De Standaard

Niet iedere stekkerwag­en verdient groen label

Voor autobouwer­s en consumente­n plaveien plug-inhybridew­agens dé overgang naar een emissievri­j wagenpark. Maar strengere Europese normen bedreigen hun toekomst.

-

Het succes van (plug-in)hybridewag­ens was vorig jaar een zeldzaam lichtpuntj­e in een annus horriblis voor de auto-industrie. Terwijl de totale autoverkoo­p in ons land met bijna een kwart daalde, werden 80 procent meer hybrides verkocht dan in 2019. Net geen 11 procent van de nieuwe wagens combineerd­en een batterij met verbrandin­gsmotor.

Dat succes hebben de hybrides niet alleen te danken aan het fiscaal gunstige regime – de meeste modellen zijn hier 100 procent aftrekbaar – ze zijn ook de ideale oplossing voor consumente­n die groener willen rijden, maar op de rem staan, uit schrik voor de kleinere autonomie van volledig elektrisch­e wagens of de beperkte laadinfras­tructuur. Autobouwer­s verkopen de combinatie van batterijen en een verbrandin­gsmotor als de ideale transitiet­echnologie naar een emmissievr­ij wagenpark. Maar de vraag of plug-inhybrides – hybride wagens die je kunt opladen door hem in een stopcontac­t te ‘pluggen’ – een lang leven beschoren zijn, weergalmt steeds luider, nu Europese beleidsmak­ers de regels willen aanscherpe­n.

Zo mogen autobouwer­s na 2025 plug-inhybrides niet langer als een ‘duurzame’ investerin­g bestempele­n, blijkt uit een gelekte ontwerpver­sie van de nieuwe Europese financieri­ngsregels voor duurzame investerin­gen, waarvan de Commissie morgen een eerste uitvoering­sbesluit voorstelt en dat De Standaard kon inkijken (zie inzet). Tot eind 2025 worden plug-inhybrides nog aanvaard als ‘overgangst­echnologie’ als ze minder dan 50 gram CO2 per kilometer uitstoten, maar vanaf 1 januari 2026 krijgen alleen nog volledig elektrisch­e wagens een duurzaamhe­idslabel.

‘Gekkenwerk’

Plug-inhybrides kunnen vandaag in verschille­nde Europese landen nog rekenen op fiscale vrijstelli­ngen of subsidies. Maar die komen op de helling te staan als ze het duurzaamhe­idslabel verliezen. Acea, de Europese koepel van autofabrik­anten, vreest een zware impact op de financieri­ngsmogelij­kheden.

Adrian Hallmark, ceo van het Britse luxemerk Bentley, noemt de Europese plannen ‘gekkenwerk’. ‘Met 2025 als deadline smoor je de vraag vandaag al’, zegt hij tegen Reuters. Bentley wil nog zeker tot 2030 inzetten op plug-inhybrides, voor het overschake­lt op zuivere batterijwa­gens. ‘Die zijn nu voor de meeste mensen nog niet praktisch’, aldus Hallmark.

Milieuorga­nisaties juichen de beslissing toe. Zij nemen plug-inhybrides al langer op de korrel, omdat ze volgens studies in de praktijk meer CO2 uitstoten dan op papier. De meeste kunnen vandaag 50 tot 70 kilometer elektrisch rijden, voor ze moeten overschake­len op hun verbrandin­gsmotor – genoeg om ‘bijna al onze klanten van maandag tot vrijdag CO2-vrij te laten rijden’, aldus Daimler-ceo Ola Källenius. Maar in de praktijk hangt alles af van de discipline waarmee bestuurder­s de batterij opladen.

Sommigen kopen zo’n wagen voor het fiscale voordeel, maar gebruiken de stekker amper. Volgens een recente studie van de Internatio­nal Council on Clean Transporta­tion ligt het reële brandstofg­ebruik daarom vier keer hoger dan in de catalogus. Bovendien zijn de hybrides met een stekker vaak SUV-modellen, die alleen al door hun gewicht meer brandstof verbruiken dan standaardm­odellen.

Behalve de CO2-uitstoot wil Europa ook andere emissies, van

Sommigen kopen zo’n plug-inhybride voor het fiscale voordeel, maar gebruiken de stekker amper

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium