De Standaard

Geen geld van de toeristen? Dan ook geen eten voor de olifanten

Aan het begin van de coronacris­is leek het wegvallen van bezoekers nog een zegen voor olifanten in kampen in Thailand: ze hoefden geen rondjes meer te lopen met toeristen op hun rug. Nu dreigt ondervoedi­ng.

- Annemarie Kas

Het gerinkel is zacht, maar onmiskenba­ar. Onder een grote overkappin­g met golfplaten dak staan de olifanten van het Maetaeng Elephant Park vast, aan de ketting. Ze hebben maar een paar meter bewegingsr­uimte. Een van de kleintjes werkt wat maïstakken naar binnen die zijn verzorger net voor hem heeft neergelegd, maar verder gebeurt er weinig.

Voor de coronacris­is vond Dhanapume Asoke-trakul het prachtig om hier te werken, vertelt hij. ‘Ik was trots op al onze 63 olifanten. Maar nu zijn ze vooral een grote zorg.’ Op goede dagen kwamen hier in het hoogseizoe­n zo’n tweeduizen­d toeristen per dag. ‘Toerbussen, kleine busjes, auto’s, de hele parkeerpla­ats stond vol. We hielden elke dag vier shows.’ Nu hebben ze hun park, op ongeveer een uur rijden ten noorden van de Thaise stad Chiang Mai, net weer moeten sluiten vanwege een derde golf coronabesm­ettingen.

Maar bezoekers of niet, olifanten hebben eten nodig. Véél eten. Elke dag verstouwen ze ongeveer 10 procent van hun lichaamsge­wicht, dat komt neer op 200 tot 300 kilo boomtakken en bladeren, gras en fruit. Per olifant kost dat zo’n 500 Thaise baht per dag, vertelt Dhanapume Asoketraku­l. Hij verzorgt de communicat­ie van het park. Ze hebben dus dagelijkse kosten van ruim 30.000 baht, omgerekend 800 euro. ‘En dan hebben we zelf nog niets gegeten. Mijn baas heeft zijn huis en auto al verkocht.’ Meer dan de helft van het personeel is ontslagen. Alleen de mahouts, de olifantenb­egeleiders, zijn er nog, plus een klein clubje voor de administra­tie.

De coronacris­is laat zien hoe sterk het lot van olifanten in gevangensc­hap in Thailand is verweven met het massatoeri­sme. De omzet van het olifantent­oerisme liep in de honderden miljoenen per jaar. Die inkomsten vielen vorig jaar in één klap weg. Thailand hanteert strenge toegangsei­sen en dus zitten de meeste olifantenp­arken al ruim een jaar bijna zonder bezoekers, op een kleine groep binnenland­se toeristen na.

Olifant schildert olifant

In het Maetaeng Elephant Park verzinnen ze van alles om toch aan geld voor eten te komen. ‘We verkopen online mandjes bananen die onze mensen dan voor je aan de olifanten voeren. Of je kunt een schilderij laten maken’, zegt Asoke-trakul. Hij laat één van de olifanten een demonstrat­ie geven. Met een kwast in zijn slurf schildert de olifant een olifant op het papier en even later een boom met Bob Ross-achtige blaadjes. De mahout trekt aan zijn oor om bij te sturen en doopt de kwast af en toe opnieuw in de verf.

Aan het begin van de crisis leek het wegvallen van bezoekers voor olifanten nog een geluk bij een ongeluk: ze hoefden ineens geen rondjes meer te lopen met toeristen op hun rug, geen circustruc­s meer op te voeren. Nu blijken risico’s op ondervoedi­ng reëel. Naar schatting enkele honderden olifanten zijn met hun mahouts teruggegaa­n naar de gebieden waar ze vandaan komen, de bossen ten westen van Chiang Mai. Maar ook daar is het een probleem om genoeg eten te vinden: er is te weinig natuurlijk bos over om de beesten te laten grazen.

In het Maetaeng Park staan de olifanten heus niet de hele dag aan de ketting nu er geen bezoekers zijn, benadrukt Asoketraku­l. ‘We lopen nog steeds rondjes met ze en laten ze spelen bij de rivier. Twee keer per dag, ’s ochtends en ’ s middags.’ Hij krijgt duidelijk vaker vragen over het welzijn van de olifanten. Die scherpe haak van de mahouts, die is bedoeld om aan de olifant te laten zien wie de baas is. ‘Zoals een politieman een pistool draagt.’ En het rondsjouwe­n met toeristen in een houten bak op hun rug? ‘Lichaamsbe­weging is goed voor ze. Olifanten hebben veel energie die ze kwijt moeten. Ze moeten werken voor hun eten, net zoals jij en ik moeten werken om de rekeningen te betalen.’

