De rebellie van de rijken kan uitdraaien op een owngoal
Dat het internationale voetbal om geld draait, is geweten. Maar soms kan de hebzucht te groot worden en ontploft ze in het gezicht van de graaiers. Dreigt dit te gebeuren met de plannen van twaalf Europese topclubs voor een aparte supercompetitie?
Of de Super League er ooit komt, laat staan een succes wordt, weet niemand. Maar één iets hebben de rebellen al bereikt: ze hebben de grootste politieke tegenstanders op één lijn gekregen. De Britse premier Boris Johnson en zijn niet zo goede vriend Emmanuel Macron stonden gisteren schouder aan schouder in hun afkeuring.
‘De plannen voor de Super League zijn erg schadelijk voor het voetbal en we steunen daarom de voetbalautoriteiten die actie willen ondernemen’, liet Johnson meteen weten toen het nieuws over de plannen van de twaalf Europese topclubs bekendraakte. Ook de Franse president zegde de Europese voetbalbond Uefa zijn volledige steun toe. Hij voegde er wel snel aan toe dat hij blij was dat de Franse clubs niet willen meedoen aan ‘een project dat de principes van solidariteit en verdienste opzijschuift’.
Zelfs bij de Europese Commissie veroorzaakten de plannen enige reuring. Vicevoorzitter Margaritis Schinas, die de Europese manier van leven moet promoten, zag zijn kans om die Europese identiteit te koppelen aan het voetbal. ‘We moeten het Europese sportmodel verdedigen en dat is gebaseerd op diversiteit en inclusie’, twitterde hij.
‘Oorlogsverklaring’
Dat Boris Johnson zich zo snel zo uitdrukkelijk uitsprak, is opvallend. De Britse premier speelt graag cricket, maar staat niet bekend als een groot voetballiefhebber. Maar Johnson is ook een uitgekookt politicus die een open kans van kilometers afstand ruikt.
Deze plannen raken in de eerste plaats het Engelse voetbal. Liefst zes van de twaalf clubs die het voortouw hebben genomen, komen uit de Premier League. Die competitie dreigt in het hart geraakt te worden en dat kan Johnson niet laten gebeuren. Met zijn verzet toont hij zich solidair met de supporters van de ‘kleinere’ clubs, vaak arbeiders uit de achtergestelde streken van Engeland. Zij hielpen hem twee jaar geleden aan zijn grote verkiezingsoverwinning. Als hij hen nu in de steek laat, zullen zij over enkele jaren hetzelfde doen.
Supporters in heel Engeland stonden gisteren op de achterste poten. Zelfs de kranten waren unaniem in hun afkeuring. Voor een keer gebruikten de tabloids en de kwaliteitskranten min of meer dezelfde termen om het plan af te schieten. ‘Dit is een oorlogsverklaring aan het Engelse voetbal en zal leiden tot een burgeroorlog .’
De man die het gevoel van de supporters het best verwoordde, was Gary Neville, meer dan vijftien jaar verdediger bij Manchester United en er jarenlang kapitein. Neville is ondertussen voetbalanalist bij Sky News en heeft niet de gewoonte een blad voor de mond te nemen. ‘Ik ben al veertig jaar supporter van Manchester United’, zei hij. ‘Maar nu walg ik van hen. Net als van Liverpool, dat zich graag voordoet als de club van het volk, van “You’ll never walk alone”. Manchester United is opgericht door arbeiders en nu splitsen ze zich af voor een competitie zonder concurrentie, waaruit ze niet kunnen degraderen. Het is een schande.’
(Nog) geen Duitse of Franse clubs
Schande spreken is natuurlijk makkelijk. De vraag is of de politiek de juridische middelen heeft om hiertegen iets te beginnen. In principe staat ze machteloos, al kondigde de Britse regering aan te onderzoeken wat haar mogelijkheden zijn. Dan wordt al snel gedacht aan een hervorming van het systeem van eigenaarschap van de clubs. De zes Engelse clubs die willen deelnemen aan de Super League zijn allemaal in
handen van buitenlandse eigenaars (zie grafiek). Dat geldt trouwens ook voor de twee clubs uit Milaan. Zij hebben miljarden in de clubs gepompt en willen dat die investering opbrengt. De bezorgdheden van de supporters zijn van secundair belang.
In Duitsland is dat onmogelijk. Daar kunnen investeerders maximaal 49 procent van de aandelen van een club kopen. De rest moet in handen blijven van de supporters. Daardoor kan een club in principe nooit ingaan tegen de wil van zijn supporters. Het is dan ook geen toeval dat de Duitse clubs niet meestappen in het verhaal. Toch is het de bedoeling dat de Super League met twintig clubs gespeeld wordt en dat ook Duitse ploegen – Bayern München op kop – en Franse clubs meedoen.
Gisteren hielden die de boot af. De vraag is natuurlijk of ze dat doen omdat ze zoveel belang hechten aan hun supporters en een eerlijke en open competitie. Zeker bij de Qatarese eigenaar van PSG is dat allicht geen prioriteit. Nasser al-Khelaifi is een van de grootste verstoorders van de financiële fairplay die de Europese voetbalbond zo belangrijk zegt te vinden.
Bye bye, verrassingen
De Europese topclubs zijn met deze muiterij ook niet aan hun proefstuk toe. Een selecte groep van zeven Europese topclubs dreigde al in 2016 met de oprichting van een eigen competitie. Het dreigement was hetzelfde als vandaag: wilde de Uefa niet riskeren dat topclubs zich zouden afscheuren, dan kon de Europese voetbalbond hen maar beter tegemoetkomen met meer geld en gegarandeerde plaatsen in de Champions League (DS 3 november 2018).
Zelfs de werkwijze was gelijklopend. Hoewel de topclubs allen zetelden in de ECA, de federatie die officieel de belangen van alle Europese clubs moet vertegenwoordigen, werkten ze stiekem aan een eigen plan. Met succes. Door hun dreigement deed de Uefa toen al tal van toegevingen waardoor voetbalclubs uit kleinere landen vandaag al minder kans maken om zich te kwalificeren voor de Champions League en minder delen in de opbrengst – een omgekeerd Robin Hood-effect dus. Het verschil is wel dat de vorige hervorming de pot van tvgelden deed stijgen van 2,4 naar 3,2 miljard euro (nu al 3,5 miljard euro), waardoor op het einde van de rit ook kleinere clubs meer geld krijgen – als ze zich kunnen plaatsen.
Maar voor de sportieve spanning was die hervorming al desastreus. De uitslag van de wedstrijden voorspellen werd seizoen na seizoen gemakkelijker. Tussen 2004 en 2008 konden de bookmakers 28 procent van de resultaten van de Champions League-wedstrijden correct voorspellen. In de periode 2014-2018 was dat al opgelopen tot 40 procent. Dat werd zelfs 80 procent als de bookmakers zelf vooraf een grote favoriet hadden aangeduid, aldus een studie van CIES Football Observatory. Dat is een onrustwekkend hoog percentage, dat de komende jaren nog verder dreigt te stijgen.
Hand overspeeld
Uefa-voorzitter Aleksander Ceferin wikte gisteren zijn woorden niet. ‘Dit heb ik nog nooit meegemaakt. Sommige mensen denken kennelijk alleen maar aan zichzelf. Daar moet alles voor wijken.’ Ceferin vergat daarbij te vermelden dat ook de Uefa-bobo’s zelf proberen zo veel mogelijk geld bij elkaar te schrapen. Om die reden drukten ze alweer een nieuwe hervorming van hun eigen Champions League door. Vanaf het seizoen 2024-2025 zullen 36 in plaats van 32 clubs mogen deelnemen aan het kampioenenbal en zullen ze onderling (via loting) meer topmatchen spelen. Op papier moet dat de competitie spannender maken, in de realiteit zal er daardoor meer geld verdiend kunnen worden. Volgens sommige prognoses kunnen de tv-inkomsten zelfs met 40 procent stijgen. Maar dat geld wordt nog een beetje herverdeeld.
In de Super League is daar geen sprake van. De twaalf rebellerende topclubs willen nog meer geld en nog meer macht. Dat dit de wedstrijden nog meer voorspelbaar en dus nog saaier dreigt te maken, zal hen worst wezen. Alleen blijft de vraag: hebben de rebellen hun hand overspeeld? Als de Franse en Duitse clubs effectief niet willen meestappen, sterft de Super League waarschijnlijk een voortijdige dood.
De Uefa deed al tal van toegevingen waardoor voetbalclubs uit kleinere landen vandaag al minder kans maken om zich te kwalificeren voor de Champions League en minder delen in de opbrengst – een omgekeerd Robin Hood-effect dus