Koeien zullen het klimaat niet redden
Vleeskoeien zijn noch de redders van het klimaat, noch van het dierenwelzijn en de volksgezondheid, schrijven Stijn Bruers en Tobias Leenaert. Alleen een shift naar een diervrije landbouw kan de opwarming van het klimaat tegenhouden.
In een interview met De Standaard waarschuwen Hendrik Vandamme (Algemeen Boerensyndicaat) en Freek Verdonckt (Natuurpunt) dat het afschaffen van de zoogkoeienpremie slecht is voor het klimaat (DS 17 april). Die premie wordt uitgereikt per koe die kalft. Zo subsidieert de belastingbetaler een grotere veestapel. En we weten ondertussen dat de veeteelt een belangrijke rol speelt bij veel maatschappelijke problemen, van klimaatverandering en vermesting tot infectieziekten en dierenleed.
Vandamme en Verdonckt redeneren dat er door de zoogkoeienpremie te vervangen door een graaslandpremie, een verschuiving van vleesvee naar melkvee komt. Omdat melkkoeien minder goed overweg kunnen met oude graslanden, zijn de melkveebedrijven geneigd om die graslanden om te ploegen en in te zaaien met turbogras. Door het bewerken van de bodem komt de opgeslagen koolstof vrij, en dat is slecht voor het klimaat.
Het verschuivingseffect waarop Vandamme en Verdonckt wijzen, is inderdaad een belangrijke factor die we moeten meenemen bij het bepalen van de impact van een beleidsmaatregel. Wat de impact op de biodiversiteit betreft, hebben ze gelijk: het omzetten van oude graslanden naar monoculturen met turbogras is slecht voor de soortenrijkdom. Dat de impact op het klimaat negatief is, is echter minder duidelijk. Rundvlees kent immers een vijf keer hogere broeikasgasuitstoot dan melk, per kilogram eiwit. Als de consumenten evenveel eiwitten eten, maar daarbij het rundvlees vervangen door zuivel, dan daalt de impact op het klimaat. Zeggen dat de melkkoeien klimaatredders zijn, is ook weer een brug te ver, want de broeikasgasuitstoot die gepaard gaat met de productie van dierlijke zuivel is ongeveer drie keer zo hoog als die van veganistische alternatieven.
Meer dierenleed
Er is een ander verschuivingseffect waarmee Vandamme en Verdonckt te weinig rekening houden: door het afschaffen van de zoogkoeienpremie zal de prijs van het rundvlees stijgen en zullen de consumenten mogelijk meer varkensvlees en gevogelte kopen. Die verschuiving van rund naar kip is dan weer slechter op het vlak van dierenwelzijn en volksgezondheid. Alle vlees gaat gepaard met dierenleed – in het geval van rundvlees bijvoorbeeld tijdens het transport en in de slachthuizen. Maar omdat kippen kleiner zijn dan koeien, gaat een portie kippenvlees al gauw gepaard met tien keer meer dierenleed dan rundvlees. Daarnaast is het risico op het ontstaan en de overdracht van infectieziekten, zoals nieuwe griepvirussen en antibioticaresistente bacteriën, een stuk groter in de pluimveeteelt.
Wat ons nog het meest verbaast bij de argumentatie van Vandamme en Verdonckt, is dat ze de werkelijke klimaatimpact van rundveeteelt negeren. Ten eerste is er de methaanuitstoot door de koeien. Bij het huidige mondiale productieniveau draagt die toch al 0,1°C extra bij aan de klimaatopwarming. Nog veel belangrijker zijn de zogenaamde koolstofopportuniteitskosten: voor de veeteelt gebruiken we veel land, en daardoor lopen we de mogelijkheid of de opportuniteit mis om die landbouwgrond te herbebossen en zo CO2 uit de atmosfeer te halen. Land voorbehouden voor vee is dus kostelijk voor het klimaat. Recente berekeningen, gepubliceerd in het vakblad Nature, maken dat concreet: als we wereldwijd zouden overschakelen op een diervrije landbouw en op veganistische voeding, komt bijna een miljard hectare land vrij voor herbebossing. Daarmee kan bijna de helft van alle CO2 opgenomen worden die we ooit door het verbranden van fossiele brandstoffen hebben uitgestoten. De kans om nog onder de 1,5°C opwarming te blijven, wordt daardoor een stuk groter. Ook in Vlaanderen kan veel graasland omgezet worden in biodivers en bosrijk natuurgebied met een grote koolstofopslag. Dat is de grote winst van het afschaffen van de zoogkoeienpremie.
Eiwittransitie
Het verschuivingseffect waarover Vandamme en Verdonckt het hebben, impliceert niet dat vleeskoeien de redders zijn, noch van het klimaat, noch van het dierenwelzijn en de volksgezondheid. Wat de overheid moet doen, behalve het afschaffen van de zoogkoeienpremie, is extra flankerende maatregelen nemen om negatieve verschuivingseffecten te voorkomen. Dat kan concreet door het verder inzetten op een eiwittransitie, weg van dierlijke eiwitten. Meer investeringen in onderzoek en ontwikkeling van diervrije alternatieven voor vlees, eieren en zuivel, en minder subsidies voor dierlijke landbouw, dat zal leiden tot het gewenste verschuivingseffect.
Veel graasland kan omgezet worden in bosrijk gebied met een grote koolstofopslag. Dát is de winst van het afschaffen van de zoogkoeienpremie