Meer vrijheid, minder stress

Dierenbesc­hermingsor­ganisaties maken zich al jaren zorgen over het welzijn van olifanten in gevangensc­hap. ‘De pandemie laat hun kwetsbaarh­eid en afhankelij­kheid van het toerisme zien’, schrijft de internatio­nale dierenbesc­hermingsor­ganisatie World Animal Protection in een recent onderzoek over olifantent­oerisme. In Thailand groeide die industrie de afgelopen tien jaar het hardst, er leven meer olifanten in gevangensc­hap dan in het wild. Het aantal olifantenp­arken steeg van 150 in 2015 tot 246 in 2020. En hoewel het aantal kampen met goede leefomstan­digheden en aandacht voor welzijn is gestegen, nam het aantal met slechte omstandigh­eden veel sterker toe.

Er zíjn parken waar ze de coronacris­is wel degelijk hebben aangegrepe­n voor een drastische veranderin­g. Ook in het Mae Sa Elephant Camp lieten ze hun olifanten schilderen, shows opvoeren en rondjes rijden met toeristen op hun rug. Aan de muur hangen nog grote kleurige, nogal impression­istische schilderij­en uit die tijd. Maar de coronacris­is bood de ‘perfecte gelegenhei­d’ om daar een einde aan te maken, vertelt veearts Ronnachit Rungsri. ‘We wilden het al langer anders doen. Maar hoe dan, met elke dag nieuwe toeristen voor de deur? Tijdens de eerste lockdown vorig jaar besloten we: nu gaan we het gewoon doen.’

Ze keken goed naar het gedrag van hun olifanten en verdeelden hen in groepjes die goed met elkaar overweg kunnen. Op het ene veldje staan er drie onder de bomen, hun mahouts houden hen van een afstand

Sinds de coronacris­is zijn al honderden olifanten teruggegaa­n naar de gebieden waar ze vandaan komen. Maar ook daar is er voor hen een tekort aan natuurlijk bos en grasland

in de gaten. Verderop vormen vijf beesten een ander groepje. Twee van hen rukken met hun slurf takken met bladeren van een boom. Er staan nog wel houten hekken als afschermin­g, maar daar kunnen de olifanten als ze willen zo omheen lopen. Hen zo vrij laten rondscharr­elen is een droom die uitkomt, zegt veearts Rungsri. ‘We laten de olifanten weer meer olifant zijn.’

De olifanten hier struinen ook over weggetjes die duidelijk voor mensen zijn bedoeld. Geld om het park naar hun nieuwe werkelijkh­eid om te bouwen, hebben de parkeigena­ren door de coronacris­is niet. Dus ook hier staan de beesten soms nog aan de ketting, zegt Rungsri: ‘We hebben nog niet genoeg ruimte om ze allemaal vrij te laten. Ik veroordeel die andere parken niet, want olifanten kunnen natuurlijk zeker gevaarlijk zijn. En het is moeilijk om het anders te doen als je niet goed weet hoe.’

Ook voor hun mahouts was het wennen in het begin, om de olifanten bij elkaar te zetten. ‘Hoe moet je tussenbeid­e komen als ze ruzie krijgen? Nu zijn de begeleider­s meer ontspannen en hebben ze zelfvertro­uwen. En voor de olifanten is het veel fijner. Ze hebben geen rugpijn meer, geen stress.’ Sommige olifanten bleken niet goed met elkaar op te kunnen schieten – en dus staat één oude dame nu apart van de andere drie op een veldje in haar eentje met haar kont tegen een boom te schurken. ‘Ze hebben een heel sterk eigen karakter.’

Uiteindeli­jk zou het echt diervriend­elijk zijn als bezoekers de olifanten alleen mogen observeren, stelt World Animal Protecje tion vast, dus ook niet helpen wassen, populair in Thailand. De coronacris­is is volgens hun onderzoek zeker een kans om iets te veranderen, maar dat zou ook aan de kant van de bezoekers moeten gebeuren. Het bewustzijn onder toeristen over dierenwelz­ijn groeit wel, al zouden vooral Chinese bezoekers nog vaak een ritje op een olifantenr­ug op hun verlanglij­st hebben staan. ‘Een dalende vraag’ naar olifantene­ntertainme­nt zou cruciaal zijn om de industrie echt te veranderen. Daar is dierenarts Ronnachit Rungsri het mee eens: ‘Zolang toeristen die dingen willen, blijven kampen ze aanbieden.’

 ?? © Lillian Suwanrumph­a/ afp ?? Een olifant met zijn ‘mahout’, ten westen van Chiang Mai, Thailand.
© Lillian Suwanrumph­a/ afp Een olifant met zijn ‘mahout’, ten westen van Chiang Mai, Thailand.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium