Al eilandhoppend veroverde de mens Oceanië
Terwijl de moderne mens Europa bereikte, meerden soortgenoten aan op Nieuw-Guinea, de poort naar Oceanië. Daar kwamen ze denisoviërs tegen, waarmee ze in genetisch opzicht hun voordeel deden.
Ongeveer 45.000 jaar geleden besloot een groep homo sapiensen het erop te wagen. Aan de kust van Soendaland, de Zuidoost-Aziatische landmassa die in de laatste ijstijd behalve het schiereiland Malakka ook de latere eilanden Borneo, Java en Sumatra omvatte, sprongen ze in hun kano en zetten ze koers naar het oosten. Na een tocht van duizenden kilometers kwamen ze aan op Nieuw-Guinea, een van de grootste eilanden van Oceanië en de poort naar het continent. Opmerkelijk is dat de intrede van de moderne mens in de Pacifische eilandenwereld ongeveer samenviel met die in Europa.
De timing en de route van de eerste migratie naar Oceanië was al bekend uit archeologische vondsten. Nu heeft een Frans team van genetici ook aanwijzingen gevonden in het DNA van oorspronkelijke eilandvolken in de Stille Zuidzee, van de Papoea’s op Nieuw-Guinea over de Ni-Vanuatu (op de gelijknamige eilandengroep) en de Nakanai (op de Bismarckarchipel) tot de oorspronkelijke bewoners van de Salomonseilanden en Polynesië. De vorsers legden de resultaten samen van volledige DNA-analyses bij ruim driehonderd mensen van twintig verschillende etnieën. Zo kregen ze zicht op de vroegste afstamming van de huidige Oceaniërs.
Migratiegolf
De verspreiding van de moderne mens begon dus op Nieuw-Guinea, waarna het verder oostwaarts ging. Zowat 39.000 jaar geleden werd de Bismarckarchipel bereikt, vandaag onderdeel van PapoeaNieuw-Guinea. In de daaropvolgende twintigduizend jaar werd de lange dubbele strook eilanden van de Salomonsarchipel bevolkt.
Zo breidde Homo sapiens zijn leefgebied al eilandhoppend uit naar het oosten. Toch duurde het nog heel lang voor eilanden als Vanuatu, Nieuw-Caledonië, Fiji en Polynesië in het vizier kwamen. Dat gebeurde pas drieduizend jaar geleden, vertelt de genetische afstamming. Dat is tweeduizend jaar later dan tot nog toe werd aangenomen. De heersende theorie luidt immers dat het ‘Verre Oceanië’ werd bevolkt door een migratiegolf die omstreeks 3.000 voor Christus begon op het huidige Taiwan. Behendige zeelui zouden met boten eerst naar het ‘Nabije Oceanië’ (Nieuw-Guinea, de Bismarckarchipel,
enzovoort) zijn gevaren, en daarna snel koers hebben gezet naar het oosten – mogelijk omdat die eilanden dus al bevolkt waren.
Dat klopt niet, schrijven de Franse genetici in het vakblad Nature. Volgens hen zijn de ‘oerTaiwanezen’ minstens tweeduizend jaar blijven plakken op onder meer de Filipijnen en Nieuw-Guinea. Pas in het laatste millennium voor het begin van de jaartelling kwam de migratie naar het Verre Oceanië op gang, met als sluitstuk de aankomst op Paaseiland – het oostelijkste van de Polynesische eilanden – in de 12de eeuw na Christus.
Dat dit afgelegen gedeelte van de eilandenwereld pas zo laat werd gekoloniseerd, was mogelijk een gevolg van een populatieflessenhals net na de aankomst van de eerste moderne mensen in het Nabije Oceanië. Volgens het nieuwe onderzoek zouden die op een bepaald moment maar met tweehonderd zijn geweest. Er hoefden dus niet meteen nieuwe oorden te worden opgezocht.
DNA-kruising
De eilandhoppende homo sapiensen waren trouwens niet de enige mensen in Oceanië. Verschillende eilanden in het Nabije Oceanië moeten al tien- tot misschien wel honderdduizenden jaren bewoond zijn geweest door denisoviërs, een aparte soort oermensen verwant aan de neanderthaler, die pas in 2010 werd ontdekt in de
Denisova-grot in Siberië. Opvallend is dat nergens ter wereld het gecombineerde aandeel aan neanderthaleren denisoviër-DNA vandaag zo groot is als in Oceanië. Op sommige plekken zijn beide uitgestorven mensensoorten samen goed voor zes procent van het hele DNA. Dat is vooral aan de genetische erfenis van de denisoviërs te danken.
De denisoviër zou pas 25.000 à 20.000 jaar geleden zijn uitgestorven in Oceanië – veel later dan de neanderthaler in Europa en WestAzië. Volgens Lluis Quintana-Murci, evolutionair geneticus aan het Pasteur-instituut in Parijs en hoofdauteur van de Nature-paper, is de moderne mens de denisoviër tijdens zijn verspreiding over Oceanië meermaals tegengekomen. Er kwamen kinderen van en daar lijkt vooral Homo sapiens zijn voordeel mee te hebben gedaan.
‘Mutaties afkomstig van de denisoviërs hebben het immuunsysteem van de Oceaniërs versterkt en hen zo beter bestand gemaakt tegen infectieziekten’, mailt de Fransman. Mede dankzij de denisoviër kon de moderne mens dus overleven in Oceanië. Helaas voor de eersten was die hulp niet wederzijds, al is het nog onduidelijk waarom de denisoviërs zijn uitgestorven. Quintana-Murci trekt een parallel met het lot van de neanderthaler. ‘Homo sapiens is duidelijk een invasieve soort. Overal waar we zijn geweest, zijn alle andere soorten (mensen, red.) verdwenen.’
‘Homo sapiens is een invasieve soort. Overal waar we zijn geweest, zijn alle andere mensensoorten verdwenen’
Lluis QuintanaMurci
Evolutionair geneticus Pasteurinstituut Parijs