluminium in de lift zitten, zal hun productie aantrekken, aldus Arnarson.
De bitcoin alleen verbruikt meer stroom dan alle Belgen samen, bleek onlangs nog uit onderzoek (DS 16 februari). De computerkracht die nodig is om een nieuwe bitcoin te delven, neemt voortdurend toe. Het energieverbruik dus ook. De ontginning van bitcoins verbruikt vandaag al 66 keer meer elektriciteit dan in 2015. De CO2-uitstoot ervan komt steeds meer in het vizier van overheden.
Dat is ook het geval in China, waar nog altijd de meeste bitcoins ontgonnen worden, en dat niet op groene stroom maar op vervuilende kolen. Naar schatting twee bitcoinfabrieken op de drie liggen in het land. Maar de druk neemt toe om het delven aan banden te leggen. In sommige streken werd het zelfs al verboden. De verwachting is dat emissies uit het delven van cryptomunten in 2024 zal pieken in China, en dan goed zal zijn voor de volledige CO2-uitstoot van een land als Italië, blijkt uit een studie van Nature Communications.
Pionier
IJsland was een pionier op het vlak van ‘groen’ ontginnen. Vier jaar geleden was het nog goed voor 8 procent van alle bitcoinproductie. Vandaag zou dat teruggevallen zijn tot 2 procent volgens officiële IJslandse cijfers, hoewel sommige internationale schattingen nog een pak lager liggen.
Volgens analisten kunnen er in de toekomst twee soorten bitcoins ontstaan: een ‘bloedmunt’, ontgonnen op verkeerde plekken zoals China en een ‘propere munt’ waarvoor groene energie gebruikt werd.